Formele gebreken en WVA
Een groothandel claimt in de periode 2011 tot en met 2013 een vermindering inzake scholing (de zogenaamde WVA). Binnen de onderneming werden commerciële opleidingen verzorgd. Van de 20 onderdelen hebben de werknemers er een beperkt aantal (zeg 3) behaald, hiervoor zijn certificaten uitgereikt. Volgens de inspecteur (en de rechter) moet de ondernemer de geclaimde vermindering (ruim € 35.000) terugbetalen, dit met als reden:
- geen aanvang- en einddatum op de POK's;
- aantal praktijkuren staan niet op de POK.
Noot fiscaal jurist over formele gebreken en WVA
De ondernemer moet bewijzen dat de opleiding is verzorgd. De ondernemer is binnen dergelijke opleidingen ook verantwoordelijk voor de beroepspraktijkvorming (BPV). Probleem is dat er in die tijd geen wettelijke eisen werden gesteld aan de vastlegging van de BPV en de BPV feitelijk grotendeels te vergelijken is met "werken in de praktijk". Op de POK staat dat er sprake is van 800 BPV-uren, dit zou dan betrekking hebben op de volledige opleiding. Er zijn 3 deelkwalificaties gevolgd en dus niet de gehele opleiding zoals deze op de POK staat opgenomen. Het lijkt er dan ook op dat niet de gehele BPV voor de opleiding is verzorgd binnen het bedrijf. De boete wordt door de lange doorlooptijd nog wel verminderd. Het lijkt erop dat de onderwijsinstelling niet goed heeft opgelet en dat hier fouten zijn gemaakt.
De vergrijpboete bedraagt (slechts) 15%, de reden hiervoor is dat de ondernemer heeft vertrouwd op de onderwijsinstelling. De ondernemer wil de gehele boete niet betalen en stelt dat er sprake is van een pleitbaar standpunt omdat de onderwijsinstelling actief en intensief bij de opleiding is betrokken en de onderwijsinstelling is ook een overheidsorgaan. De rechter gaat hier niet in mee, de deskundigen van de school zijn onderwijsspecialisten maar geen fiscalisten. Daarnaast ontbreekt een deugdelijke administratie van de opleiding. De boete wordt nog wel iets verminderd omdat de redelijke termijn is overschreden.