KB Lux en boete inkeer
Over de KB Lux-zaken wordt veel geschreven en geprocedeerd. Op 28 juni 2013 heeft de Hoge Raad een heldere uitspraak gedaan over de opgelegde boetes. De Hoge Raad heeft vastgesteld (of overweegt, zoals dit zo mooi wordt genoemd) dat het aanhouden van een bankrekening met verzwegen vermogen in een land met een bankgeheim in het algemeen leidt tot de conclusie dat de belastingplichtige opzettelijk onjuist aangifte heeft gedaan. Een boete van 100% is dan zo gek nog niet.
Hoge Raad 28 juni 2013 KB Lux-zaak
De Belastingdienst (lees: de inspecteur) legt een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en vermogensbelasting op bij een belastingplichtige. De aanslag wordt verhoogd met een boete van 100%. De grondslag is een verzwegen bankrekening van de belastingplichtige bij de KB Lux-bank. De zaak wordt voorgelegd aan de Rechtbank, het Gerechtshof en de Hoge Raad.
De Rechtbank veegt de aanslagen van tafel omdat de inspecteur niet snel (voortvarend) genoeg heeft gehandeld. De boetes worden door de Rechtbank verminderd (i.v.m. omkering van de bewijslast en overschrijding van de redelijke termijn). Het Gerechtshof in Amsterdam kijkt er enkele maanden later nog eens naar. Het Gerechtshof laat de aanslagen ook in de prullenbak liggen, maar laat de boetes wel in stand. De Hoge Raad is dit met het Gerechtshof eens. Er is sprake van opzet als men zaken bewust heeft verzwegen. Volgens de Hoge Raad kan in deze situatie (waarbij een belastingplichtige een bankrekening aanhoudt in een land met een bankgeheim en hier veel geld heeft staan) niet gezegd worden dat er geen sprake is van opzet. De aangifte is opzettelijk niet juist ingediend en hierbij hoort een forse boete. De Hoge Raad geeft hierbij ook aan dat in deze periode voldoende bekend was dat dit inkomen in Nederland moest worden opgegeven.