Renteloos lenen fiscale truc
Vanaf 2010 is renteloos lenen binnen familieverhoudingen niet meer mogelijk, de rente moet minimaal 6% bedragen. Tot 2010 was het renteloos lenen aan uw zoon of dochter mogelijk, mits ze maar in staat zouden zijn om dit bedrag binnen enkele maanden aan u terug te betalen. De Belastingdienst maakte er eigenlijk nooit een probleem van en notarissen en fiscalisten adviseerden het aan de lopende band.
Vanaf 2010 moet over een lening die binnen één jaar opeisbaar is, tenminste
6% rente worden berekend. Als u een lagere rente afspreekt, wordt over
het verschil schenkbelasting geheven. De regeling is niet van toepassing
als u geld leent van een B.V. (rechtspersoon) of investeringsclub (mensen
die vanuit hun beroep geld uitlenen).
De schenkbelasting bedraagt:
- kinderen 10% (maximaal 20%);
- kleinkinderen 18% (maximaal 36%);
- anderen 30% (maximaal 40%).
Tip: u schenkt eenmalig een bedrag aan uw kind en uw kind leent u dit bedrag terug tegen een rente van 6%. Hiermee draagt u extra vermogen over naar uw kinderen.
Aandachtspunt
Volgens artikel 7:177 Burgerlijk Wetboek vervalt een niet notariële schulderkenning uit vrijgevigheid bij overlijden van de schenker (vaak de ouders) indien er nog geen aflossing heeft plaatsgevonden. Dit zal wellicht niet gelden voor een daadwerkelijke schenking en het teruglenen van een (net iets lager) bedrag. Het is wel verstandig dat de schenker eens per jaar een klein bedrag aflost op de schuld.