Aanpassen huwelijkse voorwaarden vlak voor overlijden
Het aangaan van huwelijkse voorwaarden bij of tijdens het huwelijk leidt niet tot een (belaste) schenking, aldus de Hoge Raad. Dit is ook niet anders als de partners voor ongelijke delen worden gerechtigd tot de goederen van de huwelijksgemeenschap. In uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld als het aangaan van huwelijkse voorwaarden als fraus legis / wetsontduiking wordt aangemerkt, kan dit anders zijn. In deze procedure in februari 2024 worden de voorwaarden toegelicht. Er is sprake van fraus legis indien:
- Het ontgaan van erfbelasting het doorslaggevende motief is geweest, en
- het in strijd komt met doel en strekking van de successiewet (dit kan spelen als overlijden een zekerheid is)
Kan erfbelasting worden voorkomen door vlak voor het overlijden huwelijkse voorwaarden op te stellen? Volgens de rechtbank wel, volgens het Gerechtshof niet, volgens de AG niet en volgens de Hoge Raad (weer) wel. Een toelichting op een uitspraak die duidelijk aangeeft wanneer advisering in strijd is met "doel en strekking van wetgeving" en wanneer er gewoon een wettelijke route wordt gevolgd die dan fiscaal gunstige gevolgens heeft. Deze uitspraak geeft veel praktische mogelijkheden om via een wijziging van de huwelijkse voorwaarden erfbelasting te voorkomen of te beperken. Het is wel van belang dat de feiten goed worden gewogen de uitspraak tot in detail wordt doorgenomen. Foute advisering ligt op de loer, maar de opties zijn legio !
Hoge Raad accepteert estate planning via aanpassing huwelijkse voorwaarden
De Hoge Raad heeft geoordeeld in een zaak waarbij de inspecteur een aanslag erfbelasting had opgelegd na het overlijden van A, die kort na het aangaan van huwelijkse voorwaarden met X overleed.
- X en A, die 33 jaar een affectieve relatie hadden,
- Ze trouwden in 2015 in gemeenschap van goederen.\
- In 2017 gingen zij huwelijkse voorwaarden aan die bepaalden dat bij overlijden A recht had op 10% en X op 90% van zowel de schulden als de goederen van de gemeenschap.
- A was op dat moment ernstig ziek en overleed kort daarna.
- De inspecteur legde een aanslag op gebaseerd op een 50%-50% verdeling,
- X betwistte dit door te stellen dat de wijziging in de huwelijksgemeenschap niet als een schenking gezien moest worden.
De rechtbank Noord-Holland vernietigde de aanslag, terwijl het Hof Amsterdam het beroep van de inspecteur op fraus legis (misbruik van recht) aanvaardde. Echter, de Hoge Raad verwierp deze redenering en stelde dat slechts in uitzonderlijke gevallen sprake kan zijn van fraus legis bij het aangaan van huwelijkse voorwaarden, en dat dit hier niet het geval was. Het hof had ten onrechte geconcludeerd dat de huwelijkse voorwaarden frauduleus waren op basis van de ongelijke levens- en sterftekansen op het moment van het aangaan ervan.
Volgens de Hoge Raad moet voor het aannemen van een verkrijging krachtens erfrecht door het aangaan van huwelijkse voorwaarden, het ontgaan van erfbelasting het doorslaggevende motief zijn. Dit is in strijd met de doel en strekking van art. 1 lid 1 onderdeel 1 SW 1956 als de vermogensverschuiving als gevolg van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden en het daaropvolgende overlijden niet wordt aangemerkt als een verkrijging krachtens erfrecht. De Hoge Raad heeft ook het incidentele cassatieberoep van de staatssecretaris verworpen, waarbij geconcludeerd werd dat art. 11 lid 4 SW 1956 niet van toepassing was, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank die de aanslag erfbelasting had vernietigd.
Opinie fiscaal jurist inzake estate planning via huwelijkse voorwaarde
In onze praktijk worden vele estate planningsadviezen ingestoken op anonimisering, familiefonds, aanpassing testament en het aanpassen of opstellen van huwelijkse voorwaarden. Wij keken dus al lang uit naar dit arrest. Het gaat in deze zaak om een belaste verkrijging van 1.200.000 euro, zijnde 50% van de huwelijksgemeenschap (na aftrek partnervrijstelling van 600.000 euro). Hierin was de vrouw (belanghebbende) - na wijziging van de huwelijkse voorwaarden - voor 10% was gerechtigd. De vrouw verdedigt dat sprake is van een belaste verkrijging van 360.000 euro, zijnde 10% van de totale waarde van de huwelijks gemeenschap van 3.600.000 euro, deze zou wegvallen in de partnervrijstelling. De inspecteur stelt het volgende:
- De wijziging van de breukdelen van erflater van 50% naar 10% is een schenking ten gunste van de vrouw. Deze schenking is binnen 180 dagen voor het overlijden vormgegeven (dus heffing op grond van artikel 12 SW)
- Er is sprake van een verblijvingsbeding in de huwelijkse voorwaarden, zodat sprake is van een fictieve erfrechtelijke verkrijging (dus heffing op grond van artikel 11 lid 4 of lid 2 SW)
- Als dit allemaal niet mogelijk is dan is sprake van fraus legis.
Volgens vaste jurisprudentie (wel beetje oud, Hoge Raad d.d. 28 januari 1959 ECLI:NL:HR:1959:AY1786) en Hoge Raad d.d. 17 maart 1971 (ECLI:NL:HR:1971:AX5018) is het aangaan van een gemeenschap van goederen geen schenking. In deze procedure ligt de zaak anders, er bestond immers een gemeenschap van goederen en er worden huwelijkse voorwaarden opgesteld (vlak voor overlijden). Zowel de Advocaat Generaal (advies Hoge Raad) als de Hoge Raad zijn van mening dat er geen sprake is van een schenking. De route via het verblijvensbeding is ook uitgesloten, immers de vrouw kon op elk moment een verzoek tot echtscheiding indienen.
Van Fraus Legis is ook geen sprake aldus de Hoge Raad (de AG dacht hier nog wel anders over omdat beide partijen gelijke sterftekansen hadden en de wijziging is opgesteld om erfbelasting te voorkomen). De mening van de AG was wel erg kort door de bocht, is namelijk gebasseerd op de kennis achteraf. De man was ernstig ziek maar nog niet uitbehandeld. Welke periode is dan van belang? Overlijden binnen 6 weken? 6 maanden? 12 maanden? Of wordt dan 180 dagen de norm? Het hebben van gelijke levens- en sterftekansen is geen wettelijk argument. Wat ook niet wordt meegenomen is dat de vrouw - bijvoorbeeld door een ongeval - eerder had kunnen komen te overlijden.
Van strijdigheid met doel en strekking van de wet lijkt ook geen sprake, de wetgever heeft immers voldoende opties om dit soort zaken eenvoudig in de wet te dichten en heeft dit nagalaten.
Bron inzake estate planning via aanpassing huwelijkse voorwaarden
Hoge Raad d.d. 16 februari 2024 ECLI:NL:HR:2024:239
Gerechtshof Amsterdam 1 januari 2022 ECLI:NL:GHAMS:2022:96
Rechtbank Noord Holland 20 november 2022 ECLI:NL:RBNHO:2020:9677