Familiebank en rentepercentage
Schulden die worden aangegaan om een eigen woning te verwerven, onderhouden of verbeteren worden ook wel eigenwoningschulden genoemd. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden die de wet stelt, kan de rente betaald op deze schulden (deels) worden afgetrokken. Dit staat bekend als de hypotheekrenteaftrek. De meeste eigenwoningschulden worden aangegaan bij een bank of verzekeraar. Het komt echter ook voor dat ouders (of andere familieleden) een lening verstrekken. In de volksmond wordt dan wel gesproken van een familiebank. De rente betaald op familiebankleningen wordt door de Belastingdienst soms ter discussie gesteld. Kan deze rente in aftrek worden gebracht? Het interne beleid van de Belastingdienst hieromtrent is kortgeleden gepubliceerd. In dit artikel beschrijven wij de wijze waarop de Belastingdienst beoordeelt of de rente voor aftrek in aanmerking komt.
Nieuws familie lening 2024
Het kabinet is niet voornemende om hypotheekrenteaftrek te beperken in geval van familiehypotheken of een familiebank. Dit wordt geantwoord door staatssecretaris Van Rij van Financiën op vragen van het Tweede Kamerlid Van der Lee (GroenLinks-PvdA). Kern van de vraag is eigenlijk... via kasrondje (schenking en hypotheekrenteaftrek) wordt een belastingvoordeel gecreëerd, is dit een onwenselijke fiscale constructie? De staatssecretaris is er vlot klaar mee, via een lening bij een bancaire instelling kan ook de rente aan de kinderen worden geschonken, derhalve geen constructie.
Nieuws familielening 2022
Vanaf 2025 zal het box 3 stelsel veranderen. De lening van ouders aan kinderen zal hoogst waarschijnlijk worden ondergebracht in de rest categorie (overige bezittingen). Hiervoor geldt een forfaitair rendement van (ongeveer) 5,5%. Als aan kinderen een lening wordt verstrekt tegen een tarief van 3% dan wordt de heffing rond de 50% (5,5%/3% x 31%). Overwogen kan worden om de rente te verhogen (wel opletten wat is toegestaan) of de lening onder te brengen in een BV.
Verstrekken gegevens aan de Belastingdienst
U moet de gegevens aangaande de familiebank lening of lening van de ouders aan de Belastingdienst verstrekken bij het indienen van de aangifte Inkomstenbelasting (artikel 17b lid 1 uitvoeringsregeling IB) . Doet u dit niet (of niet tijdig) dan is de rente niet aftrekbaar. Zie hiertoe een arrest van de Hoge Raad d.d. 19 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:730) . De Hoge Raad oordeelt dat het vanaf 2016 in de aangifte vermelden van de leninggegevens voorwaarde is om de lening tot de eigenwoningschuld te rekenen. Door dit niet te doen, kan de door de vader verstrekte lening in 2016 niet tot de eigenwoningschuld worden gerekend en is de door de dochter betaalde rente niet aftrekbaar.
Wat bepaalt of de rente kan worden afgetrokken?
De hoofdvraag – en het meest voorkomende discussiepunt – is of de verschuldigde rente een reële vergoeding is voor het ter beschikking gestelde geld. De term reële moet daarbij worden opgevat als de rente die onder vergelijkbare omstandigheden met een onafhankelijke derde zou zijn overeengekomen. De eenvoudigste wijze om hier in de praktijk naar te kijken, is door middel van het opvragen van enkele offerten bij banken / verzekeraars. Centraal staat derhalve de rente die op de familiebanklening is overeengekomen. Wij beschrijven hierna de toetsing die de Belastingdienst verricht en houden daarbij de volgorde van de Belastingdienst aan.
Is de familiebanklening een geldlening?
Dit lijkt een overbodige vraag, maar is het niet. Binnen het belastingrecht wordt namelijk niet altijd de papieren werkelijkheid gevolgd. Oftewel: wat u op papier zet is belangrijk, doch bepalend is veelal wat er in de praktijk gebeurt. Daarom moet eerst worden gekeken of er sprake is van een geldlening, want alleen een geldlening kan een eigenwoningschuld zijn. Het beslissende element bij een geldlening is de terugbetalingsverplichting. Mocht deze ontbreken, dan is van een geldlening geen sprake.
Het belastingrecht kent een aantal uitzonderingen. Dit zijn situaties waarin sprake is van een terugbetalingsverplichting, maar niet van een geldlening. Deze uitzonderingen gelden alleen in het belastingrecht. Het is altijd aan de inspecteur om dit aannemelijk te maken. De vraag die de inspecteur dan moet beantwoorden, is of de fiscale gevolgen van de vermeende geldlening onaanvaardbaar zijn door het economische resultaat ervan en gelet op de strekking van de wet. Deze drempel is in de praktijk hoog. Wij zien vooral dat de stelling weleens wordt ingenomen dat sprake is van een leen- / schenkconstructie. Wij benadrukken dat het aan de Belastingdienst is om dit aannemelijk te maken.
Het kan zijn dat reeds uit bovenstaande toetsing volgt dat geen sprake is van een geldlening. Dan is hypotheekrenteaftrek op de familiebanklening ook niet mogelijk. Indien dit zich voordoet, eindigt reeds hier de toetsing. Is dat niet zo? Dan moet beoordeeld worden of de rente voor aftrek in aanmerking kan komen.
Is de rente op de familiebanklening aftrekbaar?
Er kan alleen sprake zijn van hypotheekrenteaftrek als de familiebanklening een eigenwoningschuld is. Dat betekent dat de lening is aangegaan in het kader van de eigen woning. Het moet dan steeds duidelijk zijn dat de schuld is aangegaan ter verwerving, onderhoud of verbetering van de woning. Het is raadzaam om dit op te nemen in de leningsovereenkomst die de familiebank met de schuldenaar afsluit.
De hypotheekrenteaftrek wordt in geval van een familiebank op dezelfde wijze beperkt als bij een lening bij een bank / verzekeraar. Houdt dus rekening met:
- De eigenwoningreserve die een plafond stelt aan de maximale leensom waarover hypotheekrenteaftrek kan worden geclaimd;
- De eis dat de lening ten minste annuïtair wordt afgelost;
- De eis dat de lening in maximaal 360 maanden wordt afgelost.
Wij merken hier op dat op bovenstaande, als gevolg van overgangsrecht, diverse uitzonderingen kunnen bestaan die wij hier niet nader behandelen. In verband met de aflossingsverplichtingen adviseren wij een aflosschema op te nemen bij de leningsovereenkomst.
Na bestudering van bovenstaande moet duidelijk zijn of de rente voor aftrek in aanmerking komt. Als dat niet het geval is, dan behoeft verdere toetsing niet plaats te vinden. Echter, mocht de rente wel voor aftrek in aanmerking komen, dan wil dat nog niet zeggen dat alle rente voor aftrek in aanmerking komt.
Welke rente op de familiebanklening kan in aftrek komen?
Juridisch gezien is rente de vergoeding die de schuldenaar betaalt voor het lenen van geld. Bij een bank / verzekeraar zal hierover in de praktijk weinig discussie bestaan. Bij familie kan dat anders zijn. Het kan aantrekkelijk zijn om bepaalde betalingen – die eigenlijk niet als rente zijn bedoeld – onder de noemer rente te betalen. Dan zou immers hypotheekrenteaftrek genoten kunnen worden. De Belastingdienst bestrijdt dit soort opzetjes actief.
De Belastingdienst heeft het over het beoordelen of een deel van de rente ziet op andere rechten en verplichtingen. Indien dat het geval is, dan moet splitsing plaatsvinden. De rente die ziet op de eigen woning kan dan in aftrek komen, de rest niet. De Belastingdienst gaat niet over tot splitsing indien de renteopslag wegens andere rechten / verplichtingen 0,2% of minder bedraagt. De Belastingdienst komt zelf met het volgende – door ons verkorte – voorbeeld.
VOORBEELD
Een vader leent aan een zoon. De zoon mag de lening te allen tijde boetevrij aflossen. Daarom wordt een hoger rentepercentage afgesproken. Het recht om te allen tijde boetevrij af te lossen is niet gebruikelijk. Dat is een extra recht en daarvoor wordt extra betaald. Dat, terwijl niet zeker is of er gebruik van deze mogelijkheid wordt gemaakt. De renteopslag wegens dit recht staat te ver verwijderd van de eigenwoningschuld om voor hypotheekrenteaftrek in aanmerking te komen, tenzij de opslag 0,2% of lager is.
Is de rente op de familiebanklening reëel?
De laatste vraag is wellicht de meest complexe. Wat te doen als alle rente op de eigenwoningschuld ziet, maar de rente niet reëel is? Dit doet zich bijvoorbeeld voor als de rente hoger is dan de geldende marktrente. Ook dit doet zich bij banken / verzekeraars niet voor. Daar is het immers zo dat de geldlening onder objectieve omstandigheden tot stand komt. Bij familie is dat minder vaak het geval. Daar spelen vaak allerlei privémotieven mee. Denk bijvoorbeeld aan de ouders die het niet nodig vinden om een hypothecaire zekerheid te vestigen. Indien dan wordt afgeweken van wat bij een objectieve geldverstrekking zou gebeuren, dan kijkt de Belastingdienst kritisch mee.
De eerste stap is het bepalen van het rentepercentage dat een bank / verzekeraar zou rekenen voor dezelfde geldlening. Dat is vaak lastig. Indien partijen bijvoorbeeld geen zekerheid vestigen, dan zal een vergelijkbare geldlening hoogstwaarschijnlijk onvindbaar zijn. Daar is het rentepercentage van deze onafhankelijke partij niet direct doorslaggevend. De tweede stap is namelijk om het verschil in rentepercentage naast de familiebanklening te houden. Beoordeeld moet dan worden of de afwijkingen reëel zijn. De Belastingdienst geeft aan met name naar twee aspecten te kijken:
- Gestelde zekerheden (zoals een hypotheekrecht);
- Het risicoprofiel van de geldlener.
ZEKERHEDEN
Geen zekerheden betekent een hogere rente. Dat is de hoofdregel en dit komt in de praktijk regelmatig voor. Hierbij merken wij op dat het afzien van zekerheden iets is dat niet zonder overleg met een adviseur zou moeten gebeuren. Het gaat immers niet alleen om het rentepercentage, maar ook om een mogelijkheid om het geleende geld terug te krijgen. Ga bij zekerheden dus niet over één nacht ijs. De Belastingdienst geeft zelf nog aan dat, als de kans op terugbetaling voldoende zeker is, het niet vestigen van een zekerheidsrecht weinig aanleiding is om de rente te verhogen.
RISICOPROFIEL
Hoe groter de kans dat geld niet terugkomt, hoe hoger de rente. Dat is ook hoe onafhankelijke geldverstrekkers handelen. Hierbij is het van belang alle feiten en omstandigheden mee te wegen. Het (laten) opstellen van een inkomensoverzicht om de aflossingscapaciteit te beoordelen is in dit verband raadzaam.
Tot slot stap drie. Hierbij wordt het verschil tussen het reële rentepercentage en het overeengekomen rentepercentage uitgewerkt. Indien de overeengekomen rente te hoog is, komt dat deel van de rente niet in aftrek. Dat is niet het enige risico dat wordt gelopen. De situatie kan zich ook voordoen dat de Belastingdienst het standpunt inneemt dat het bovenmatige deel van de rente als schenking kwalificeert.
Wat speelt verder bij een familiebanklening?
Uit de handreiking van de Belastingdienst blijkt dat er een aantal zaken regelmatig terugkomen. Wij noemen hieronder een aantal punten op. Een link naar het volledige document treft u onderaan dit artikel:
- Kunnen de afsluitkosten van familiebankleningen worden afgetrokken?
Dat kan alleen als de kosten op de schuldenaar drukken en rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het afsluiten van de lening.
- Drukt de rente op de schuldenaar als de ouders de rente schenken?
Wij merken op – en doen dat in de praktijk ook – dat u hier goed mee op moet letten en u altijd moet laten adviseren door een deskundige. De Belastingdienst stelt hierover het volgende. Renteaftrek is mogelijk als de renteschuld wordt voldaan uit een schenking. Direct daarna wordt verwezen naar een bekende uitspraak waarin de belastingplichtige de rente niet kon aftrekken, omdat formeel bezien sprake is van een renteloze lening. Uit de akte volgde dat schuldeiser en schuldenaar gelijktijdig en in samenhang waren overeengekomen dat de rente in werkelijkheid niet door de schuldenaar gedragen werd, als gevolg van de schenkingen. Ook kan renteaftrek niet worden geclaimd, als eigenlijk sprake is van een kwijtschelding.
- Wat te doen met boeterente bij wijziging van het rentepercentage?
Boeterente die wordt voldaan aan een bank / verzekeraar is aftrekbaar. Hoe zit dat bij een familiebanklening? De Belastingdienst geeft aan dat alleen reële boeterente aftrekbaar is. Dat betekent dat het nieuwe rentepercentage reëel moet zijn. U kunt ervan uitgaan dat de Belastingdienst hierbij kritisch meekijkt, dus laat u hierover goed adviseren.
Lening DGA en eigen woning
Het komt veel voor dat een DGA van de eigen bv geld leent voor een eigen woning. Bovenstaande regels zijn op deze situatie ook van toepassing. Uiteraard zijn er enkele nuanceverschillen, maar op hoofdlijnen en qua spelregels kunt u bovenstaande aanhouden.
Familiebank en advisering
Een familiebank kan een ideale optie zijn om ‘stilstaand’ vermogen toch te gebruiken. Zoals uit bovenstaande al blijkt, zijn er diverse mogelijkheden om familieleden fiscaal vriendelijk te helpen een eigen woning aan te schaffen. Het is goed om u daarbij te laten adviseren en bijstaan door een deskundige. Neem daarvoor gerust eens contact met ons op; het eerste gesprek is altijd vrijblijvend.
Het door de Belastingdienst openbaar gemaakte beleid over de familiebank van april 2021 treft u hier.