Werken in twee of meer EU-landen en premieheffing
Premieheffing is een ingewikkeld onderwerp, zeker als het gaat over grensoverschrijdende situaties. In dit artikel gaan wij in op de regels bij premieheffing op het moment dat u (of uw klant) in de EU in twee verschillende landen werkt. Dat kan bijvoorbeeld voorkomen op het moment dat iemand werkzaamheden in Nederland en in Spanje verricht. In dit artikel gaan wij in op de hoofdregels, maar wij wijzen er vooraf al op dat een uitputtend overzicht geven bijna ondoenlijk is. Zo gelden aparte regels voor bijvoorbeeld ambtenaren en wegvervoerders. Dit artikel behandelt alleen het werken in loondienst. Onder het werken in loondienst wordt, vanuit Nederlands perspectief, verstaan: het zijn van werknemer voor de werknemersverzekeringen. Let op! Het is belangrijk een duidelijk onderscheid te maken met detachering. Daarvoor gelden namelijk andere regels. Wij gaan in een ander artikel in op het verrichten van werkzaamheden anders dan in loondienst en detacheringswerkzaamheden.
Werken in twee of meer EU-landen en regelgeving
Dit artikel is geschreven voor de situatie dat sprake is van werken in twee EU-landen. In deze situatie is meestal de Verordening 883/2004 van toepassing, alsmede de hierbij behorende uitvoeringsverordening 987/2009. Het doel van deze verordening is om aan te wijzen in welk land iemand sociaal verzekeringsplichtig is. Deze verordening kent zogenaamde exclusieve werking. Dit houdt in dat, als iemand onder de verordening valt, slechts het stelsel van één lidstaat op hem van toepassing is.
Werkenden vallen eerder onder deze bepaling dan zij denken. Indien iemand een werkgever in Duitsland heeft, maar hij regelmatig werkzaamheden vanuit Nederland verricht, dan kan deze bepaling al aan bod komen.
Werken in twee of meer EU-landen: waar sociaal verzekerd?
Er zijn veel mensen die in twee of meer EU-landen werken, soms zonder het zelf echt door te hebben. Dit artikel gaat specifiek over de situaties dat in twee of meer landen arbeid wordt verricht. Het kan zijn dat de persoon dit doet voor één werkgever, maar de situatie kan zich ook voordoen dat sprake is van meerdere werkgevers.
De verordening wijst aan in welk land de werkende verzekeringsplichtig is. De bepalingen kennen een duidelijke rangorde. De eerste stap is daarom altijd om te kijken of de persoon in kwestie een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht in zijn woonstaat. Indien dit het geval is, dan is de wetgeving van de woonstaat van toepassing.
Bij de beoordeling of sprake is van een substantieel gedeelte moet worden gekeken naar de relevante feiten en omstandigheden en in ieder geval naar de arbeidstijd en / of het loon. Dit is geregeld in de eerdergenoemde uitvoeringsverordening. Indien blijkt dat ten minste 25% van de arbeidstijd in de woonstaat wordt ingevuld en / of dat 25% van het loon in de woonstaat wordt verdiend, dan geldt dit als een belangrijke indicator voor het voldoen aan het vereiste van een substantieel gedeelte.
Werken in twee of meer EU-landen: geen substantieel gedeelte in de woonstaat
Het kan zijn dat geen sprake is van het verrichten van arbeid voor een substantieel gedeelte in het woonland. De verordening bevat voor deze situatie diverse regels, die zich als volgt laten weergeven:
- Indien wordt gewerkt voor één werkgever, geldt de wetgeving van het land waar de werkgever is gevestigd.
- Indien wordt gewerkt voor meer dan één werkgever die in hetzelfde land zijn gevestigd, geldt de wetgeving van het land waar de werkgevers zijn gevestigd.
- Indien wordt gewerkt voor twee werkgevers, waarvan er één is gevestigd in het woonland, dan geldt de wetgeving van de werkgever die niet in het woonland is gevestigd.
- Indien wordt gewerkt voor twee of meer werkgevers, waarvan er niet één in de woonstaat van de werknemer is gevestigd en die werkgevers in verschillende lidstaten zijn gevestigd, dan geldt de wetgeving van het woonland.
- Indien de werkgever buiten de EU is gevestigd en de werkzaamheden worden in twee of meer lidstaten verricht, dan geldt de wetgeving van het woonland.
Werken in twee of meer EU-landen: vestigingsplaats werkgever
Er is hiervoor een aantal keren verwezen naar de vestigingsplaats van de werkgever. Maar waar is die nu gelegen? Vaak zal dit niet ter discussie staan en blijken uit de feitelijke situatie. Bij complicaties dient echter te worden gekeken naar de plaats waar de voornaamste beslissingen betreffende de onderneming worden genomen en waar de centrale bestuurstaken worden uitgevoerd.
Werken in twee of meer EU-landen: zekerheid krijgen
Het is logisch dat uzelf of uw klanten zekerheid willen over waar premies zijn verschuldigd. Premies zijn immers een kostbare aangelegenheid en niemand wil gedoe met bestuursorganen. Daarom is er een duidelijke, administratieve procedure om die zekerheid te krijgen. Deze procedure werkt op hoofdlijnen als volgt.
De werknemer stelt het aangewezen orgaan (in Nederland de SVB) in kennis van de situatie. De SVB (of haar buitenlandse collega) beoordeelt dan in ieder geval de volgende elementen:
- In welke landen worden werkzaamheden verricht;
- In welke landen zijn de werkgevers gevestigd.
De SVB beoordeelt vervolgens de situatie op basis van de aangeleverde stukken en stelt vast van welk land de wetgeving van toepassing is. De SVB informeert de andere betrokken lidstaten hierover. De werknemer krijgt vervolgens een document met deze vaststelling. Dit wordt een A1-verklaring genoemd. Er zijn landen die zo’n verklaring voor buitenlandse werknemers verplicht hebben gesteld.
Advies bij premieheffing
Premieheffing blijft vaak onderbelicht, maar kan verstrekkende gevolgen hebben. Laat u daarom voorlichten over de gevolgen van grensoverschrijdende arbeid. Dat geldt als u zelf een buitenlandse werkgever vindt, u in Nederland komt werken of als u, bijvoorbeeld in de vorm van detachering, in het buitenland te werk wordt gesteld. De auteurs van dit artikel helpen u graag.