Samenloop tussen strafrecht en belastingrecht bij verdenking belastingfraude
Als iemand in een strafzaak of het daaraan voorafgaande strafrechtelijk onderzoek verdacht wordt van belastingfraude, dan moet hij er goed op bedacht zijn dat hij niet alleen te maken heeft met het strafrecht, maar ook met het belastingrecht. In dit soort zaken kunnen strafrecht en belastingrecht op diverse manieren verband met elkaar houden. Uit het oogpunt van een goede verdediging is het cruciaal om acht te slaan op de diverse verbanden tussen beide rechtsgebieden.
Belang belastingrecht voor strafzaak
Eén verband spreekt voor zich: Als het Openbaar Ministerie en de FIOD-ECD (de ‘belastingpolitie’) niet kunnen bewijzen dat de verdachte belastingwetgeving heeft overtreden, dan zullen zij er niet in slagen om hem strafrechtelijk veroordeeld te krijgen voor belastingfraude. Bij het leveren van dit bewijs spelen verklaringen van belastingambtenaren een belangrijke rol. Hun visie is echter niet altijd de juiste.
In dit soort fiscale strafzaken wordt voorts altijd een zogenaamde nadeelberekening ingebracht. Daarin wordt door de Belastingdienst becijferd hoeveel belasting de overheid zou hebben misgelopen. In het geval van een veroordeling neemt de rechter die berekening mee bij de bepaling van de hoogte van de straf. Deze berekening is soms veel te hoog.
Een advocaat die een verdachte van belastingfraude verdedigt, zal dus niet alleen moeten kijken naar puur strafrechtelijke verdedigingsmogelijkheden, maar ook naar fiscaaltechnische verdedigingsmogelijkheden.
Twee elkaar beïnvloedende trajecten
Een ander belangrijk verband tussen strafrecht en belastingrecht is dat, als iemand belastingfraude heeft gepleegd, er in de regel ook te weinig belasting zal zijn betaald. Bij ontdekking zal de overheid dan niet alleen willen straffen, maar ook de te weinig betaalde belasting alsnog willen incasseren, door het opleggen van navorderings- of naheffingsaanslagen. Bestraffing en navordering / naheffing zijn twee aparte trajecten, met eigen regels en – als het daartoe komt – een eigen rechtsgang.
Het is belangrijk om zich te realiseren dat wat in het ene traject gebeurt, ook in het andere van belang kan zijn. Informatie die men verstrekt in het strafrechtelijke traject, kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor het fiscale traject over de navordering / naheffing en andersom. Complicerend daarbij is dat iemand soms geen informatie hoeft te verstrekken in het strafrechtelijke traject, maar in het fiscale traject wel. Gebruik van in het fiscale traject verkregen informatie mag niet altijd worden gebruikt in het strafrechtelijke traject. De daarvoor geldende regels worden niet altijd goed nageleefd door de overheid. Het is dus zeer belangrijk om de proceshouding in het strafrechtelijke traject af te stemmen op die in het fiscale traject en kritisch te bezien of de overheid geen verdedigingsregels schendt. Een in zowel het belastingrecht als het strafrecht goed onderlegde advocaat kan hier goede diensten bewijzen.