Maximale lening DGA
DGA's zien de bv nog te vaak als hun eigen portemonnee. De bankrekening van de bv wordt als pinautomaat gebruikt voor de bestedingen van de DGA. Er ontstaat dan een lening en er wordt dus geen belastingheffing voldaan. Dit wil het kabinet beperken. De nieuwe wetgeving zal worden ingevoerd in 2023. Vanaf 2023 mag een DGA - samen met zijn partner - nog maximaal € 700.000 lenen van de eigen vennootschap(pen). Vorenstaande is geregeld in de Wet excessief lenen die eind 2022 is goedgekeurd.
Excessief lenen door de DGA
Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) die veel van zijn bv heeft geleend wordt in 2023 stevig aangepakt. De nieuwe wetgeving zal vermoedelijk gevolgen hebben voor ruim 10.000 DGA's. De wetgever wil de opnamen van de DGA uit zijn eigen holding / bv aan banden gaan leggen. De Belastingdienst ziet het excessief lenen van de eigen bv als belastingontduiking en krijgt hier nu ook een wettelijke regeling voor.
Als er meer dan € 700.000 is geleend van de bv door de DGA, is sprake van een excessieve lening, aldus het nieuwe voorstel. In het kort de voorwaarden en regels:
- Het moet gaan om een lening aan de DGA.
- De lening moet hoger zijn dan € 700.000.
- De DGA moet direct of indirect een aanmerkelijk belang in de bv bezitten.
- De leningen van de verschillende rechtspersonen worden bij elkaar geteld.
- Waar de lening voor is gebruikt is grotendeels niet relevant (box 3 / consumptief).
- Leningen voor de eigen woning worden buiten beschouwing gelaten.
- Voor leningen voor de eigen woning die na 1 januari 2022 worden verstrekt moet een hypothecaire zekerheid worden gesloten.
- Leningen aan kinderen en (schoon-)ouders tellen mee indien deze hoger zijn dan € 700.000, het meerdere wordt dan bij de € 700.000 van de DGA opgeteld.
- Het bedrag van € 700.000 wordt vermoedelijk niet geïndexeerd.
- Het bedrag van € 700.000 wordt niet verdubbeld als de DGA een fiscale partner heeft.
Garantstellingen en excessief lenen DGA
In de memorie van toelichting is opgenomen dat garantstellingen onder omstandigheden meetellen voor de grens van € 700.000. Als voorbeeld wordt genoemd de situatie dat een bv zich garant heeft gesteld voor een lening van de DGA in privé. Als de garantstelling enkel tot gevolg heeft dat een lagere rente kan worden overeengekomen, telt deze garantstelling niet mee.
Oplossingen voor geen excessieve lening
De Belastingdienst zal vanaf 2023 strenger optreden tegen DGA's met een rekening-courantschuld. Vanaf 2023 moet de DGA leningen gaan aflossen of dividend gaan uitkeren. Doet de DGA niets, dan geldt vanaf 2023 een fictie (en dus heffing van dividendbelasting). Het betreft thans nog een wetsvoorstel, maar er komt zeker een regeling aan. Oplossingen voor de nieuwe regeling zijn:
- Dividend uitkeren, zodat schuld niet bovenmatig is.
- Overdragen activa waar de bovenmatige schulden mee samenhangen aan de bv (bij voorkeur op hoogtepunt van de markt, met waardering deskundige).
- Vermijden fiscaal partnerschap, zodat de drempel 2x € 700.000 gaat bedragen.
- Aangaan van een personenvennootschap, waarbij de DGA de schuld inbrengt en tevens de activa welke hiermee direct samenhangen (bijvoorbeeld pand en lening). Hierbij moet de bv dan ook activiteiten inbrengen, het geheel moet een onderneming vormen. Vervolgens kan het aandeel van de DGA geruisloos worden ingebracht in de bv (geen overdrachtsbelasting etc.).
- Overdragen bezittingen, beleggingen of spaargeld aan de bv (ter aflossing van de schuld).
- Oversluiten van leningen bij externe partijen (vrienden of bancaire instellingen). Opletten dat deze persoon geen verbonden persoon is.
- Overdragen van bezittingen (met de bijbehorende schuld) door de DGA aan zijn kind(eren), mits de kinderen geen aandelen in de bv hebben. Bijvoorbeeld een beleggingspand van de DGA wordt (met schuld aan de bv) overgedragen aan de zoon of dochter, eventueel via een stichting die de activa gaat certificeren. Hiermee kan de DGA het stemrecht behouden (waardeontwikkeling bij de kinderen).
- Op dit moment wordt ook nagedacht over structuren waarbij een cv wordt gevormd in combinatie met overdracht van een beleggingspand.
- Cederen van toekomstige huurtermijnen (rekening houden met contante waarde en huurstijging). Juridisch kan dit (3:97 lid 1 BW) en fiscaal lijkt geen sprake van een risico dat overdrachtsbelasting moet worden geheven. Wel nette akte opstellen (laten registeren bij de Belastingdienst) en juist, volledig en tijdig advies inwinnen.