De Verordening 883/2004
Verordening 883/2004 is binnen de sociale zekerheid van groot belang. Dit artikel gaat in het algemeen in op deze Verordening en het belang ervan. Voor een meer inhoudelijke behandeling van de onderdelen van deze Verordening verwijzen wij graag naar de diverse andere artikelen die wij hieraan hebben gewijd. Hebt u vragen over deze verordening, bijvoorbeeld voor uzelf of voor uw klanten, neem dan gerust contact met ons op.
Waarom Verordening 883/2004 over sociale zekerheid?
Binnen de Europese Unie is het inrichten van socialezekerheidsstelsels een bevoegdheid die aan de lidstaten toekomt. De Unie heeft met betrekking tot de inrichting geen bevoegdheden. Dit betekent dat binnen de Unie, met al haar lidstaten, een breed en divers scala aan socialezekerheidsstelsels geldt. Het behoeft weinig toelichting dat dit tot dubbele heffing kan leiden. Daarom zijn er afspraken gemaakt over de coördinatie van de verschillende socialezekerheidsregelingen. Deze afspraken zijn op EU-niveau gemaakt. Dit heeft geleid tot twee verordeningen: Verordening 883/2004 (ook wel: de basisverordening) en Verordening 987/2009 (ook wel: de uitvoeringsverordening).
Uitgangspunt is dat de eigen kenmerken van de nationale stelsels worden gerespecteerd. Daarom bevat de verordening slechts een coördinatiemethode. Toepassing van deze methode moet leiden tot de situatie waarin personen die zich door de Unie verplaatsen aan de wetgeving van één enkele lidstaat zijn onderworpen met betrekking tot de sociale zekerheid.
Hoe is Verordening 883/2004 opgebouwd?
De verordening kent de volgende Titels:
- Algemene bepalingen;
- Vaststelling van de toepasselijke wetgeving;
- Bijzondere bepalingen voor verschillende categorieën uitkeringen;
- Administratieve Commissie en Raadgevend Comité;
- Diverse bepalingen;
- Overgangs- en slotbepalingen.
Wat is opgenomen in de Titels van Verordening 883/2004?
Wij geven hierna kort weer wat u in de diverse titels terugvindt.
Titel I. Algemene bepalingen
Deze titel geeft bijvoorbeeld de definities van begrippen die in de gehele verordening gelden. Ook bepaalt deze Titel de werkingssfeer van de bepalingen. Het is daarom altijd zaak om bij deze bepaling te beginnen. Zo blijkt uit Titel I dat de verordening ook van toepassing is op gezinsleden en nabestaanden.
Titel II. Vaststelling van de toepasselijke wetgeving
In de tweede Titel gaat het om het formuleren van de regels die bepalen welke socialezekerheidswetgeving op een persoon van toepassing is. Daarbij geldt dat het de bedoeling is dat de wetgeving van één lidstaat van toepassing is. De hoofdregel is het werkland, maar hierop zijn vele uitzonderingen.
Titel III. Bijzondere bepalingen voor verschillende categorieën uitkeringen
Titel III bevat een flink aantal hoofdstukken. Deze hoofdstukken zien op het recht op en de berekening van uitkeringen. Voorts bepaalt deze Titel welke lidstaat de kosten op zich moet nemen. Onder meer omdat uitkeringen per lidstaat kunnen verschillen, wordt onderscheid gemaakt naar type uitkeringen. De verordening kent voor de volgende typen uitkeringen nadere regels:
Ziekte- en moederschaps- en vaderschapsuitkeringen |
Werkloosheid |
Arbeidsongevallen en beroepsziekten |
Vervroegde uittreding |
Overlijden |
Gezin |
Invaliditeit |
Bijzondere, niet op basis van premie- of bijdragebetaling |
Ouders- en nabestaandenpensioen |
Titel IV. Administratieve Commissie en Raadgevend Comité
Deze regels gelden voor de genoemde Commissie en het Comité. De administratieve commissie houdt zich onder meer bezig met vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard, voortvloeiende uit de verordening. Daarnaast is zij bezig met uniforme rechtstoepassing en samenwerking.
Het Raadgevend Comité bestaat uit vertegenwoordigers uit de regering, werknemers- en werkgeversorganisaties. Zij houdt zich onder meer bezig met onderzoek en advisering. Dat kan op verzoek, maar ook uit eigen beweging.
Titel V. Diverse bepalingen
Belangrijke aspecten die niet tot het doel van deze verordening behoren treft u onder diverse bepalingen aan. Het gaat dan bijvoorbeeld over de bescherming van persoonsgegevens en financiering.
Titel VI. Overgangs- en slotbepalingen
Deze bepalingen gaan vooral over de inwerkingtreding en de overgang vanuit voorgaande verordeningen.
Advies bij Verordening 883/2004
Deze verordening is uitgebreid en nog altijd onderdeel van veel geschillen. Dat kan zowel gaan over de genoemde uitkeringen, maar ook over het toepassen van de regels van Titel II over het aanwijzen van de lidstaat die mag heffen. Laat u, indien nodig, tijdig adviseren. Neem gerust contact op met één van de auteurs.