Samenlevingsovereenkomst
Deze overeenkomst kunt u het beste als vertrekpunt gebruiken. Het opstellen van de overeenkomst moet veelal (op grond van fiscale wetgeving of op verzoek van een verzekeraar) door een notaris gebeuren.
De ondergetekenden
- de heer / mevrouw .............................., geboren ............... te ..............................
- de heer / mevrouw .............................., geboren ............... te ..............................
hierna te noemen 'partijen',
In aanmerking genomen dat:
- tussen hen een affectieve relatie bestaat;
- zij in het kader van die relatie vanaf ............... (datum) met elkaar samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren;
- zij het gewenst achten de vermogensrechtelijke gevolgen van de tussen hen bestaande relatie nader vast te leggen;
Verklaren het navolgende te zijn overeengekomen:
A. Eigen vermogen
Artikel 1
Tussen partijen bestaat geen gemeenschap van goederen met uitzondering
van de hierna vermelde gemeenschap van inboedel en behoudens de mogelijkheid
dat goederen in mede-eigendom worden verkregen krachtens een gezamenlijke
aankoop, door schenking of krachtens erfrecht.
Artikel 2
Alle schulden worden gedragen door degene die de schulden heeft doen ontstaan,
met uitzondering van de schulden die betrekking hebben op de kosten van
de gemeenschappelijke huishouding.
B. Gemeenschappelijk vermogen
Artikel 3
1. Inboedelgoederen zijn gemeenschappelijk en zullen aan partijen samen
toebehoren, ieder voor de onverdeelde helft, met uitzondering van voorwerpen
van persoonlijke aard of voorwerpen waarvan één van de partners kan bewijzen
dat de goederen aan hem of haar privé toebehoren. 2. Onder inboedel wordt
verstaan: alle goederen die dienen tot stoffering en meubilering van de
gemeenschappelijk bewoonde woning, de huishoudelijke apparaten, de vervoermiddelen
en alle andere aan de gemeenschappelijke huishouding dienstbare goederen.
Tot de inboedel behoren niet de goederen die dienstbaar zijn aan het beroep
of de onderneming van één der partijen.
Artikel 4
Indien gemeenschappelijke goederen zijn gekocht door één der partners,
moet het bedrag of de waarde daarvan ten dage van de koop door deze voor
de helft aan de andere worden vergoed, eventueel bij wijze van verrekening.
Deze vergoedingen zijn onmiddellijk opeisbaar.
Artikel 5
Goederen die strekken ten behoeve van de gewone gang van de huishouding
en ingevolge het vorenstaande gemeenschappelijk zijn, alsmede alle overige
gemeenschappelijke goederen, waaronder de eventueel gemeenschappelijke
woning, mogen niet zonder medewerking van beide partijen worden vervreemd
of verhuurd.
C. Gemeenschappelijke huishouding
Artikel 6
1. Partijen verlenen elkaar over een weer volmacht tot het verrichten van
rechtshandelingen t.b.v. de gewone gang van de huishouding. Zij verplichten
zich over en weer van de volmacht zodanig gebruik te maken dat de rechtshandelingen
kunnen worden toegerekend aan beide partijen en ieder van hen hoofdelijk
is verbonden.
2. Iedere partij draagt naar evenredigheid van de inkomsten uit arbeid
(of uitkeringen die daarvoor in redelijkheid in de plaats treden) bij in
de kosten van de huishouding. Indien slechts één der partijen inkomsten
heeft, komen de kosten van de gemeenschappelijke huishouding geheel ten
laste van die partij.
3. Wat op grond van art. 6 lid 2 moet worden bijgedragen, wordt gestort
op een gemeenschappelijke bank- of girorekening of in een gemeenschappelijke
kas. Uitgaven t.b.v. de gewone gang van de huishouding worden gedaan ten
laste van deze rekening en / of kas. De rekening is mede-eigendom van partijen
en wordt op beider naam gezet. Iedere partij is zelfstandig bevoegd te
beschikken over het tegoed op de gemeenschappelijke rekening en de gelden
uit de gemeenschappelijke kas.
4. Tot de uitgaven ten behoeve van de gewone gang van de huishouding worden
onder meer gerekend: onderhoudskosten, onroerend goedbelasting, verzekeringspremies
(met uitzondering van premies voor levens- en ongevallenverzekering), kosten
van meubilering en stoffering van de gezamenlijk bewoonde woning, kosten
ter zake van de aanschaf van huishoudelijke apparaten, telefoonkosten en
kosten ter voorziening in het dagelijks levensonderhoud.
5. Partijen voeren gezamenlijk een eenvoudige administratie, waaruit ieders
financiële rechten en plichten en het verloop van de gemeenschappelijke
rekening en / of kas kunnen worden afgeleid.
D. Eigen woning
Artikel 7
A. Regeling indien één partij eigenaar is:
Als de gemeenschappelijk bewoonde woning in eigendom toebehoort aan één
van de partijen, is de andere partij verplicht een in onderling overleg
vast te stellen vergoeding voor het woongenot te betalen. Voor zover de
inkomens- en vermogenspositie van de andere partij ontoereikend is, vervalt
deze verplichting. Uit deze regeling kan niet te enigen tijd door één van
de partijen het bestaan van een huurverhouding worden afgeleid.
B. Regeling indien beide partijen eigenaar zijn:
1. Als beide partijen, ieder voor de onverdeelde helft, eigenaar zijn van
de gemeenschappelijk bewoonde woning, draagt ieder naar evenredigheid van
de inkomsten uit arbeid (of uitkeringen die daarvoor in redelijkheid in
de plaats treden) bij in de lopende kosten verbonden aan het woongenot.
Daaronder vallen onder andere rente en aflossing van geldleningen die zijn
aangegaan voor de financiering van de woning.
2. Heeft de ene partij meer betaald dan de helft van de aankoopkosten van
de woning, dan heeft hij voor het meerdere een vordering op de andere partij.
Deze vordering is alleen opeisbaar bij verkoop van de woning of als de
samenwoning wordt beëindigd. Partijen bepalen in onderling overleg de rentevergoeding
op deze vordering. Of: Deze vordering is niet rentedragend.
Artikel 8
A Regeling 50 / 50-verdeling rente: Als partijen een door hen gemeenschappelijk
te bewonen woning in onverdeelde mede-eigendom hebben verkregen en voor
de financiering van de woning een hypothecaire geldlening zijn aangegaan,
dan behoort de rente tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding.
B Regeling andere verdeling rente: Als partijen een door hen gemeenschappelijk te bewonen woning in onverdeelde mede-eigendom hebben verkregen en voor de financiering van de woning een hypothecaire geldlening zijn aangegaan waarvoor beiden hoofdelijk aansprakelijk zijn, dan komt de rente voor rekening en ten laste van partij sub 1 voor ......% en van partij sub 2 voor ......%. Partij sub ...... verklaart de betaalde rente, voor zover deze rente zijn / haar aandeel in de schuldverhouding te boven gaat, niet te zullen terugvorderen van partij sub ......
E. Levensverzekering
Artikel 9
De premies en andere kosten van een levensverzekering en / of een ongevallenverzekering
zijn verschuldigd uit privévermogen van die partij die als begunstigde
in de polis is aangewezen.
F. Beëindiging samenwoning
Artikel 10
In het geval de samenwoning anders dan door overlijden van één der partners
wordt beëindigd, dan geldt het volgende:
1. De gemeenschappelijke goederen en de gemeenschappelijke rekening en
/ of kas worden met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst
naar redelijkheid en billijkheid verdeeld.
2. De waardering van roerende goederen geschiedt in onderling overleg of
bij gebrek aan overeenstemming door een deskundige, aan te wijzen door
de kantonrechter te ..............................
3. De waardering van het onroerend goed geschiedt in onderling overleg
of bij gebrek aan overeenstemming door drie deskundigen, aan te wijzen
door de kantonrechter te .............................. Bij de waardering
van de gezamenlijk in eigendom verkregen woning moet worden uitgegaan van
de waarde vrij opleverbaar.
4. Leidt de verdeling tot overbedeling van een partij, dan is deze verplicht
dit meerdere aan de ander in contanten te betalen.
5. Partijen zijn verplicht mee te werken aan de verkoop en overdracht van
de gezamelijk in eigendom verkregen woning en daartoe te benodigde akten
en stukken te ondertekenen. Bovendien verplichten partijen zich jegens
elkaar om de woning ten tijde van het passeren van de akte van overdracht
te hebben verlaten en ontruimd.
6. Wanneer partijen (in afwijking van het onder art. 10.5 bepaalde) besluiten
dat de ene partij het aandeel in de woning van de ander verkrijgt, dan
is de overdragende partij verplicht om op eerste aanmaning van verkrijgende
partij mee te werken aan de toescheiding en daartoe de benodigde akten
en stukken te ondertekenen. De verkrijgende partij dient aan de overdragende
partij te vergoeden de waarde van diens aandeel, vastgesteld volgens het
hiervoor onder 10.3 bepaalde, onder aftrek van het aandeel van de overdragende
partij in het restant van de op de woning onder hypothecair verband rustende
schuld. De verkrijgende partij is verplicht de gehele restantschuld voor
zijn rekening te nemen en de overdragende partij te vrijwaren voor alle
aanspraken daaruit.
7. De kosten van de toescheiding zijn voor rekening van de verkrijgende
partij. De overdragende partij heeft het recht gedurende drie maanden in
de woning te blijven wonen zonder tot enige vergoeding verplicht te zijn.
Deze termijn begint te lopen op de dag waarop de scheiding en deling tot
stand komt. Na verloop van deze termijn is de overdragende partij verplicht
de woning met al het zijne en de zijnen te hebben verlaten en ontruimd.
G. Beëindiging door overlijden
Artikel 11
1. Overlijdt één van de partijen, dan verblijft zijn / haar aandeel in
de gezamenlijke woning en in alle andere gemeenschappelijke goederen aan
de langstlevende partij zonder dat deze verplicht is hiervoor een vergoeding
te betalen, doch onder de verplichting de op de gezamenlijke woning onder
hypothecair verband rustende schuld geheel voor zijn / haar rekening te
nemen en als eigen schuld te voldoen.
2. Partijen verlenen elkaar over en weer een recht van overneming t.a.v.
de door hen ten tijde van het overlijden gezamenlijk bewoonde woning voor
het geval deze op het moment van overlijden eigendom is van één van de
partijen. Het recht vervalt indien het niet wordt uitgeoefend binnen 3
maanden na het overlijden. Gedurende deze periode heeft de langstlevende
partij het recht in deze woning te blijven wonen zonder daarvoor een vergoeding
verschuldigd te zijn. Wordt van het recht van overneming gebruik gemaakt,
dan wordt de overnemingsprijs vastgesteld door drie deskundigen, aan te
wijzen door de kantonrechter te ..............................
H. Onzekerheid over de eigendom
Artikel 12
Als tussen partijen geschil bestaat over de eigendom van een goed en geen
der partijen kan zijn recht op dit goed bewijzen, dan wordt het goed geacht
toe te behoren aan beide partijen, ieder voor de onverdeelde helft.
I. Duur van de overeenkomst
Artikel 13
Het in deze overeenkomst bepaalde geldt voor de periode dat de samenleving
duurt. Bepalingen die naar hun aard zijn bestemd om te werken na beëindiging
van de samenleving blijven gelden.
J. Geschillen
Artikel 14
Alle geschillen over de uitleg van de bepalingen in dit contract zullen
ter beslissing worden voorgelegd aan een onpartijdig persoon. Deze zal
door partijen in onderling overleg worden benoemd dan wel, bij gebreke
aan overeenstemming, door de kantonrechter te ..............................
Partijen zijn verplicht zich te onderwerpen aan het bindend advies van
genoemde persoon.
Tenslotte verklaren de partijen:
Op de datum van ondertekening van dit contract is ieders privévermogen samengesteld zoals is aangegeven op een aan dit contract gehechte en door partijen ondertekende lijst. Partijen hebben op de datum van de ondertekening van dit contract niets aan elkaar te vorderen met uitzondering van hetgeen is vermeld op bovengenoemde lijst.
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud te .............................. op ......-......-......
Handtekening partij sub 1 Handtekening partij sub 2
.............................. ..............................
Datum: 26 januari 2005