Bijtelling en kortstondige verhuur
De heer Bert Jansen is DGA binnen een concern. Bert is in dienstbetrekking bij zijn holding en er wordt hem een auto ter beschikking gesteld door de werkmaatschappij. Voor de vakantieperiode huurt Bert de auto (tegen zakelijke voorwaarden) van de werkmaatschappij. Voor de overige kilometers wordt een kilometerregistratie bijgehouden (minder dan 500 privé kilometers). Is er sprake van een bijtelling? Bert wil de bijtelling beperken, dit kan op meerdere manieren.
Procedure bijtelling auto van de zaak en huur
De heer Bert Jansen is in dienstbetrekking bij X Holding B.V. Via een (klein)dochter AA Werkmij. B.V. wordt aan Bert een auto van de zaak ter beschikking gesteld. Alle kosten van de auto worden door AA Werkmij. B.V. gedragen. Bert heeft een zogenaamde verklaring geen privé gebruik aangevraagd. Bert gaat twee keer op vakantie en rijdt tijdens zijn vakantie ruim 5.000 privé kilometers. Voor deze vakantieperiode huurt Bert de auto van AA Werkmij. B.V., met een schriftelijke huurovereenkomst tegen een zakelijke vergoeding. Volgens de Inspecteur en de rechter is de auto voor meer dan 500 kilometer privé gebruikt. De kortstondige verhuur doorbreekt de terbeschikkingstelling niet. De tijdens de vakantie gereden kilometers worden als privé kilometers gezien. Derhalve moet een bijtelling worden toegepast.
Noot fiscaal jurist over beperken bijtelling
Vaak is deze materie aan de orde geweest en meestal gaat dit voor de belastingbetaler fout. Als de auto van een derde zou worden gehuurd, zou de bijtelling wel kunnen worden voorkomen. Via een deelauto zou dit goed moeten gaan. In een eerdere uitspraak van de Rechtbank Leeuwarden ging bovenstaande opzet ook niet goed, hier was echter sprake van een slordig opgezette structuur. Wij zetten regelmatig structuren op voor auto's van de zaak, bijvoorbeeld het beperken van een bijtelling als de DGA meerdere auto's ter beschikking heeft. Het wachten is thans op een arrest van de Hoge Raad.
Het is niet zo dat dergelijke structuren nooit werken, lees hiertoe dit artikel.
In deze casus rust op belanghebbende de last te doen blijken, dat wil zeggen overtuigend aan te tonen, dat de Volvo in 2015 voor niet meer dan 500 kilometers voor privédoeleinden is gebruikt (artikel 13 bis, leden 1 en 3, van de Wet), hierin is hij kennelijk niet geslaagd. De ‘waarde van de auto’ wordt, voor zover hier van belang, gesteld op ‘de catalogusprijs in de zin van artikel 9 van de Wet op de belastingen van personenauto’s en motorrijwielen 1992 vermeerderd met de belasting van de personenauto’s en motorrijwielen ingevolge de artikelen 9 tot en met 9c van genoemde wet’ (artikel 13bis, lid 7, van de Wet). De Inspecteur heeft gemotiveerd – onder verwijzing naar data in www.Kentekencheck.nu – gesteld dat de catalogusprijs van de Volvo zoals vastgesteld door de importeur of fabrikant van de auto op de datum van eerste toelating € 64.592 bedroeg, dit wordt dan ook het uitgangspunt. De omstandigheid dat ter zake van de overbrenging van de Volvo naar Nederland en de registratie ervan in het Nederlandse kentekenregister een rest-bpm was verschuldigd van € 3.818 is in dit verband niet van belang. Dat bedrag is immers beïnvloed door de regels van het in artikel 10 van de Wet BPM vervatte afschrijvingsregime.
Bron korstondige verhuur en bijtelling
Gerechtshof Arnhem Leeuwarden d.d. 9 april 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:3102)
Rechtbank Gelderland d.d. 20 april 2018 (ECLI:NL:RBGEL:2018:1833)
Meer weten van bijtelling en korte verhuur
- Splitsen bijtelling auto
- Geen bijtelling zonder kilometeradministratie
- Geen bijtelling bij slechte kilometeradministratie
- Bijtelling in Duitsland
- Verhuur aan partner en bijtelling
- Auto achter het slot geen bijtelling
- Bijtelling bij meerdere auto's
- Geen bijtelling voor dga die huur betaalt voor privé ritten
- Bijtelling zonder kosten BV
- Auto in eenmanszaak zakelijk of prive
- Verhuur auto van de zaak