De Rijnvarendenovereenkomst
De Verordening 883/2004 gaat over het land waar personen sociaal verzekerd zijn, indien zij zich binnen de EU bewegen. De regels wijzen aan onder welk recht iemand valt. De Verordening biedt tevens de ruimte aan lidstaten om samen afspraken te maken voor groepen personen. Die afspraken gaan dan voor op de regels van de Verordening. De Rijnvarendenovereenkomst is zo’n afspraak. Deze afspraak geldt voor Rijnvarenden en is gesloten tussen: Nederland, België, Frankrijk, Luxemburg, Liechtenstein, Zwitserland en Duitsland. Wij gaan in dit artikel in op een aantal aspecten uit deze overeenkomst.
Voor wie geldt de Rijnvarendenovereenkomst?
De overeenkomst geldt voor alle personen die als Rijnvarende kwalificeren, mits de overeenkomst ook territoriaal werkt. Wij gaan hierna in op het begrip Rijnvarende. De territoriale werking komt in de volgende paragraaf aan de orde.
Rijnvarenden kunnen zowel werknemers als zelfstandigen zijn. Het gaat erom dat iemand behoort tot het varend personeel en zijn beroepsarbeid verricht aan boord van een schip dat met winstoogmerk in de Rijnvaart wordt gebruikt. Als aanvullend vereiste geldt dat het vaartuig een verklaring heeft dat het schip de nodige hechtheid en vereiste uitrusting bezit voor de vaart op dat gedeelte van de stroom waarvoor het bestemd is. Voor tijdelijk personeel dat wordt ingezet om de bemanning aan te vullen of te versterken geldt dat zij eveneens als Rijnvarenden kunnen kwalificeren.
Een uitzondering wordt gemaakt voor twee groepen personen:
- De persoon die zijn beroepsarbeid uitoefent aan boord van een zeeschip, waarbij voor de kwalificatie als zeeschip wordt gekeken naar de wetgeving van het land onder welke vlag het schip vaart;
- De persoon die zijn beroepsarbeid uitoefent op een schip dat uitsluitend of hoofdzakelijk in een binnen- of zeehaven wordt gebruikt.
Een hele reeks voorwaarden dus.
Territoriale werking Rijnvarendenovereenkomst
De overeenkomst is van toepassing op inwoners van de lidstaten die bij de overeenkomst partij zijn. Maar wat te doen als de Rijnvarende woont in een lidstaat die geen Rijnoeverstaat is of als zijn werkgever gevestigd is in zo’n lidstaat? Hiervoor is beleid opgesteld. De overeenkomst wordt in deze situaties niet toegepast indien de regels van de Verordening een lidstaat aanwijzen die geen partij is bij de overeenkomst. De overeenkomst is wel van toepassing indien op basis van de regels van de Verordening wordt uitgekomen bij een lidstaat die partij is bij de overeenkomst. Ook hier geldt: maatwerk en nauwkeurigheid. De rechtbank heeft in het verleden overeenkomstig geoordeeld. In veel rechtszaken gaat het om werkgevers die gevestigd zijn in Cyprus. Cyprus behoort wel tot de lidstaten die bij de Verordening horen, maar zijn niet aangesloten bij de Rijnvarendenovereenkomst. Dit zorgt in de praktijk voor veel problemen en dubbele heffing.
Rijnvarendenovereenkomst: de onderneming waartoe het schip behoort
De zinsnede ‘de onderneming waartoe het schip behoort’komt in de overeenkomst vaak voor. Hiermee wordt gedoeld op de onderneming of de vennootschap die het schip daadwerkelijk exploiteert. Het zijn van eigenaar van het schip is daarbij niet van belang. Er dient dus naar daadwerkelijke exploitatie gekeken te worden. De situatie kan ontstaan dat een schip door meer partijen wordt geëxploiteerd. Dan moet eerst worden gekeken of een partij kan worden aangewezen die daadwerkelijkexploiteert en daarbij de beslissingsbevoegdheid heeft over economische en commerciële beslissingen op managementniveau over het schip. Leidend zijn de gegevens van de Rijnvaartverklaring.
Hoe werkt de Rijnvarendenovereenkomst?
Het toepassen van de Rijnvarendenovereenkomst is maatwerk en luistert zeer nauw. Wij geven hieronder op hoofdlijnen weer hoe de overeenkomst werkt. Wij merken daarbij op dat de overeenkomst is gebaseerd op Verordening 883/2004. Dit heeft als gevolg dat ook op de regels van die Verordening acht moet worden geslagen.
Net als bij de Verordening is het doel van de Rijnvarendenovereenkomst om ervoor te zorgen dat slechts het socialezekerheidsstelsel van één lidstaat van toepassing is. Daarvoor bevat de overeenkomst aanwijsregels. De hoofdregel is dat de wetgeving van toepassing is op het grondgebied, waarvan de zetel van de onderneming waartoe het schip behoort zich bevindt. Dit leidt echter niet altijd tot een duidelijk antwoord, bijvoorbeeld als de onderneming niet is gevestigd in een land dat partij is bij deze overeenkomst. Je moet dan kijken naar de wetgeving van de staat die wel betrokken is bij de overeenkomst en waar het filiaal of de vaste vertegenwoordiging van de onderneming zich bevindt. Echter, ook dit leidt niet altijd tot uitsluitsel. Dan wordt gekeken naar de staat op wiens grondgebied de zetel van de eigenaar van het schip zich bevindt. Wij merken hier op dat deze toetsing(en) zeer nauw luisteren en tot verschillende uitkomsten kunnen leiden. Verschillende uitkomsten leiden vaak tot dubbele premieheffing. Overigens bevat de Verordening nog een escapebepaling voor de situatie waarin geen van de aanwijsregels werkt.
Tot slot de situatie waarin de Rijnvarende het schip zelf exploiteert. Een eigen onderneming dus. Dan geldt de wetgeving van de staat waar de onderneming zijn zetel heeft. Is deze staat geen partij bij de overeenkomst, dan kijk je als escape naar de wetgeving van de staat van inschrijving / de thuishaven van het schip.
Rechtszekerheid voor Rijnvarenden en premies
Het is prettig om rechtszekerheid te hebben. Dat geldt vrijwel altijd. Die mogelijkheid is er voor Rijnvarenden. Zowel de werkgever als de werknemer / zelfstandige kan zich wenden tot het bevoegd orgaan met het verzoek vast te stellen welke wetgeving van toepassing is op welke periode. Dit is uiterst raadzaam om dubbele heffing te voorkomen. Andere staten zijn in beginsel gebonden aan deze uitkomsten. Het is aan te raden om u bij de aanvraag van zo’n vaststelling te laten adviseren door een specialist. Dit leidt vaak tot snellere afgifte van verklaringen en zorgt er ook voor dat u in de toekomst niet onverwacht geconfronteerd wordt met de stelling dat u een (mogelijk) onjuiste aanvraag hebt gedaan.
Advisering Rijnvarenden en premieproblematiek
Rijnvarenden worden nog veel geconfronteerd met dubbele heffing. Soms komt dit door leemtes in het systeem en soms door gebreken in de aanvraag van een verklaring bij het bevoegd orgaan. Wij adviseren veel op dit gebied en helpen u graag. Neem gerust eens contact op voor een vrijblijvend gesprek.