print sitemap zoeken disclaimer contact

Waardering bij werknemersparticipatie

Als werkgever bent u waarschijnlijk op zoek naar manieren om uw werknemers te motiveren en betrokken te houden bij uw bedrijf. Een effectieve - en steeds meer voorkomende - methode hiervoor, is het aanbieden van werknemersparticipatie, waarbij werknemers de mogelijkheid hebben om aandelen in uw bedrijf te verwerven, veelal zullen dit stemrechtloze aandelen betreffen. Het waarderen van deze aandelen is een belangrijk aspect van werknemersparticipatie.

In dit artikel zullen we bespreken hoe de waardering van aandelen voor werknemersparticipatie werkt en enkele belangrijke overwegingen hierbij.
Tevens bespreken wij een standpunt van de belastingdienst welke in juni 2023 openbaar is gemaakt. In augustus 2023 is er nog extra informatie openbaar gemaakt inzake de fiscale kwalificatie, waardering en waarderingsafslagen bij een werknemers- management participatie.

De staatssecretaris is van mening dat ons fiscale landschap prima werkt voor werknemersparticipaties, dat hierbij de wereld om hem heen er heel anders over denkt is bijzonder (zie kamervragen 28 oktober 2024). Volgens de staatssecretaris zijn er geen fiscale belemmeringen voor het toekennen van werknemersparticipaties (zie vraag 6), uit onze praktijk volgt een geheel ander beeld. Dat er belasting moet worden betaald is prima, edoch de problemen inzake de waardering van de aandelen, lange doorlooptijd bij de belastingdienst en de niet aftrekbaarheid van diverse kosten blijven gewoon op tafel liggen.

Klanten ervaren praktische problemen bij werknemersparticipatie

Onze ervaring leert dat het opzetten van een werknemersparticipatie vaak gedoe gaat opleveren. De belangrijkste problemen zijn:

  1. Waardering van het bedrijf
  2. Lange doorlooptijd van verzoeken inzake vooroverleg over de waardering en de voorwaarden
  3. Nieuw box 3 stelsel (en toekomstige onzekerheid)
  4. Niet aftrekbaarheid van kosten inzake werknemersparticipaties

Deze problemen volgen ook uit een landelijk onderzoek. In een motie van enkele kamerleden (Bontenbal en Marijnissen) komen deze problemen ook naar voren. De staatssecretaris heeft hierop schriftelijk gereageerd en wil in overleg met de Belastingdienst bekijken of het allemaal iets praktischer en sneller zou kunnen. Verder hoeven we van de overheid en/of de belastingdienst niet veel te verwachten, een gemiste kans, het binden van mensen aan een organisatie zou een stuk eenvoudiger en vlotter moeten kunnen. De brieven hieromtrent kunt u hier raadplegen:

  1. Brief financiele werknemersparticipaties (23 september 2024)
  2. Beslisnota d.d. 16 september 2024
  3. Brief staatssecretaris d.d. 9 december 2022
  4. Position Paper Financiele werknemersparticipaties (9 december 2022)
  5. Kamervragen inzake verplichte winstdeling door bedrijven tegen inflatie (8 juni 2022)

Waarom is waardering van aandelen belangrijk?

De waardering van aandelen is essentieel omdat het bepaalt tegen welke prijs werknemers aandelen kunnen verwerven. Als werkgever met u ervoor zorgen dat deze prijs zakelijk is. Bij een te lage prijs / waarde zal de Belastingdienst zich op het standpunt kunnen stellen dat er sprake is van (verborgen) loon.

Memo over waardering en fiscale kwalificatie werknemers- en managementparticipaties

Voor onderliggende informatie bekijk ook deze info uit een Woo verzoek over werknemers - en managementparticipaties (augustus 2023). In het openbaar gemaakte memo van de belastingdienst wordt ingegaan op de fiscale kwalificatie, waardering en waarderingsafslagen met betrekking tot een werknemers- of managementparticipatie. In dit memo komen de volgende onderdelen aan de orde:

  • zakelijke derdenprijs;
  • sprake van een lucratief belang;
  • verwachtingswaarde aandelen;
  • korting op zakelijke vastgestelde prijs;
  • beoordeling prognose;
  • waarderingsrange / exit envy;  

Dit besluit in combinatie met een eerder memo inzake de waardering van aandelen in bedrijven en start ups (juli 2020) geeft een mooi kijkje in de fiscale keuken van de belastingdienst. In een ander memo (juni 2022) wordt nader gekeken naar de waarderingsmethoden die de belastingdienst toepast. In het kennisgroep standpunt uit juni 2023 wordt inzicht gegeven in de waardering van aandelen met een vervreemdingsverbod.

Methode voor waardering

Er zijn verschillende methoden om de waarde van aandelen te bepalen. Een veelgebruikte methode is de discounted cashflow-methode (DCF), waarbij toekomstige kasstromen van het bedrijf worden geschat en teruggebracht naar de huidige waarde. Deze methode wordt ook vaak door de Belastingdienst gebruikt. Andere methoden zijn vergelijkbare transacties (comparable transactions) en vergelijkbare bedrijven (comparable companies), waarbij de waarde van het bedrijf wordt bepaald op basis van vergelijkbare bedrijven in de markt.

Standpunt belastingdienst inzake waardering aandelen

Een in Nederland gevestigde vennootschap (hierna: de werkgever) kent aan werknemers in het kader van hun dienstbetrekking ter beurze genoteerde aandelen om niet toe met een vervreemdingsverbod van 2 jaar. De werkgever is verplicht loonheffingen in te houden en af te dragen over de aandelen op het genietingsmoment.

Vraag inzake waardering van aandelen

Wat is de waarde van de aandelen voor toepassing van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB)?

Antwoord inzake waardering aandelen

Als de werknemer de aandelen gedurende een periode van 2 jaar rechtens en feitelijk niet kan vervreemden en het hem ook niet is toegestaan de gevolgen van het vervreemdingsverbod geheel of gedeeltelijk te ontlopen (bijvoorbeeld met behulp van optiecontracten), kan de werkgever op grond van een bewijsregel een afwaardering van 10% op de beurskoers hanteren.

Beschouwing inzake waardering aandelen voor werknemer

De werkgever moet de aandelen in aanmerking nemen naar de waarde die daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend (artikel 13 wet loonbelasting) . Dit is de waarde van de aandelen op de beurs op het genietingsmoment. Een ter beurze genoteerd aandeel waarbij de werkgever met de werknemer een vervreemdingsverbod is overeengekomen is per saldo echter minder waard dan hetzelfde aandeel zonder vervreemdingsverbod. Het op overtuigende wijze aannemelijk maken van de precieze omvang van de waardering van het vervreemdingsverbod (c.q. de afwaardering) is erg ingewikkeld, zie hiertoe een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam op 29 maart 2012 (ECLI:NL:GHAMS:2012:BW1517). De werkgever kan in plaats daarvan gebruikmaken van onderstaande bewijsregel.

Bewijsregel inzake werknemersparticipatie

Een inhoudingsplichtige kan onder de hierna vermelde voorwaarden uitgaan van een afwaardering volgens het volgende schema (zie ook notitie staatssecretaris p 174 en uitspraak Gerechtshof Amsterdam (hierboven).

  • 1 volledig jaar marginaal 5,5% cumulatief 5,5%
  • 2 volledige jaren marginaal 4,5% cumulatief 10,0%
  • 3 volledige jaren marginaal 3,5% cumulatief  13,5%
  • 4 volledige jaren marginaal 2,5% cumulatief 16,0%
  • 5 volledige jaren marginaal 2,5% cumulatief 18,5%
Voorwaarden voor bovenstaande kortingsregeling op aandelen werknemer
  • In bepaalde gevallen geldt niet voor alle aandelen een vervreemdingsverbod. Dit is bijvoorbeeld het geval als een werknemer om niet aandelen verkrijgt, waarbij hij de mogelijkheid heeft een gedeelte van zijn aandelen direct na toekenning te vervreemden.
  • Doel hiervan is om met de opbrengst daarvan de belasting en premies te betalen over alle verkregen aandelen (‘sell-to-cover’). Uiteraard is de hiervoor vermelde afwaardering niet van toepassing op die aandelen waarvoor geen vervreemdingsverbod geldt.
  • Als sprake is van een vervreemdingsverbod van langer dan 5 jaren en tevens aan de hiervoor vermelde voorwaarden wordt voldaan, kan een inhoudingsplichtige kiezen tussen een cumulatieve afwaardering van 18,5% of een rekenkundige onderbouwing van een eventueel hoger percentage.
  • De inhoudingsplichtige kan de bewijsregel ook toepassen bij de waardering van beursgenoteerde aandelen met een vervreemdingsverbod verkregen door uitoefening van een aandelenoptierecht als de werknemer kiest voor toepassing van artikel 10a, twaalfde lid, Wet LB.
  • Als een inhoudingsplichtige en/of werknemer van mening is dat de bewijsregel niet voldoet, is het aan hem om een afwijkende afwaardering aannemelijk te maken.

Noot fiscaal jurist inzake waardering aandelen bij werknemersparticipatie

Bovenstaand standpunt van de Belastingdienst ziet op een participatie in een beursgenoteerde onderneming. Het voordeel van een dergelijke participatie is dat de waardering vaststaat. Het is glas helder dat aandelen waaraan een vervreemdingsverbod kleeft minder waard zijn dan dezelfde aandelen zonder vervreemdingsverbod. Het bovenstaande standpunt vindt haar oorsprong in een uitspraak van het Gerechtshof. De bewijslast voor een lagere waardering zal altijd bij de werkgever liggen. De inspecteur wilde in deze casus slecht een korting van 2,5% op de waarde toepassen, dit echter zonder een echte motivering.

Een dergelijke korting zou ook kunnen worden toepast bij niet beursgenoteerde bedrijven, de beperkingen zijn immers aan elkaar gelijk. Het opstellen van een juiste waardering is werk voor specialisten (register valuators / accountants). Afstemmen met de belastingdienst is - gezien de mogelijke risico's - te overwegen. Steeds vaker wordt op grond van een gedegen rapport (met fiscale glij clausules) een werknemersparticipatie vorm gegeven.

Dat de aandelen minder waard zijn komt doordat (a) de werknemer kan gedurende de lock up periode niet verkopen (b) de werknemer moet vermogen in de werkgever aanhouden (c) tussentijds winst nemen of verlies beperken is niet mogelijk.

Box 3 en werknemersparticipatie

Als een werknemer een belang heeft dat kleiner is dan 5% zullen deze veelal in box 3 worden opgenomen. Het lijkt ons logisch dat voor deze waardering ook wordt uitgegaan van de lagere waardering, de aandelen zijn immers niet vrij verhandelbaar.

Box 1 en werknemersparticipatie (en lucratief belang)

Als de aandelen mede dienen als beloning van werkzaamheden, kunnen de aandelen echter ook kwalificeren als een zogenoemd lucratief belang. Belastingheffing vindt dan niet plaats in box 3, maar in box 1 waardoor de dividenden en waardestijgingen van de aandelen worden belast tegen een tarief van maximaal 49,5%.

Met een lucratief belang wordt bedoeld een belang in een vennootschap dat de mogelijkheid biedt om met een beperkte investering een rendement te behalen dat in geen verhouding staat tot het geïnvesteerde kapitaal en het te lopen risico.

Wat aandelen betreft is zo’n belang volgens de Wet IB 2001 in de eerste plaats aanwezig als het gaat om achtergestelde soortaandelen die in totaal als soort minder dan 10 procent uitmaken van het totale geplaatste kapitaal van de vennootschap (het zogenoemde 10%-criterium).

In dat geval ontstaat voor die achtergestelde soortaandelen een hefboomeffect op dat kapitaal van meer dan 1 op 10.

Verder is een lucratief belang (onder meer) ook aanwezig als het gaat om vermogensrechten die economisch overeenkomen of vergelijkbaar zijn met de hiervoor bedoelde achtergestelde soortaandelen.  Toetsing vindt plaats bij een direct of indirect belang.

In dat geval wordt niet getoetst aan het totale geplaatste kapitaal maar aan het totale gestorte kapitaal van de vennootschap, dat wil zeggen het kapitaal inclusief agio en informeel kapitaal.

Als sprake is van een indirect gehouden lucratief belang (dat wil zeggen via een -personal- holding), kan ervoor worden geopteerd om 95% van de voordelen uit lucratief belang door te stoten als dividend in box 2. Het tarief in de inkomstenbelasting is in dat geval 26,9% (2023).

De aanwezigheid van een lucratief belang wordt dynamisch getoetst. Dus bij een wijziging van de kapitalisatie van de vennootschap kan een aandelenbelang dat eerder niet als een lucratief belang kwalificeerde wel als zodanig worden gekwalificeerd. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij een (grote) agiostorting of lening door een van de aandeelhouders.

Vragen over werknemersparticipatie

Wilt u een werknemersparticipatie opzetten dan zijn de civiele en fiscale kanten cruciaal, ook moet de gekozen structuur (CV, cooperatie, aandelen in BV) de juiste zijn. Wij adviseren vele werkgevers, accountants, advocaten en notarissen bij dergelijke trajecten. Zijn er vragen of wilt u een offerte ontvangen, mail ons gerust of bel met één van onze fiscaal juristen.

Deel deze pagina

Laatste update op 30-10-2024
Artikel gemaakt op 03-07-2023
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Fiscale tips Werknemer Waardering bij werknemersparticipatie

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap