Toch versoepeling artikel 10 Successiewet
Veel mensen hebben in het verleden gebruik gemaakt van de mogelijkheid
om de ouderlijke woning aan de kinderen over te dragen, waarbij de ouders
zich een zakelijk recht van gebruik en bewoning voorbehielden, terwijl
de kinderen het blote eigendom kregen.
Na de invoering van de wet IB 2001 was de grap er al een beetje af, omdat
de kinderen ineens belasting moesten betalen in box 3. Het eigenlijke doel
van de oefening, namelijk het besparen van erfbelasting, was nog mogelijk.
Bij overlijden van de ouders, de bewoners van de woning, was de waardeaangroei
van het blote eigendom naar vol eigendom grotendeels onbelast. Dat alles
was gebaseerd op een oud besluit uit 1964. Voor de liefhebbers: de resolutie
van 30 november 1964, BNB 1965/96.
Per 1 januari 2010 hebben we echter een vernieuwde Successiewet, die deze
resolutie en daarmee de fiscale grap ineens met terugwerkende kracht van
tafel veegde. Dat betekende dat er alsnog successierecht moet worden betaald
over de waardestijgingen van de woning vanaf het moment van de overdracht
aan de kinderen, veelal in een ver verleden. Dat kan dus maar zo een waardestijging
over enkele decennia betekenen. Repareren was lastig en kost geld. In de
Tweede Kamer zijn naar aanleiding van een wetenschappelijk artikel van
prof. dr. Bernard Schols (“De levensgenieter krijgt levenslang, oftewel
eens genoten blijft genoten”) vragen gesteld.
De Staatssecretaris zag in dat een dergelijke onverwachte afrekening toch
voor veel mensen een groot probleem zou worden en eigenlijk ook dat een
overgangsbepaling wenselijk is. Men heeft immers sinds 1964 vertrouwen
ontleend aan een toezegging.
Op 18 oktober jl. heeft staatssecretaris Frans Weekers de gestelde vragen
beantwoord en daar enkele toezeggingen gedaan. De
vragen en antwoorden kunt u hier nalezen.
- Er komt alsnog overgangsrecht voor situaties van vóór 1 januari 2010.
- Bij overlijden mogen de erfgenamen uitgaan van de lage waarde ten tijde
van de overdracht van de woning (in het verleden).
- De waardestijging van de woning tussen 1 januari 2010 en het overlijden
wordt wel belast met erfbelasting.
- Dit geldt ook voor situaties die inmiddels zijn omgezet in huur.
- Een en ander zal worden vastgelegd in een nog uit te vaardigen besluit.
- De kosten worden gedekt door eenmalig de indexatie van de vrijstellingen
en de eerste tariefschijf achterwege te laten.
Daarnaast zal het besluit van 6 januari 2011 betreffende de zakelijkheid
van de huur in familieverhoudingen worden versoepeld, waardoor de te hanteren
huurwaarde ter grootte van 6% van de WOZ-waarde wordt genuanceerd.