Eigenwoningregeling bij opname echtgenoot in verpleeginrichting
Wanneer één van de echtgenoten permanent wordt opgenomen in een AWBZ-instelling en de ander blijft in de eigen woning achter, dan hebben ze niet hetzelfde hoofdverblijf. Onder voorwaarden blijven de partnerregeling en de eigenwoningregeling van kracht. Dit is gunstig in verband met de renteaftrek van de hypotheek.
Voor de toepassing van de partnerregeling waarbij beide echtgenoten fiscaal inkomensbestanddelen mogen toerekenen aan elkaar, dient er sprake te zijn van een niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot. Hieraan wordt niet voldaan als ze beiden, op permanente basis, een ander hoofdverblijf hebben. De Staatssecretaris heeft echter in een Besluit uit 2000 goedgekeurd dat de verpleging van één van de echtgenoten elders niet automatisch betekent dat de echtelieden fiscaal duurzaam gescheiden leven. Wanneer de echtgenoten daarvoor kiezen, en feiten en omstandigheden zich daar niet tegen verzetten, mogen ze fiscaal elkaars partner blijven.
Nieuw besluit
Als hoofdregel geldt dat een woning fiscaal nog als eigen woning wordt aangemerkt tot ten langste twee jaar na opname van de echtgenoot in een AWBZ-instelling. Bij permanente opname (langer dan twee jaar) kan de echtgenoot de woning dus niet meer aanmerken als eigen woning. De Staatssecretaris heeft nu in een nieuw Besluit goedgekeurd dat de woning fiscaal toch als eigen woning mag worden aangemerkt.
Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden:
-
De echtgenoten zijn / blijven fiscaal elkaars partners.
-
De echtgenoot die niet wordt opgenomen in de verpleeginrichting blijft de woning als hoofdverblijf gebruiken.
-
Beide echtgenoten merken bij aangifte deze woning als hoofdverblijf aan.
Box 1
De woning wordt in dat geval aangemerkt als een box 1-woning waarvoor het eigenwoningforfait geldt en waarvan de (hypotheek)rente aftrekbaar blijft. Omdat inkomsten uit de eigen woning een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel zijn, kunnen de echtgenoten dit inkomen vrij aan elkaar toerekenen. Ook aan de echtgenoot die is opgenomen. Dit kan voordelig zijn als deze echtgenoot het hoogste inkomen in box 1 heeft. In het goedgekeurde Besluit van de Staatssecretaris wordt alleen gesproken van 'echtgenoten'. Het is niet duidelijk of de goedkeuring ook geldt voor ongehuwd samenwonende partners. Op grond van het gelijkheidsbeginsel of de discriminatiebepalingen in verdragen zou dit echter - naar ik aanneem - wel mogelijk moeten zijn.