Kamervragen WVA boekenonderzoeken
Kamervragen over naheffingen transportsector
Eerder berichtten wij over dreigende faillissementen voor transportbedrijven vanwege een discussie tussen de Belastingdienst, transportbedrijven en de onderwijsinspectie / opleidingsinstituten. Naar aanleiding van deze berichtgeving heeft een aantal Tweede Kamerfracties vragen gesteld aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, alsook de Minister van Financiën. De minister heeft op een aantal van de vragen inmiddels antwoord gegeven, alhoewel is het wel een echt (bevredigend) antwoord?
Transportsector en WVA
De overheid gaf tot en met 2013 een loonbelastingvermindering aan werkgevers
die hun werknemers scholing aanbieden. Dit gebeurt onder meer via de WVA
(de Wet Vermindering Afdracht loonbelasting en premies volksverzekeringen
Onderwijs).
Via deze regeling konden werkgevers een deel van de scholingskosten terugkrijgen
van de Belastingdienst. Deze teruggave geschiedde via een vermindering
van de maandelijks af te dragen loonbelasting. De werkgever kan via deze
"subsidie" tussen de € 300 en € 3.200 ontvangen. De meest voorkomende subsidie
bedraagt zo'n € 2.700 voor:
- leerwerktrajecten VMBO-onderwijs;
- beroepsbegeleidende leerweg MBO (BBL);
- leerwerktraject inzake HBO-opleiding.
Kamervragen over WVA en onderzoeken Belastingdienst
Het lijkt erop dat de Minister de impact op de economie wat probeert
te badineren. Immers de Minister heeft het over een geringe terugvordering
bij een relatief gering aantal bedrijven. Onze ervaring is een andere:
bij alle bedrijfsgerichte maatwerkopleidingen wordt de geclaimde afdrachtvermindering
volledig teruggevorderd.
Op basis van jurisprudentie mag de Belastingdienst beoordelen of de opleiding is gevolgd. In de praktijk van de belastingcontroles gebeurt dat vooral door te kijken naar de uren van de opleiding en de opleidingsactiviteiten in relatie tot het kwalificatiedossier. Daarmee komt de Belastingdienst tot een inhoudelijke beoordeling die haar niet toekomt. In dat verband wordt door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verwezen naar de zogenoemde handreiking van de Belastingdienst. Dit is echter een intern stuk, waarvan onduidelijk is wat hiervan de wettelijke basis is.
Daarenboven, hoe kan een belastinginspecteur, gesteld dat hij mandaat heeft, een opleiding beoordelen bij het leerbedrijf? Dat kan alleen bij de onderwijsinstelling. Het leerbedrijf biedt alleen de mogelijkheid stage te lopen. Het examendossier van de deelnemers dat de fiscus ook gebruikt om een beeld te vormen van de opleiding dient een ander doel: examinering. Niet het geven van een beeld van de opleiding.
Ontwijkend en hoogst onbevredigend is het antwoord op de vraag of het
leerbedrijf moet bloeden voor fouten van de onderwijsinstelling. Als de
kwaliteit van onderwijs of examinering gebreken vertoont, mag de onderwijsinstelling
in deze haar fouten herstellen. Waarom is bij het leerbedrijf te goeder
trouw dan wel de WVA in het geding?
De Minister persisteert, evenals de fiscus, in de stelling dat het volledige programma van een opleiding moet worden gevolgd. In het verleden werden juist veel programma's door ROC's aangeboden, die niet diplomagericht waren. Voor toepassing van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs hoefde dat ook niet. Voor toepassing van de WVA loopt hierover in hoger beroep een procedure. Hierover hebben wij eerder bericht.
Een groot deel van de correcties, in andere sectoren maar met name ook in de zorg, heeft betrekking op situaties waar niet-diplomagericht is opgeleid.