Multi Level Marketing en belastingen
Regelmatig wordt gesteld dat vergoedingen en commissies inzake MLM (Multi Level Marketing) belastingvrij zijn omdat er geen noemenswaardige arbeid tegenover staat en / of het een kanscontract zou zijn. De feiten bepalen uiteindelijk de fiscale gevolgen. Dus aanleiding voor een fiscaal onderzoek naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van MLM.
Multilevel marketing fiscaal bezien
Een persoon of ondernemer die zich bezighoudt met MLM verkoopt via zijn netwerk producten of diensten, een soort van pyramide-structuur. Een lid of member van dit netwerk krijgt een vergoeding als een lid van de groep (een ander lid van het netwerk) een product of dienst koopt. Hoe groter je netwerk, des te meer vergoedingen je ontvangt.
Multi Level Marketing en inkomstenbelasting
Voor de inkomstenbelasting moet er sprake zijn van een zogenaamde bron van inkomen. Dit wordt door de Belastingdienst (en wetgeving) getoetst op grond van:
- De inkomsten zijn redelijkerwijs te verwachten (Ja: groot netwerk).
- Het voordeel moet worden beoogd (Ja: daarvoor doe je het).
- Je moet deelnemen aan het economische verkeer (Ja: je doet dit buiten de privésfeer).
Als het een bron van inkomen is, dan kan er sprake zijn van een "echte onderneming" of "resultaat uit overige werkzaamheden". Bij een echte onderneming heeft u als ondernemer diverse fiscale voordelen en faciliteiten. Een onderneming wordt als volgt getoetst:
- Winst moet te verwachten zijn.
- Er moet sprake zijn van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid.
- Inkomen moet duurzaam zijn.
- U moet investeringen hebben gedaan.
- U loopt ondernemersrisico.
In een recente procedure bij het Gerechtshof Den Haag stelde de rechter het volgende vast:
- De heer X verkoopt via MLM energie en telefoondiensten.
- Hij wijst klanten door naar zijn opdrachtgever.
- Hij werft nieuwe verkopers voor zijn opdrachtgever.
- MLM wordt gebruikt als methode om producten te verkopen.
- Er is daarom geen sprake van onvoorspelbare factoren die niet door een vertegenwoordiger te beïnvloeden zijn.
- Er zijn positieve resultaten behaald (gedurende enkele jaren op rij, ruim € 10.000 of meer).
Door deze omstandigheden is het Gerechtshof (in tegenstelling tot oudere uitspraken) van mening dat er sprake is van winst uit onderneming. Er moet dus inkomstenbelasting (box 1) worden voldaan. Er is sprake van een objectieve voordeelsverwachting (Hoge Raad d.d. 24 juni 2011 rolnummer 10/01299).
Standpunt MLM-ondernemer en fiscus
Meestal stelt de MLM-ondernemer dat er sprake is van speculatie en dat hij vrijwel geen werk heeft verricht. Dit is ook zo aan de orde geweest in een uitspraak van het Gerechtshof in Amsterdam d.d. 3 januari 2003 en tevens in een arrest van de Hoge Raad d.d. 24 december 2004. In deze procedure ging het om de heer X die als distributeur geld verdiende bij Wellness International Netwerk Ltd. (WIN). Bij verkoop van voedingssupplementen kreeg X een korting van 10% - 25%. Het resultaat voor X was negatief. Hof Amsterdam oordeelt dat de mogelijkheid om in het WIN-systeem inkomsten te verwerven erg onvoorspelbaar is en niet door X kan worden beïnvloed. Een positief resultaat is louter speculatief. De activiteiten worden niet gezien als bron van inkomen omdat het ontbreekt aan "de redelijke verwachting", zie boven onder ad 1.
Belastingheffing over MLM (noot)
Of inkomsten een bron vormen is van vele feiten en omstandigheden afhankelijk. Als wij beide uitspraken naast elkaar leggen, dan is in eerdere uitspraken sprake van een situatie waarbij de inkomsten veelal negatief waren. In de recente uitspraak was het inkomen structureel positief. Het speculatieve karakter komt in de procedure minder goed naar voren, een gemiste kans. Of hiermee de uitslag anders zou zijn geweest kunnen wij op grond van de beperkte informatie niet zeggen.
Bron Multi Level Marketing en fiscus
Hoge Raad d.d. 24 december 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AV3495)
Hoge Raad d.d. 14 oktober 2005 (ECLI:NL:2005:AR6821)
Hoge Raad d.d. 24 juni 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BP5707)
Rechtbank Den Haag d.d. 1 september 2017 (ECLI:NL:RBDHA:2017:10336)
Gerechtshof Den Haag d.d. 20 maart 2018 (ECLI:NL:GHDHA:2018:1188)