EU-landen pakken belastingontwijking aan
De 28 landen van de Europese Unie hebben een akkoord bereikt over een omvangrijk pakket maatregelen tegen belastingontwijking.
Minister Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Raad van Ministers van Financiën: "De strijd tegen belastingontwijking was één van de onderwerpen bovenaan onze agenda dit halfjaar. Het was niet eenvoudig want de belangen en meningsverschillen waren groot. Maar we zijn erin geslaagd afspraken te maken, die mijn 27 collega’s en ik nu in eigen land gaan omzetten in wetgeving."
Volgens de Minister is het belangrijk dat de EU voorop loopt in de strijd tegen belastingfraude en belastingontwijking. "Dat grote bedrijven eerlijk hun belasting betalen is cruciaal voor de bereidheid bij burgers om ook hun deel bij te dragen. Onthullingen als LuxLeaks en Panama Papers hebben het vertrouwen bij burgers in een eerlijk belastingsysteem geen goed gedaan. Ik hoop dat het vertrouwen terugkeert nu we de ontsnappingsroutes voor internationaal opererende bedrijven aan het afsluiten zijn."
Voorgestelde maatregelen:
Hieronder de belangrijkste punten uit de aangenomen Europese anti-belastingontwijking richtlijn:
-
Renteaftrekbeperking: Bedrijven mogen de rente die
zij betalen over leningen aftrekken van de winst. Grote, vaak internationaal
opererende bedrijven kunnen interne leningen verstrekken en daardoor de
rente op leningen aftrekken in een land met een hoog belastingtarief en
de rentebaten laten neerslaan in een land met een laag belastingtarief.
De voorgestelde renteaftrekbeperking zorgt ervoor dat bedrijven maximaal 30% van hun brutowinst aan rente mogen aftrekken van de winst. Deze maatregel gaat het uithollen van de belastinggrondslag tegen. -
Exitheffing: De maatregel zorgt ervoor dat een bedrijf
zijn activa niet onbelast kan verplaatsen naar een ander land. Bij verplaatsing
van een bedrijf of bedrijfsonderdeel (of een intellectueel eigendom) moet
belasting worden betaald over de waarde die het bedrijf heeft opgebouwd
in het land waaruit het vertrekt, zodat de winst belast wordt waar de waarde
is gecreëerd. Dit zorgt ervoor dat voorkomen wordt dat een bedrijf goederen
of diensten na de ontwikkelingsfase verplaatst naar een laagbelast land
zonder dat over de niet-gerealiseerde winsten wordt ‘afgerekend’.
Bijvoorbeeld: een farmaceutisch bedrijf ontwikkelt een nieuw medicijn in land A en trekt alle kosten daar af. Vervolgens worden de rechten op het medicijn vlak voor het op de markt gebracht wordt, verplaatst naar land B. De exitheffing regelt dat land A verplicht is belasting te heffen over de in land A gecreëerde waarde, op het moment van de overdracht. - De algemene anti-misbruikbepaling: Dit is een extra slot op de deur dat voorkomt dat belastingplichtigen kunstmatige constructies opzetten met als voornaamste doel om belasting te besparen. Als blijkt dat internationale bedrijven met kunstmatige constructies de belastinggrondslag uithollen of winsten verschuiven, dan kan een lidstaat door middel van de algemene anti-misbruikbepaling zorgen dat er door de constructie heen wordt gekeken. De anti-misbruikbepaling moet ervoor zorgen dat misbruik onmogelijk wordt, ook als CFC niet van toepassing is.
-
De CFC-maatregel: Deze voorkomt dat bedrijven passief
inkomen verplaatsen naar een dochterbedrijf in een land met een laag belastingtarief.
Als blijkt dat een bedrijf vermogen (of intellectueel eigendom) parkeert
in een land met een laag belastingtarief, moet de lidstaat van het moederbedrijf
de winst uit dit vermogen naar zich toetrekken.
Deze maatregel voorkomt dat bijvoorbeeld het intellectueel eigendom van een product wordt verplaatst naar een land met een laag belastingtarief. In dat geval mag de lidstaat van het moederbedrijf deze winst belasten tegen het eigen belastingtarief. -
Hybride mismatches: Door verschillen tussen belastingstelsels
kan het gebeuren dat landen verschillend oordelen over de fiscale behandeling
van een bedrijf of een lening. Hierdoor ontstaat de kans dat bedrijven
dubbel gebruik kunnen maken van belastingaftrek of dat ze over ontvangen
rente of een opbrengst geen belasting betalen, terwijl elders over de betaling
die er tegenover staat een aftrek plaatsvindt. Met deze maatregel wordt
dit probleem binnen de EU aangepakt in de vorm van afspraken welke lidstaat
aftrek moet toestaan of juist moet weigeren.
De lidstaten hebben verder de Europese Commissie gevraagd om in oktober 2016 met voorstellen te komen om dit probleem ook op te lossen voor geldstromen van en naar landen buiten de Europese Unie in lijn met de in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) besproken maatregelen tegen belastingontwijking.
Bron: www.minfin.nl