Maximaal één woning als hoofdverblijf
U kunt maar 1 woning als hoofdverblijf hebben. Hebt u een fiscale partner? En hebt u allebei een eigen woning? Dan moet u kiezen welke woning u gaat aanmerken als de fiscale eigenwoning die uw hoofdverblijf is. Van die woning kunt u de rente aftrekken en telt u het eigenwoningforfait op bij de inkomsten. De waarde en de eventuele schuld van de andere woning hoort in uw aangifte bij uw box 3 vermogen (sparen en beleggen). Deze kwestie kwam aan de orde in een procedure bij de rechtbank Gelderland d.d. 25 september 2024 (ECLI:NL:RBGEL:2024:6508). In dit artikel een beschouwing van deze procedure.
Hebt u een huisgenoot waarbij u samen eigenaar bent van de eigenwoning en u bent geen fiscaal partner? Dan mag u enkel de rente en kosten aftrekken van uw aandeel van de eigen woning. Voldoet u minder dan 50% dan is dit lagere bedrag aftrekbaar.
Procedure inzake fiscaal partner en twee eigen woningen
Henk heeft een latrelatie (living apart together) met Truus. Zij zijn een geregistreerd partnerschap aangegaan en worden daardoor aangemerkt als fiscale partner van elkaar (trouwen heeft hetzelfde effect). Henk woont in zijn eigen woning in Enschede en Truus woont in haar eigen woning in Glanerbrug (fictieve namen en plaatsen). Henk is het niet met de belastingdienst eens dat enkel zijn eigen woning in de eigenwoningregeling in box I kan worden opgenomen. De Rechtbank Gelderland kijkt er een goed naar en komt met een heldere beslissing. Er is geen sprake van schending van het Unierechtelijk gelijkheidsbeginsel, het recht op familie- en gezinsleven in de zin van artikel 8 EVRM, dan wel van artikel 1 van het Eerste Protocol. Al met al er zal een keuze moeten worden gemaakt, één woning wordt gezien als eigen woning en niet beide woningen.
Noot fiscaal jurist inzake fiscaal partnerschap en twee eigen woningen
In een eerdere procedure bij het Gerechtshof Amsterdam d.d. 9 maart 2023 (ECLI:NL:GHAMS:2023:723) kwam een dergelijke kwestie ook al aan de orde. Deze procedure is ook in cassatie nog behandeld door de Hoge Raad op 9 februari 2024 (ECLI:NL:HR:2024:197). Ook hier hadden een man en een vrouw een latrelatie en waren ze fiscaal partner. Ze hadden beide een eigen woning waarin zij wonen en ook zijn ingeschreven bij hun gemeente. De gezamenlijke aangifte inkomstenbelasting wordt ingediend met twee eigen woningen. De inspecteur en rechters corrigeerden de aangifte inkomstenbelasting, 1 woning in box 1 (eigen woning) en 1 woning in box 3. Vorenstaande onder de simpele verwijzing naar artikel 3.111 lid 8 Wet Inkomstenbelasting, hierin is bepaald dat bij een belastingplichtige en zijn fiscaal partner tezamen niet meer dan 1 hoofdverblijf in aanmerking kan worden genomen. Evenzo als echtgenoten zijn ook geregistreerde partners elkaars fiscale partner. Deze regeling is opgenomen in artikel 5a AWR . Voorwaarden zijn er verder niet, geregistreerd partnerschap (of huwelijk) zorgt voor fiscaal partnerschap, hiermee is er verder geen discussie meer mogelijk.
De partners kunnen gezamenlijk kiezen welke woning als hoofdverblijf moet worden aangegeven. Als de partner niet gelijktijdig aangifte doen zal de eerst ingediende aangifte het uitgangspunt vormen. De keuze mag elk jaar opnieuw worden gemaakt. Als er geen keuze wordt gemaakt is geen van de hoofdverblijven een eigen woning. Bij beëindiging van het geregistreerde partnerschap kan ieder weer zijn eigen woning als hoofdverblijf aanmerken.
In een kamerbrief uit 2020 wordt door de toenmalige minister nog een toelichting gegeven op deze fiscale wetgeving.
Bron twee eigen woningen en fiscaalpartnerschap
Rechtbank Gelderland d.d. 25 september 2024 (ECLI:NL:RBGEL:2024:6508).
Gerechtshof Amsterdam d.d. 9 maart 2023 (ECLI:NL:GHAMS:2023:723)
Hoge Raad op 9 februari 2024 (ECLI:NL:HR:2024:197).