Voorkomen van overdrachtswinst (en dus belastingheffing)
Bij inbreng van uw onderneming in een vennootschap onder firma, of bij toetreding van een nieuwe vennoot, zult u in beginsel inkomstenbelasting verschuldigd zijn over de stakingswinst, respectievelijk de overdrachtswinst. Door middel van onderstaande technieken kan deze winst (en dus belastingheffing) worden voorkomen.
Geruisloze doorschuiving aan medeondernemer / werknemer
Om te beginnen kan belastingheffing worden voorkomen door middel van een geruisloze doorschuiffaciliteit die in de wet is opgenomen. Hiervoor is vereist dat de toetreder reeds ten minste 36 maanden medeondernemer of werknemer was. Geruisloze doorschuiving aan de partner die een meewerkbeloning heeft genoten is evenwel niet mogelijk. Deze faciliteit is vooral van belang bij bedrijfsopvolgingen in de familiesfeer en door een werknemer. Dit drukt namelijk de initiële koopprijs. In een dergelijk geval ontbreken vaak de liquiditeiten om de belastingheffing over de stakingswinst te kunnen voldoen.
Tip: een participatie van 1% is al voldoende om aan de eis van het medeondernemerschap te voldoen.
Ingroeiregeling
Overdrachtswinst blijft ook achterwege als de toetredende vennoot zich inkoopt via een (tijdelijk) lager winstaandeel. De overdrager krijgt dan een (tijdelijk) hoger winstaandeel als vergoeding voor het overgedragen aandeel in de stille reserves en de goodwill. Dit is tevens een manier voor de toetreder om de goodwill te financieren.
Een tijdelijk lager winstaandeel geeft echter problemen als onroerend goed deel uitmaakt van de inbreng. Voor de inbrengvrijstelling voor de overdrachtsbelasting is namelijk vereist dat de inbreng plaatsvindt tegen bijschrijving op de kapitaalrekening van de waarde van hetgeen wordt ingebracht. Voorbehoud van stille reserves is dan wél iets wat u tot de mogelijkheden kunt scharen.
Voorbehoud van stille reserves en goodwill
Overdrachtswinst kan thans worden voorkomen door het voorbehouden van stille reserves en goodwill. Dit werkt echter alleen als de voorbehouden waarden individualiseerbaar zijn, zoals de meerwaarde van een pand. Het voorbehoud wordt doorgaans beperkt tot de meerwaarde op het moment van overdracht. De toekomstige waardestijging wordt dan in de reguliere winstverdeling betrokken. Ook goodwill kan in de praktijk op deze manier worden voorbehouden.
Tip: de clausule dient zo te luiden, dat een eventuele waardedaling ten opzichte van de inbrengwaarde voor risico van de voorbehouder blijft.
Stakingslijfrenteaftrek
Mocht een afrekening niet voorkomen kunnen worden, dan kan de staking lijfrenteaftrek evenwel uitkomst bieden. Door ter zake van de overdrachtswinst een lijfrente te bedingen bij een verzekeraar of bedrijfsopvolger, kan directe belastingheffing worden vermeden. Als de lijfrente wordt bedongen bij de toetreder, fungeert deze voor hem als financieringsinstrument.
Buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen
In het geval van een meerwaarde van het ondernemingspand kan, ter vermijding van winstrealisatie, worden overwogen het pand niet in te brengen, doch aan de onderneming te verhuren. Er ontstaat dan buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen. Het pand blijft in beginsel verplicht ondernemingsvermogen en omdat geen overdracht plaatsvindt, wordt de meerwaarde niet gerealiseerd en daarmee belastingheffing voorkomen.
Ruilarresten
Als twee ondernemers hun onderneming / praktijken samenvoegen, terwijl de waarde van de door hen ingebrachte goodwill bij benadering gelijk is, kan met een beroep op de ruilarresten winstneming worden ontkomen. Activering van goodwill blijft dan uiteraard achterwege. In dergelijke zaken is vooroverleg met de fiscus aan te raden.
Noot van de adviseur
Als men een geruisloze terugkeer (van de B.V. naar persoonlijke onderneming) laat volgen door een geruisloze doorschuiving van de onderneming, moet er rekening mee worden gehouden dat over de terugkeerreserve wel moet worden afgerekend. De voortzetter mag de onderneming echter desgewenst onmiddellijk na de geruisloze doorschuiving weer geruisloos omzetten in een B.V.