Prejudiciële vragen fiscale zaken bij de Hoge Raad
Sinds 2016 is het in fiscale zaken mogelijk dat de feitenrechter (Rechtbank en / of Gerechtshof) een rechtsvraag aan de belastingkamer van de Hoge Raad gaat voorleggen. Voor civiele zaken bestaat deze mogelijkheid al enkele jaren. Het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad is een optie die nog weinig wordt gebruikt.
Voor welke zaken prejudiciële vragen stellen?
In veel zaken kunnen er prejudiciële vragen worden gesteld. Er gelden echter wel spelregels, de belangrijkste zijn:
- Het moet (ex artikel 27ga AWR) gaan om een rechtsvraag.
- De rechtsvraag moet van belang zijn voor de zaak die bij de feitenrechter wordt neergelegd en moet relevant zijn om over deze zaak te kunnen beslissen in de juiste zin.
- De rechtsvraag moet voor de zaak relevant zijn en tevens voor vele zaken / geschillen. Voor adviseurs is het dus van belang om te melden bij welke situaties / zaken deze rechtsvraag ook aan de orde is.
Het stellen van (prejudiciële) rechtsvragen kan op verzoek van de inspecteur, adviseur van partijen of door de feitenrechter zelf (ambtshalve). Als de rechter het zelfstandig bepaalt, dan moet hij partijen in de gelegenheid stellen daarop te reageren. Als een rechtsvraag wordt voorgelegd, dan moet hierin het volgende zorgvuldig worden opgenomen:
- Het geschil;
- De feiten;
- Standpunten van partijen;
- De rechtsvraag;
- Denkrichting van de feitenrechter (eventueel).
De zaak wordt na het stellen van de vragen tijdelijk stopgezet (geschorst).
Procedure bij de Hoge Raad bij prejudiciële vragen
De informatie (zie hierboven) komt bij de Hoge Raad binnen in de postbus. Een procedure bij de Hoge Raad is meestal schriftelijk. Partijen krijgen de mogelijkheid om schriftelijk op de prejudiciële fiscale vragen te reageren. Of er nog een mondelinge behandeling moet volgen zal de Hoge Raad zelf beoordelen, partijen hebben hier geen invloed op. Als adviseur kunt u hierom wel verzoeken, eventueel kunt u aangeven dat u wilt reageren op de reactie van de inspecteur van de Belastingdienst. U kunt de Hoge Raad echter niet dwingen. Meestal zal de procureur generaal een eerste advies (conclusie) uitbrengen. Hierop kunnen partijen reageren.
Eventueel kunnen ook andere dan partijen in de gelegenheid worden gesteld om schriftelijk te reageren op het geschil en / of de rechtsvraag. Dit zal de Hoge Raad zelf bepalen.
Uiteindelijk doet de Hoge Raad schriftelijk uitspraak en stuurt dit naar partijen en de feitenrechter, beide op hetzelfde moment. De Hoge Raad hoeft de vraag niet te beantwoorden, dit zal de Hoge Raad doen als de vraag ziet niet leent voor prejudiciële vragen en / of het gewicht onvoldoende is (lijkt een beetje op 81 RO uitspraken).
Wat kan de adviseur met prejudiciële fiscale vragen?
In de praktijk zien we deze optie nog zelden. Te weinig wijzen de adviseurs - eventueel in samenspraak met de inspecteur - de rechtbanken op deze mogelijkheid, terwijl de geschikte zaken er wel zijn.
Niet elke zaak leent zich echter voor dergelijke rechtsvragen die in een groot aantal vergelijkbare gevallen kunnen spelen. Het is echter de moeite waard om binnen de klantenkring of branche te bekijken of een bepaald probleem breder speelt. Vaak zijn kleinere geschillen niet de moeite waard om aan de rechter voor te leggen, maar bij een brede impact kan het wel lonen.
Deze optie is ook prettiger (en sneller) dan bijvoorbeeld sprongcassatie, hierbij moet namelijk de uitspraak van de Rechtbank worden afgewacht alvorens de adviseur in actie kan komen. Bij prejudiciële vragen aan de Hoge Raad kan het antwoord worden gegeven voordat de uitspraak van de Rechtbank er is. Bij sprongcassatie moeten ook beide partijen hiermee instemmen, dit hoeft bij prejudiciële vragen niet, daar is het aan de rechter.
Bij prejudiciële vragen maakt de Rechtbank (op verzoek van de adviseur) eigenlijk een kleine wandeling langs de Hoge Raad om zo duidelijkheid te krijgen, de lopende zaak wordt geschorst en wellicht komt er snel meer duidelijkheid.