Fiscaal partnerschap en eigen woning
De belastingdienst heeft via de kennisgroep standpunten bekend gemaakt inzake het fiscaal partnerschap (in combinatie met de eigen woning). Het betreft een drietal standpunten
- Het fiscaal partnerschap, wie is fiscaal partner (kennisgroep belastingdienst d.d. 3 mei 2024)
- Fiscaal partnerschap bij mede eigendom eigen woning (kennisgroep belastingdienst 3 mei 2024)
- Fiscaal partnerschap bij gezamenlijke eigen woning in aanbouw (kennisgroep belastingdienst 3 mei 2024)
Fiscaal Partnerschap en Eigen Woning
Het begrip 'fiscaal partnerschap' speelt een belangrijke rol bij de aangifte inkomstenbelasting, vooral bij de mogelijkheid om gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten naar eigen inzicht te verdelen. Dit kan voordelig zijn, zoals bij de aftrek van hypotheekrente waarbij deze post ten volle kan worden benut door de partner met het hoogste inkomen. Recentelijk heeft de Belastingdienst enkele standpunten gepubliceerd die meer duidelijkheid bieden over de voorwaarden en toepassing van fiscaal partnerschap bij eigen woningen.
Fiscaal Partnerschap bij aankoop eigen woning met familie leden
In mei 2024 werd een scenario besproken waarin ouders samen met hun twee zonen een gebouw kopen, bestaande uit drie wooneenheden, zonder kadastrale splitsing. Hoewel de familieleden onder één dak wonen, leidt dit niet automatisch tot fiscaal partnerschap tussen de zonen onderling, noch met de ouders. Doorslaggevend hier is de zelfstandigheid van de woonruimtes: iedere zoon bezit een aparte eenheid. Zelfstandige woonruimtes bepalen de afwezigheid van fiscaal partnerschap.
De ouders zijn elkaars fiscaal partner, op grond van artikel 1.2 lid 3 Wet IB 2001) kunnen ze geen fiscaal partner worden met hun zonen omdat - volgens de belastingdienst - het fiscale partnerschap van artikel 5a AWR voorgaat op het fiscale partnerschap van de wet IB 2001.
- Op grond van artikel 1.2, eerste lid, aanhef en onderdeel d, Wet IB 2001 wordt onder een partner mede verstaan degene die op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen en die samen met de belastingplichtige een woning heeft, die hun anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van eigendom, waaronder begrepen economische eigendom, of op grond van een recht van lidmaatschap van een coöperatie
In dit geval worden meerdere woonruimten gecreëerd, maar het gebouw wordt niet kadastraal gesplitst. Een gebouw kan uit meerdere woningen bestaan en een gedeelte van een gebouw kan een woning zijn. Het is hierbij wel van belang dat de woning een eigen toegang heeft en alle wezenlijke voorzieningen bevat (artikel 7:234 BW). Het feitelijk gebruik van de woning is hierbij iets minder van belang (zie uitspraak Gerechtshof Den Haag d.d. 15 januari 2023). Omdat de zonen eigenaar zijn van twee zelfstandige woonruimten kan geen sprake zijn van fiscaal partnerschap (niet dezelfde woning). Als sprake is van 1 zelfstandige woonruimte voor beide zonen zou het voor het fiscaal partnerschap wel goed gaan, dit omdat beide zonen ieder 25% eigendom hebben van deze woning en de woning voor hen het hoofdverblijf is.
Fiscaal partnerschap bij Gezamenlijke aankoop van nog te bouwen woning
Een ander interessant geval betreft twee ongehuwde personen die samen een huis kopen dat nog gebouwd moet worden. Hier stelt de Belastingdienst dat er geen sprake is van fiscaal partnerschap tot het huis daadwerkelijk als hoofdverblijf kan dienen. Een huis in aanbouw voldoet dus niet aan de voorwaarde van een "permanent hoofdverblijf" die nodig is voor het aannemen van fiscaal partnerschap.
Het moment waarop de woning bewoonbaar en beschikbaar is, is essentieel voor het ontstaan van fiscaal partnerschap. Een nog te bouwen woning voldoet niet aan de eis van "anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staan." (zie ook, dit artikel)
Eigen Woning en fiscaal partnerschap
De fiscus verduidelijkt ook dat voor de toepassing van fiscaal partnerschap de woning niet per se gedefinieerd moet worden als 'eigen woning' zoals normaal gesproken onder de eigenwoningregeling wordt verstaan. Zolang de woning gezamenlijk eigendom is en permanent ter beschikking staat als hoofdverblijf, kan fiscaal partnerschap worden aangenomen.
Voor fiscaal partnerschap is de brede interpretatie van 'woning' van toepassing, niet strikt de 'eigen woning' zoals gedefinieerd voor andere fiscale doeleinden. Gemeenschappelijk eigendom en permanente beschikbaarheid als hoofdverblijf zijn kerncriteria.