Bancaire lijfrente en DGA
Sinds 2008 is het voor de directeur-grootaandeelhouder (de DGA) mogelijk om een bancaire lijfrente af te sluiten. Dit is een spaar- of beleggingsrekening bij een bank waarop de DGA een lijfrente stort. De premie is aftrekbaar. Omdat er veel onduidelijkheden zijn over het pensioen in eigen beheer, zien wij in onze praktijk dat er steeds meer DGA's kiezen voor deze optie.
Voordelen bancaire lijfrente DGA
De bancaire lijfrente is er nog niet zo lang. Voorheen moest de DGA een lijfrente afsluiten bij een verzekeraar, de traditionele lijfrente. Voordeel van de bancaire lijfrente is dat de kosten lager zijn dan bij een reguliere lijfrente bij een verzekeraar. Een ander voordeel is dat bij een bancaire lijfrente het geld aan uw nabestaanden toekomt als u vroegtijdig komt te overlijden.
Een bancaire lijfrente kent andere voorwaarden dan een normale lijfrente bij een verzekeraar. Tijdens de opbouw van uw lijfrente is het weduwerisico niet verzekerd. Tevens stopt de uitkering als het geld op is, u krijgt wat u heeft gespaard (inclusief rendement). Als u voor de ingangsdatum komt te overlijden krijgen uw nabestaanden het banksaldo en als u lang zou leven stopt op enig moment de uitkering (lang leven risico). De normale uitkeringsperiode bij een bancaire lijfrente bedraagt 20 jaar.
Een belangrijk voordeel van een bancaire lijfrente is dat u voor de uiteindelijke uitkering niet afhankelijk bent van het succes van uw B.V. / onderneming. Er wordt dus echt geld buiten uw bedrijf gereserveerd voor uw pensioen, een goede risicospreiding. Nadeel is natuurlijk dat u geld aan uw bedrijf moet onttrekken.
Pensioen in eigen beheer en bancaire lijfrente
Als u gebruik maakt van de zogenaamde bancaire lijfrente, dan mag u geen gebruik maken van een pensioenopbouw in eigen beheer. U mag namelijk alleen via een bancaire lijfrente een pensioen opbouwen als u een pensioentekort heeft.
Voorbeeld bancaire lijfrente voor de DGA
Een DGA heeft een salaris van € 70.000. De maximale storting in een bancaire lijfrente bedraagt in dit geval ongeveer € 10.000 (€ 70.000 -/- € 11.829 x 17%). Stel dat u gedurende 25 jaar een maximaal bedrag heeft ingelegd, dan krijgt u na 25 jaar ongeveer € 430.000 (rente 4%). Als u dan op uw 67ste verjaardag met pensioen gaat, krijgt u gedurende 20 jaar een uitkering van ruim € 31.000, deze wordt nog vermeerderd met ongeveer € 10.000 aan AOW-uitkering, de genoemde bedragen zijn bruto. Al met al heeft u dan dus een pensioen van € 41.000 dat gegarandeerd wordt uitgekeerd.
Belastingtip
U kunt er na de opbouwfase voor kiezen om het banksaldo te gebruiken voor de aankoop van een traditionele lijfrente bij een verzekeraar, hierdoor heeft u recht op het zogenaamde lang leven risico.