Procedure WVA en erkende opleiding
Op dit moment zijn er 500 boekenonderzoeken door de Belastingdienst uitgevoerd. Over een aantal zaken wordt op dit moment ook geprocedeerd. In de procedure die hier wordt besproken staat centraal of de WVA van toepassing is als er een opleiding wordt gevolgd bij een niet erkend opleidingsinstituut.
Zowel de Rechtbank als het Gerechtshof concluderen dat er WVA kan worden geclaimd als de opleiding is gevolgd bij een erkende opleiding. De boete is niet redelijk (aldus het Gerechtshof).
De procedure inzake erkende opleiding en WVA
In een procedure bij de Rechtbank Den Haag (1 juli 2013) gaat het om een bedrijf dat werklozen met een uitkering begeleidt naar de arbeidsmarkt. De werklozen komen bij het bedrijf in dienstbetrekking en ze worden begeleid bij hun studie. Na de opleiding kregen de werknemers een baan bij een thuiszorgorganisatie of binnen het hotelbedrijf. De opleiding betrof geen erkende opleiding, dus bestaat er volgens de rechter geen recht op de WVA-subsidie. De opgelegde vergrijpboete bleef ook in stand.
De belastingplichtige gaat in hoger beroep bij het Gerechtshof in Den Haag, op 1 juli 2014 doet het Gerechtshof een - voor belastingplichtige - gunstige uitspraak.
Waar gaat het om in deze WVA procedure?
- Het bedrijf neemt langdurig werklozen in dienstbetrekking.
- De werklozen krijgen een leer- / werktraject (in de zorg) aangeboden (reïntegratie).
- Er wordt een WVA-vermindering / afdrachtvermindering geclaimd in 2009 en 2010 (ongeveer € 213.000), dit conform de geest van de wet (aldus de werkgever).
- Werkgever was niet in het bezit van een verklaring van de onderwijsinstelling.
- De opleiding is volgens de werkgever een geïntegreerd onderdeel van een totale opleiding.
- De inspecteur en de Rechtbank zijn het niet eens met de werkgever.
- Belastingplichtige moet € 213.000 loonheffing betalen en daarnaast nog een boete van € 20.000 en € 8.000 heffingsrente (afgeronde bedragen, over de jaren 2009 en 2010).
De Rechtbank kwam tot het volgende
- Voor mensen met een zogenaamde startkwalificatie geldt een verruiming t.a.v. de WVA. Dit volgt uit het plan van aanpak arbeidsmarktbeleid etnische minderheden 2000 – 2003 (Kamerstukken II 1999/2000, 27 223, nr. 1).
- De werkgever heeft naast de scholingskosten ook nog additionele kosten voor zijn rekening genomen, het is immers een lastige doelgroep.
- De tekst van artikel 14, eerste lid, onderdeel e, van de WVA laat geen andere lezing toe dan dat de vrijstelling enkel kan worden toegepast bij een werknemer die een opleiding als bedoeld in artikel 12aa, eerste lid, van de URAV volgt (hierna: erkende opleiding). ...... de vermindering slechts kan worden toegepast indien de desbetreffende werknemer een op grond van het– door het Ministerie van OCW ingestelde – zogenoemde Crebo-register erkende opleiding volgt. Nu vaststaat dat de opleiding die eiseres in de onderhavige jaren verzorgde geen (onderdeel van een) erkende opleiding was, heeft eiseres geen recht op toepassing van de door haar geclaimde afdrachtvermindering onderwijs.
- Beroep op de hardheidsclausule slaagt niet (moet de minister uitspreken, niet de rechter).
- Boete blijft in stand.
Het Gerechtshof komt tot een iets andere conclusie
- In hoger beroep staat centraal: kan er WVA worden geclaimd als een Crebo-registratie (bij claimen van de WVA) ontbreekt?
- Het Gerechtshof stelt vast dat de werkgever aan alle materiële (opleidings-)eisen voldoet, dit is mooi maar mag de werkgever niet baten (zie uitspraak Hoge Raad d.d. 20 juni 2014).
- Er wordt niet voldaan aan een belangrijke eis van de WVA (Crebo-opleiding), dit is een constitutief vereiste en hiermee vervalt het recht op WVA.
- De boete gaat wel van tafel, dit met de volgende toelichting: Niettegenstaande het oordeel dat belanghebbende wat betreft de naheffingen niet slaagt in haar hoger beroep, acht het Hof, anders dan de Rechtbank en de Inspecteur, het standpunt van belanghebbende dat zij, ondanks dat zij niet voldoet aan een formele eis, in aanmerking komt voor de afdrachtvermindering onderwijs, in de gegeven omstandigheden, vooral ook omdat hier een fiscaaltechnisch lastig te beoordelen vraagstuk voorligt en belanghebbende om die reden bezwaarlijk lichtvaardig handelen is te verwijten, dusdanig pleitbaar, dat haar geen schuld is aan te rekenen wegens het niet voldoen van de verschuldigde loonheffingen, zodat de boeten moeten vervallen.
- De inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten.
Bron WVA en erkende opleiding
Rechtbank Den Haag (1 juli 2013).
Gerechtshof in Den Haag, op 1 juli 2014.