Geen bijtelling auto van de zaak door ziekte
Een directeur (en enig aandeelhouder) van een loodgietersbedrijf krijgt naheffingsaanslagen over enkele jaren. De reden "privégebruik van een auto van de zaak". De DGA (directeur-grootaandeelhouder) stelt dat er geen sprake is van privégebruik van een auto van de zaak omdat:
- hij de auto niet privé heeft gebruikt (mede omdat hij ziek was en enkel de administratie verzorgde), en tevens
- omdat de auto niet voor privédoeleinden kon worden gebruikt (vuil, enkel voor goederen en passagierstoel was vuil),
- de auto elke avond achter slot en grendel bij het bedrijf stond (woon- / winkelpand).
De DGA stelt feitelijk:
- Ik heb door ziekte de auto niet gebruikt.
- Het was een bestelbus die door de aard en inrichting enkel voor vervoer van goederen kan worden gebruikt en daarnaast geldt voor het privégebruik een verbod.
De rechters zijn het met de DGA eens. Geen bijtelling!
Mening rechters over bijtelling auto tijdens ziekte
De rechter moest zich buigen over 2 onderdelen.
- Is het een echte bestelbus of niet?
- Is aannemelijk dat de auto (door de ziekte) niet privë wordt gebruikt?
1. Is het een bestelbus of niet?
De DGA kan niet volstaan met het aannemelijk maken van haar stelling dat de auto door de aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt was voor vervoer van goederen, maar dient daartoe overtuigend bewijs te leveren. Ten bewijze van het feit dat de auto (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen heeft eiseres aangevoerd dat de auto was uitgerust met een tussenschot in de cabine zodat gereedschap en materialen vervoerd konden worden.
De DGA heeft tevens aangevoerd dat de auto ook niet geschikt was voor privégebruik doordat het interieur van de auto als gevolg van het berijden met twee man in werkkleding sterk vervuild was. Voorts heeft de DGA een getuige opgeroepen welke ter zitting heeft verklaard dat de auto weliswaar over een passagiersstoel beschikte, maar dat deze vuil en beschadigd was. Ten bewijze van het feit dat de auto (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen heeft eiseres geen ander bewijs overgelegd.
Vorenstaande is voor de Rechtbank helder, maar voor het Gerechtshof niet. De auto is niet alleen voor het vervoer van goederen te gebruiken.
Het verbod op privégebruik (en achter een hek stallen) wordt niet aangetoond. De DGA beschikte over de sleutels en er stond niets op papier. Als er iets op papier zou staan, is altijd de vraag of dit werkt, immers wie controleert de DGA op de naleving?
2. Is aannemelijk dat de auto privé wordt gebruikt?
Wat betreft de vraag op wie de bewijslast rust dat de auto ter beschikking is gesteld, heeft de Hoge Raad in zijn uitspraak van 13 augustus 2010 nr. 08.03782, LJN: BN3831 het volgende overwogen:
- “3.2 (…) De inspecteur dient aannemelijk te maken dat de auto aan de betrokken belastingplichtige ter beschikking was gesteld. Indien de inspecteur daarin slaagt, geldt ingevolge artikel 3.145, lid 1, Wet IB het vermoeden dat die auto ook voor privédoeleinden ter beschikking stond. Dit vermoeden houdt stand tenzij de belastingplichtige doet blijken dat de auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 km voor privédoeleinden is aangewend.”
Vast staat dat de auto privé kan worden gebruikt en dus aan de DGA ter beschikking wordt gesteld. Dat andere werknemers de auto ook konden en hebben gebruikt doet hieraan niet af. De verwijzing van eiseres naar de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 21 oktober 2013 (ECLI:NL:RBNHO:2013:11548) kan haar niet baten nu de onderhavige feiten en omstandigheden wezenlijk verschillen van die in de uitspraak.
Om onder de bijtelling uit te komen zijn er 3 opties:
- Een rittenadministratie (artikel 13bis en artikel 21c uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 en artikel 3.14 uitvoeringsregeling loonbelasting 2011).
- Anderszins laten blijken dat de auto niet voor meer dan 500 kilometer privé wordt gebruikt.
- Afspraak met de Belastingdienst.
Het woord “blijken” houdt in dat volledig bewijs moet worden geleverd, dat wil zeggen dat overtuigend moet worden aangetoond en dat niet met een zwakkere vorm van bewijs als “aannemelijk maken” kan worden volstaan. De Rechtbank stelt vast dat door eiseres in het geheel geen bewijsmateriaal is overlegd. Het ontbreken van een rittenadministratie komt voor rekening en risico van eiseres. De Rechtbank is derhalve van oordeel dat eiseres niet heeft doen blijken dat de DGA in de jaren 2008 tot en met 2011 minder dan 500 kilometer per jaar voor privégebruik heeft gereden. De aanwezigheid van andere vervoermiddelen in het gezin van de DGA - wat daar ook van zij - leidt niet tot een ander oordeel.
Het Gerechtshof komt tot andere conclusie.
- Het Hof hecht geloof aan de nadere verklaring van de DGA ter zitting dat hij in de onderhavige jaren aan een ernstige ziekte leed die hem het autorijden vrijwel onmogelijk maakte. Voorts heeft belanghebbende gesteld en de Inspecteur niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken dat aan de mogelijkheid om de auto ook voor privédoeleinden te gebruiken in sterke mate afbreuk werd gedaan door het ontbreken van een achterbank en de aanwezigheid van een tussenschot dat was aangebracht omdat met de auto zware materialen werden vervoerd. Verder heeft belanghebbende gesteld en de Inspecteur niet, althans onvoldoende, bestreden dat de sleutels van de auto na sluitingstijd in de sleutelkast van het bedrijf werden opgeborgen en dat de auto ’s avonds voor het bedrijf van de auto stond geparkeerd. Wat betreft de door de Inspecteur genoemde rit naar Utrecht waar de DGA de motorbeurs heeft bezocht, heeft belanghebbende gemotiveerd gesteld dat deze rit om zakelijke redenen door een andere medewerker dan de DGA is gereden. Het Hof acht dit aannemelijk.
Conclusie fiscaal jurist
Als er geen kilometeradministratie (rittenregistratie) aanwezig is, hoeft dit nog niet te betekenen dat u automatisch de spreekwoordelijke "fiscale haas" bent. Het moet dan uit andere zaken blijken dat u de auto niet privé heeft gebruikt (voor meer dan 500 kilometer). In deze casus stond de auto meestal achter het hek en was de DGA ziek. Bewijsvoering tijdens een procedure (middels verklaringen, getuigen, etc.) is van cruciaal belang. Laat u tijdens een procedure altijd adviseren door een deskundige, u kunt eventueel de procedure zelf voeren (afweging kosten en baten), edoch advies over de procesvoering is van essentieel belang. Als u vragen of opmerkingen heeft, "bel gerust".
Bron auto van de zaak en ziekte
Gerechtshof Den Haag d.d. 17 juni 2015 (ECLI NL GGHDHA 2015 2012).
Rechtbank Den Haag d.d. 16 oktober 2014 (niet gepubliceerd) (ECLI NL RBDHA 2014 13093).
Meer weten van geen bijtelling auto door ziekte
- Zieke werknemer krijgt wel bijtelling
- Bijtelling bestelbus dubbele cabine
- Geen bijtelling auto van de zaak tijdens coronaperiode
- Bijtelling auto van de zaak historisch
- Auto als dividenduitkering
- Auto in eenmanszaak zakelijk of prive
- Bijtelling Porsche van de zaak
- Auto van de zaak tijdens de vakantie