Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt: WVA terecht geclaimd!
Na Hof Den Bosch is het Hof Arnhem die de Belastingdienst terug op de plaats zet. Na jaren van procederen zien we eindelijk een positieve beweging in de rechtelijke macht. Het is jammer dat daar zoveel procedures en zoveel investeringen in tijd en geld voor nodig waren om uiteindelijk gewoon de Wet toegepast zien te worden ...
Casus WVA Hof Arnhem - Leeuwarden
De ondernemer heeft haar werknemers ingeschreven voor een duale deeltijdopleiding MHBO. De opleiding staat vermeld in het Croho register en de onderwijsinstelling beschikt over de vereiste accreditatie. De benodigde overeenkomsten zijn getekend en de opleiding is van start gegaan. Het liep echter niet zoals gedacht. De werknemers hebben wel een certificaat behaald voor de deelname aan het eerste jaar van de opleiding, maar het aantal behaalde studiepunten was onvoldoende om door te kunnen naar het tweede studiejaar. De studie werd in het daaropvolgende jaar voortgezet op MBO-niveau.
De Inspecteur vindt wat van de opleiding – geen initiële opleiding in de zin van de WVA – en legt naheffingsaanslagen op. Gezien de uitspraak van het Hof heeft de Inspecteur nog wat opmerkingen gemaakt over niet gevolgde beroepspraktijkvorming.
De Rechtbank stelde de ondernemer in het gelijk. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur zijn boekje te buiten gaat door te stellen dat geen sprake is van een opleiding. De opleiding staat immers netjes geregistreerd in het Croho en ook de onderwijsinstelling beschikt over de vereiste erkenning. Het Hof doet er nog een schepje bovenop door te stellen dat het niet aan de Inspecteur (of rechter) is om te toetsen of het praktijkdeel wel voldoende is gevolgd. Het Hof verwijst naar het arrest van de Hoge Raad van 20 oktober 2017 waarin het oordeel besloten ligt dat werknemers niet de volledige opleiding of beroepspraktijkvorming hoeven te volgen.
De werknemers hebben allen een certificaat ontvangen na afronding van het eerste leerjaar. Het Hof stelt dat de Inspecteur er niet in is geslaagd om aannemelijk te maken dat het certificaat onterecht is uitgereikt. Ergo, het certificaat voldoet als bewijs voor gevolgde beroepspraktijkvorming.
Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
Bron WVA Hof Arnhem - Leeuwarden
Hof Arnhem - Leeuwarden 30 januari 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:947.