Foutenleer fiscaal gezien
De foutenleer zien we steeds vaker binnen de fiscale wereld. De leer is bedoeld om te voorkomen dat privéwinst in de onderneming wordt belast of andersom (privéwinst niet in de onderneming). Via de foutenleer kunnen ook afschrijvingsfouten worden hersteld en / of bedrijfswinsten worden verlaagd, bijvoorbeeld als een onroerende zaak onterecht op de balans van de onderneming is gezet. De foutenleer kan door de Belastingdienst en de belastingplichtige worden ingeroepen.
Een foute keuze kan de ondernemer niet altijd corrigeren, er moeten wel goede en steekhoudende argumenten zijn. Zie onder meer onderstaande uitspraak (ad c).
Foutenleer en procedures
A. Pensioen en foutenleer (Rechtbank Den Haag)
In een procedure voor de Rechtbank Den Haag (22 maart 2012) ging het om een eenvoudige casus. Als een pensioenverplichting niet op de juiste wijze in de fiscale jaarrekening is verwerkt, kan deze fout in het laatst openstaande jaar worden hersteld.
B. Belastingvrije verkoopwinst door de foutenleer
De Rechtbank Noord-Nederland deed op 19 september 2013 een bijzondere uitspraak. De heer X richt in 1992 een VOF op met zijn vader en broer, een echt familiebedrijf derhalve. De VOF dreef een metaalbedrijf via een VOF. In 2008 wordt door de VOF een woning verkocht. De ondernemer stelt dat hem volstrekt onduidelijk is waarom de woning op de balans van de VOF is gezet, de boekhouder kon hierover ook geen opheldering verschaffen. De ondernemer was van mening dat de woning tot het verplicht privévermogen moest behoren. Op basis van de foutenleer wordt de woning in het oudste openstaande jaar tot het privévermogen van de ondernemer gerekend. De woning was een bouwval en was nooit door de onderneming gebruikt. De ondernemer wilde er bij de aankoop in gaan wonen, dit was om financiële redenen nooit gebeurd. De rechtbank is het met de ondernemer eens.
C. Bedrijfspand niet op grond van foutenleer naar privévermogen
Een ondernemer koopt in 1987 een pand en rekent dit tot zijn ondernemingsvermogen. Bij staking van de onderneming rekende de inspecteur de boekwinst dan ook tot de winst van de onderneming. De ondernemer was het hier niet mee eens. De woning is nimmer gebruikt voor de onderneming en de keuze was simpelweg niet juist geweest. Volgens de rechter (Rechtbank Gelderland d.d. 26 september 2013) was de woning dienstbaar aan de onderneming en vormde deze geen verplicht privévermogen.