Fiscaal foutje .... bedankt !
Als de Belastingdienst een fout maakt, dan mag u het voordeel houden. In onderstaande procedure bij de Hoge Raad wordt nog eens duidelijk hoe de spelregels binnen het wetboek zijn.
De procedure
Mevrouw X heeft een laag inkomen en krijgt de heffingskorting uitbetaald. Daarna gaat de computer van de Belastingdienst draaien en rollen er allerlei aanslagen en brieven uit. De procedure:
- Een belastingplichtige doet aangifte van haar lage inkomen.
- Door dat lage inkomen en de heffingskortingen is zij geen belasting verschuldigd.
- Nu kent de wet een regeling die erop neerkomt dat de heffingskorting wordt uitbetaald als de belastingplichtige een partner heeft die wel voldoende inkomen heeft.
- Onze belastingplichtige had wel een partner, maar die had geen aangifte gedaan.
- De Belastingdienst meende dat die partner wel aangifte moest doen en legt een aanslag op naar een hoger inkomen (een zogenoemde ambtshalve aanslag).
- Door dat hogere inkomen van de partner kon onze belastingplichtige aanspraak maken op uitbetaling van de heffingskorting. Daar had zij niet om verzocht, maar die toekenning deed de Belastingdienst uit eigen beweging (ambtshalve).
De crux zit nu in het feit dat de partner van onze belastingplichtige bezwaar had gemaakt tegen de aan hem opgelegde aanslag. De Belastingdienst wist dat, maar zag daarin geen aanleiding te wachten met het opleggen van de aanslag aan onze belastingplichtige of met een lager inkomen van de partner rekening te houden. Onze belastingplichtige heeft de heffingskorting uitbetaald gekregen.
U raadt het al, de partner krijgt gelijk en zijn inkomen wordt op nul gesteld. Daarop komt bij de Belastingdienst het besef dat onze belastingplichtige helemaal geen recht heeft op de uitbetaling van de heffingskorting (het inkomen van de partner was daartoe te laag) en legt een navorderingsaanslag op. Partijen rennen vervolgens naar de rechter ... jammer voor dit soort bedragen, maar het is zo.
De Hoge Raad is van mening dat dat niet kan. Onze belastingplichtige had niet om de uitbetaling verzocht, de Belastingdienst wist dat het inkomen van de partner door de fiscus zelf (ambtshalve) was vastgesteld en dat er bezwaar tegen die aanslag liep. Door zelfstandig de heffingskorting toe te kennen en onderzoek naar het inkomen van de partner achterwege te laten, heeft de Belastingdienst een zogenoemd ambtelijk verzuim begaan. Daardoor kan de Belastingdienst de heffingskorting niet terughalen.
Het lijkt een bordspel, maar is waargebeurd: een fout van de fiscus in uw voordeel.
Moraal van het verhaal
Als u een fiscaal voordeel in de schoot geworpen krijgt, check dan even bij Jongbloed Fiscaal Juristen of u dat ook mag behouden. Wij helpen u graag en in begrijpelijk taal (tegen redelijke tarieven).