print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Inkeerregeling

De inkeerregeling in 2021

De inkeerregeling is een belangrijke regeling voor belastingplichtigen die vrijwillig wensen over te gaan tot het verbeteren van eerdere, onjuiste aangiften. In de kern komt de regeling op het volgende neer. De belastingplichtige die uit zichzelf alsnog de juiste informatie verstrekt aan de Belastingdienst, kan onder omstandigheden een gematigde (of geen) vergrijpboete opgelegd krijgen. Belangrijk daarbij is dat het verbeteren ‘vrijwillig’ is. Dat wil zeggen: er wordt verbeterd voordat de belastinginspecteur de belastingplichtige op het spoor is. In dit artikel bespreken wij de actuele stand van zaken met betrekking tot de inkeerregeling, maar eerst een belangrijke opmerking vooraf. De inkeerregeling komt in de wet namelijk in verschillende vormen voor. Zo is er een fiscale variant en een strafrechtelijke variant. Dit artikel gaat over de fiscale variant.

Hoe werkt de inkeerregeling?

Wij bespreken hierna de inkeerregeling op hoofdlijnen. In latere paragrafen gaan wij in op meer details.

De inkeerregeling is per 1 januari 1998 ingevoerd. De regeling komt voort uit een aanbeveling van de Commissie-Van Slooten. Deze commissie meende dat een belastingplichtige er niet van moest worden weerhouden om achteraf alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. De afwezigheid van een regeling bij vrijwillige verbetering maakt het onaantrekkelijk om achteraf gedrag te verbeteren. Immers, de belastingplichtige die achteraf de juiste informatie wenste te verstrekken, werd veelal geconfronteerd met volledige boeteoplegging. Een drijfveer om alsnog het juiste te doen ontbrak dus. De inkeerregeling moet die drijfveer vormen, door de vergrijpboete die wordt opgelegd te beperken, mits sprake is van vrijwillige verbetering. Aangezien het artikel gaat over vrijwillige verbetering, dient de belastingplichtige te handelen voordat hij weet of redelijkerwijs kan weten dat de inspecteur met de onjuistheid van de eerdere inlichtingen van de belastingplichtige bekend is of zal worden.

De regering zag een groot risico in deze aanbeveling. Een te genereuze inkeerregeling maakt namelijk dat het voor belastingplichtigen aantrekkelijk wordt om in eerste instantie niet aan de verplichtingen te voldoen. Immers, een paar jaar later alsnog vrijwillig verbeteren leidt dan tot een liquiditeitsvoordeel. Om dit mogelijke plangedrag tegen te gaan, is de inkeerregeling niet zonder nadere voorwaarden ingevoerd. Deze voorwaarden zijn in de loop der jaren vaak gewijzigd en nog steeds onderwerp van discussie.

Voor welke belastingen kunt u inkeren?

Een belangrijk onderscheid is dat tussen aangifte- en aanslagbelastingen. De inkeerregeling die wij in dit artikel behandelen geldt voor de aanslagbelastingen, zoals de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. De wet kent geen eigen inkeerregeling voor aangiftebelastingen, maar hiervoor is wel beleid opgesteld.

Wat is vrijwillig verbeteren bij de inkeerregeling?

Eerder in dit artikel gaven wij het al aan. De inkeerregeling geldt alleen bij vrijwillige verbetering. Een verbetering is vrijwillig indien de belastingplichtige verbetert voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de inspecteur hem op het spoor is. Deze open norm heeft tot veel rechtszaken geleid. Hieronder een korte toelichting op het begrip vrijwilligheid vanuit de rechtspraak.

Het uitgangspunt bij het bepalen van de vrijwilligheid is de belastingplichtige. Deze moet weten of redelijkerwijs vermoeden dat de inspecteur hem op het spoor is. Deze toets moet objectief worden aangelegd. Dat houdt zoveel in als dat moet worden gekeken naar de situatie en niet de specifieke belastingplichtige. Hierna geven wij het verhaal achter deze toets versimpeld weer:

Ruud is DGA van een B.V. Er vindt een fraudeonderzoek plaats en er wordt bij de B.V. een huiszoeking gedaan. Ruud is daarbij aanwezig en wordt verhoord. Niet lang daarna neemt Ruud contact op met de Belastingdienst en biecht hij een Zwitserse bankrekening op. De Belastingdienst accepteert dit niet als vrijwillige verbetering. Tot aan het gerechtshof krijgt de belastinginspecteur hierin gelijk. De conclusie tot op dat moment: Ruud verbetert zijn aangiften pas op het moment dat de belastinginspecteur op korte termijn achter de onjuistheden zou komen.

Hierbij is relevant dat er een serieuze mogelijkheid bestaat dat de belastinginspecteur de Zwitserse bankrekening via het fraudeonderzoek niet zal achterhalen, maar het kan uiteraard wel. Ruud geeft eerlijk toe hiermee wel rekening te hebben gehouden.

De Hoge Raad oordeelt echter anders. Het is van belang dat er een serieuze mogelijkheid bestaat dat de belastinginspecteur de Zwitserse rekening niet achterhaalt of niet met Ruud in verband zou kunnen brengen. Dat betekent volgens de Hoge Raad dat Ruud objectief gezien niet redelijkerwijs hoefde te vermoeden dat de inspecteur met de onjuistheden bekend was of zou worden.

Hieruit komt naar voren dat het er niet om gaat dat de belastingplichtige persoonlijk op een bepaalde manier naar de situatie kijkt, maar dat van de specifieke belastingplichtige geabstraheerd moet worden. Hierna geven wij twee voorbeelden uit de rechtspraak ter verduidelijking:

Voorbeeld van de inkeerregeling

Henk heeft zijn Zwitserse bankrekening verzwegen. In de media duiken berichten op over het opvragen van informatie door Nederland bij Zwitserland over rekeninghouders bij die specifieke bank. Henk besluit naar aanleiding van deze berichten om in te keren. Het hof oordeelt dat Henk redelijkerwijs moest weten dat de inspecteur met de buitenlandse bankrekening bekend was of zou worden. Henk kan geen gebruikmaken van de inkeerregeling.

Voorbeeld inkeren van buitenlands vermogen

Henk heeft zijn Zwitserse bankrekening verzwegen. Zijn adviseur meldt aan de inspecteur dat er sprake is van buitenlands vermogen. De inspecteur vordert na, maar houdt geen rekening met de inkeerregeling. De Hoge Raad stelt vast dat de inspecteur op het moment van inkeer niet wist dat Henk een bankrekening in Zwitserland had. Ook is niet aannemelijk dat de inspecteur hier achter zou komen. Daarbij telt mee dat de inspecteur weliswaar informatie in Zwitserland heeft opgevraagd, maar dat Henk z‘n rekening niet tussen die informatie had kunnen zitten. De Hoge Raad merkt op dat het niet van belang is of aan publicaties in de media een subjectief vermoeden zou kunnen worden ontleend. De toetsing is immers objectief en Henk z’n rekening had niet ontdekt kunnen worden via de informatie-uitvraag.

Uit het voorgaande komt naar voren dat de kwalificatie van verbetering als ‘vrijwillig’ voor de inkeerregeling, zeer detaillistisch is.

Gevolgen van vrijwillige verbetering bij inkeren

Bij de invoering van de inkeerregeling is de regeling zo ingericht, dat geen vergrijpboete zou worden opgelegd bij inkeer. De mogelijkheid om een verzuimboete op te leggen bleef onverkort aanwezig. Het niet kunnen opleggen van een vergrijpboete bij inkeer is sinds 2009 aan banden gelegd. Eerst (in 2009) is de termijn waarbinnen de vergrijpboete in het geheel achterwege blijft beperkt tot twee jaar. Er is echter na het verstrijken van de tweejaarstermijn nog altijd een prikkel om vrijwillig te verbeteren: het is namelijk een strafverminderende omstandigheid. Zo’n omstandigheid kan aanleiding zijn om over te gaan tot boetematiging. Destijds werd uitgesproken dat gedacht kon worden aan boetematiging tot 15%. Ook dit is later veranderd.

Per 2018 is de regeling namelijk nog strenger geworden. De regeling is toen in het geheel afgeschaft voor zogenaamde zwartspaarders. Dit zijn belastingplichtigen die inkomen uit sparen en beleggen in het buitenland hebben verzwegen. Deze afschaffing is per 2020 uitgebreid naar inkomen uit aanmerkelijk belang en al het inkomen uit sparen en beleggen. In de sfeer van de inkomstenbelasting gaat het dan over box 2 en box 3, ongeacht of sprake is van een buitenlandsituatie. Het inkeren blijft wel een strafverminderende omstandigheid, maar uiteraard alleen als sprake is van vrijwillige verbetering.

De inkeerregeling: meer dan twee jaar wachten

Vrijwillige verbetering binnen twee jaar leidt tot afwezigheid van een vergrijpboete, behalve in de hiervoor beschreven situaties. In de praktijk wachten de meeste belastingplichtigen echter langer. Vrijwillige verbetering buiten de tweejaarstermijn leidt niet tot afwezigheid van een vergrijpboete. Wel is het vrijwillig verbeteren een zogenaamde strafverminderende omstandigheid, dit geldt ook bij het vrijwillig verbeteren met betrekking tot box 2 of box 3 inkomen. Dit kan u in de boete aanzienlijk schelen.

Het matigingsbeleid is momenteel namelijk als volgt. De hoofdregel is dat de boete wordt gematigd tot 60% van het wettelijk maximum. Het beleid kent echter uitzonderingen. De meest voorkomende heeft betrekking op box 3 inkomsten. Indien u voor box 3 inkomen vrijwillig verbetert, bijvoorbeeld voor een buitenlandse bankrekening, dan schrijft de wet een maximale boete van 300% voor. Indien u vrijwillig verbetert, kan de boete worden gematigd tot 40% van het wettelijk maximum. 40% Van 300% is 120%. Een flinke tegemoetkoming dus. Wij merken hierbij voor de volledigheid op dat op grond van hetzelfde beleid de maximale boete reeds is beperkt tot 150%. Bij recidive kunnen deze boetes echter hoger uitvallen. In vrijwel alle gevallen is vrijwillig verbeteren ‘goedkoper’ dan onvrijwillig verbeteren.

Hoe kunt u gebruik maken van de inkeerregeling?

Als uitgangspunt kan worden gehanteerd dat u inkeert door alsnog de juiste informatie te verstrekken. Hierbij moet wel in bepaalde mate duidelijk zijn dat u met deze informatie wenst in te keren. Dit leidt in de praktijk nog weleens tot discussie. Inkeer is daarom bij uitstek een traject om u deskundig in te laten begeleiden. Wij hebben hier reeds jaren ervaring mee.

Redenen om gebruik te maken van de inkeerregeling 

De inkeerregeling, hoewel de afgelopen jaren versoberd, kan bijzonder aantrekkelijk zijn. De internationale uitwisseling van gegevens verloopt steeds efficiënter en steeds meer landen wisselen informatie met elkaar uit. In het geval van buitenlands vermogen bedraagt de navorderingstermijn geen vijf, maar twaalf jaar. Dit kan leiden tot (zeer) forse navorderingsaanslagen. Een beperking van de hoogte van de mogelijke boete(n) alleen al kan een goede reden zijn om over te gaan tot vrijwillige verbetering. De verwachting is dat ook met crypto’s, zoals de bitcoin en ethereum, de komende jaren veel informatie zal worden uitgewisseld.

Advisering rondom de inkeerregeling

Zoals aangegeven is inkeren / vrijwillig verbeteren bij uitstek een onderwerp om u over te laten adviseren door een deskundige. De financiële gevolgen zijn vaak groot en een juiste, efficiënte communicatie met de Belastingdienst is cruciaal voor een goed verloop van het traject. Neem gerust eens contact met ons op bij nadere vragen.

Deel deze pagina

Laatste update op 12-03-2021
Artikel gemaakt op 05-03-2021
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Uitgelicht Inkeerregeling De inkeerregeling in 2021

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap