Beroepspraktijkvorming voor WVA voldoet
In deze procedure is er discussie over de beroepspraktijkvorming bij een erkende opleiding. De rechter is uiteindelijk van mening dat de opleiding prima is en dat de naheffingsaanslagen moeten worden verminderd tot nihil. De Hoge Raad heeft op 22 september 2017 bevestigd dat een werkgever op een diploma of certificaat mag vertrouwen. Er staat nog wel een deur open voor de Belastingdienst, als de BPV niet is gevolgd is er geen recht op WVA, de bewijslast hiervoor ligt bij de Belastingdienst.
BPV van erkende opleiding voldoet
Een timmerfabriek heeft voor zes werknemers een BBL-opleiding ingevoerd in de periode 2010, 2011 en 2012. De opleiding (slimmer produreren) wordt door een erkende onderwijsinstelling verzorgd. Het aantal praktijkuren bedraagt ongeveer 500 uur. De opleiding is een maatwerktraject dat op de werknemers is afgestemd. Binnen werktijd wordt aan de praktijkvorming handen en voeten gegeven. De werknemers krijgen uiteindelijk een certificaat. Verder het volgende:
- De POK's zijn getekend;
- De onderwijsinstelling is erkend;
- Er zijn presentielijsten aanwezig voor de theorielessen;
- De werkgever is een erkend leerbedrijf;
- Studielast bedraagt 3.200 of 6.400 klokuren;
- Praktijkbegeleider wordt door de onderwijsinstelling aangesteld.
Stelling Belastingdienst
- Het is een training en geen erkende opleiding;
- Het is een Crebo-opleiding;
- Gebreken bij de praktijkbegeleider (niet altijd aanwezig);
- Werkboeken zijn niet bijgehouden, dus geen duidelijkheid of de opleiding is gegeven;
- Er worden 15 lessen van 3 uur gegeven, dit is 45 uur en geen 3.200 of 6.400.
Overwegingen Rechtbank
Volgens de Rechtbank wordt aan alle vereisten voldaan, de overwegingen zijn de volgende:
- De opleiding wordt door een erkende onderwijsinstelling verzorgd;
- De relevante documenten zijn op orde;
- Tijdens de zitting is via verklaringen een heldere toelichting gegeven omtrent de opleiding;
- De portfolio's van de werknemers zijn op orde, hieruit volgt de BPV;
- De overeenkomsten "rammelen" volgens de Belastingdienst, uit een toelichting van belastingplichtige volgt dat dit wel meevalt;
- Latere ondertekening van de overeenkomsten komt doordat er een postronde langs alle partijen moest plaatsvinden.
Bron BPV en WVA
Rechtbank Noord Holland d.d 3 oktober 2016 ECLI NL RBNHO 2016 8078.
Hoge Raad d.d. 22 september 2017 (ECLI:NL:HR:2017:2436)