De fiscale jacht op het zwarte vermogen door de Belastingdienst
Iedereen die zelf zijn aangifte indient, weet dat je aan het einde van de aangifte een hokje aan moet vinken waarin staat dat je de aangifte correct en volledig hebt ingevuld. Toch vult niet iedereen de aangifte even netjes in. Vaak is dan sprake van verhuld vermogen. Binnen de Belastingdienst is hiervoor ook een speciaal team aanwezig. Verhuld vermogen kan gaan om cryptobezittingen zijn, maar kan ook vermogen in het buitenland betreffen.
Aandachtspunten bij verhuld vermogen
- Zolang dat vermogen onder het zogenoemde heffingsvrije vermogen blijft is er niets aan de hand; de fiscus komt dan feitelijk niets te kort.
- Het gaat wel mis als het verhulde vermogen hoger is dan het heffingsvrije vermogen. Via wetgeving (o.a. DAC7) probeert de overheid meer grip te krijgen op het verhulde vermogen. Ook de Belastingdienst jaagt intensief op deze ‘zwartspaarders’.
- Belastingplichtigen met verhuld vermogen kunnen ‘inkeren’. Dit wil zeggen dat zij alsnog bij de Belastingdienst te biecht gaan en een correcte opgaaf doen van het vermogen. Deze inkeerregeling is de achterliggende jaren behoorlijk uitgekleed. In het verleden werd geen boete opgelegd als de zwartspaarder zich alsnog meldde en de verschuldigde belasting (alsnog) voldeed. Deze inkeerregeling is indertijd geïntroduceerd om mensen met een verhuld vermogen ‘aan te moedigen’ hun vermogen alsnog aan te geven. Inmiddels leven we in een andere tijd.
- De Belastingdienst kan een boete opleggen tot maximaal 300% van de verschuldigde belasting over het verhulde vermogen. Voor vermogen in het buitenland geldt daarbij niet de normale navorderingstermijn van 5 jaar; voor verhuld buitenlands vermogen geldt een navorderingstermijn van 12 jaar!
De verandering van wetgeving en beleid maken dat er in afnemende mate sprake van liefhebbers van (vrijwillige) inkeer. De zwartspaarders moeten door de Belastingdienst worden opgespoord. Daar komt bij dat als belastingplichtigen met verhuld vermogen worden opgespoord zij niet altijd openheid van zaken geven en gevraagde informatie achterhouden. Dit leidt uiteraard tot een lange looptijd binnen de Belastingdienst voordat het verhulde vermogen kan worden achterhaald.
Wet open overheid
In het kader van de Wet open overheid (Woo) is gevraagd om documenten van het specialistenteam dat zich binnen de Belastingdienst bezighoudt met zogenoemde weigeraars en ontkenners. In eerste instantie verlopen onderzoeken via de zogenoemde Taskforce Verhuld Vermogen. Als de belastingplichtige naar de mening van de Taskforce onvoldoende meewerkt aan het inzichtelijk maken van het (verhulde) vermogen, wordt de post overgedragen aan de Specialistengroep weigeraars/ontkenners Verhuld Vermogen. Dit team wordt in de Woo-stukken aangeduid als een team vergelijkbaar met bijzonder beheer bij banken; het moet de belastingplichtige en diens eventuele fiscale hulpverlener duidelijk zijn dat “de belastingdienst hem de aanpak en aandacht geeft die hij verdient.”
Instrumentarium om jacht om zwartspaarder te openen
In de Woo-stukken wordt voorts ingegaan op het instrumentarium dat door de Belastingdienst kan worden ingezet in de jacht op de zwartspaarders. OP dit punt is er weinig nieuws onder de zon. Het gaat om het reguliere instrumentarium (bellen, deurwaarders, informatiebeschikking).
Informatiebeschikking
Als de Belastingdienst zich geconfronteerd ziet met een belastingplichtige
die niet wil meewerken, kan zij niet zonder meer een aanslag opleggen
en zich beroepen op de omkering en verzwaring van de bewijslast.
Indien de Belastingdienst dit wil bereiken en daarmee de belastingplichtige
in een moeilijkere bewijspositie wil brengen, dan moet hij de onvoldoende
medewerking vastleggen in een beschikking: de informatiebeschikking. Doet
de Belastingdienst dat niet, dan zal in de procedure over de aanslag de
belastingplichtige niet worden geconfronteerd met een verzwaarde
bewijslast, tenzij sprake is van het niet hebben gedaan van de vereiste
aangifte.
De Belastingdienst legt de onvoldoende medewerking als gezegd vast in de informatiebeschikking. Hierbij gelden een aantal formele regels, die in de praktijk niet altijd volledig worden nageleefd. De belastingplichtige ontvangt deze informatiebeschikking. De informatiebeschikking is in feite een weergave van de verplichtingen waarvan de Belastingdienst meent dat de belastingplichtige ze onvoldoende is nagekomen. Tegen deze beschikking kan de belastingplichtige in bezwaar en beroep gaan. Hij kan de verzoeken van de Belastingdienst dan laten toetsen, voordat hij in de aanslagprocedure wordt geconfronteerd met een verzwaarde bewijspositie.
Vanwege de bezwaar- en beroepsmogelijkheden is de informatieschikking weliswaar een zinvol instrument voor de Belastingdienst, maar het is tijdrovend.
Andere instrumenten
Interessant worden de Woo-stukken als het gaat om andere instrumenten die kunnen worden ingezet bij de aanpak van niet-meewerkende belastingplichtigen. De stukken spreken over het inzetten van ‘stalken’ en gijzeling (aan het einde van het traject). Deze instrumenten worden niet verder uitgewerkt, maar doen toch wel de spreekwoordelijke wenkbrauwen fronsen.
Stalken is een strafbaar delict dat is opgenomen in artikel 258b van het Wetboek van Strafrecht. Stalken wordt gedefinieerd als:
“Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.”
Past een strafbaar optreden van de Belastingdienst binnen een behoorlijk handelende overheid? Bedacht zou toch moeten worden dat dit niet wenselijk is. Indien in de Woo-stukken met stalken wordt bedoeld dat de controleur tot vervelens toe vragen blijft stellen, valt er nog wat bij voor te stellen. In dat geval is de woordkeuze niet handig. Voor zover het pleidooi van dit instrument zou zijn dat door de Belastingdienst strafbaar zou mogen worden gehandeld, dient deze benadering te worden verworpen. De wet geldt voor eenieder, ook voor de Belastingdienst.
Met gijzeling (vastzetten in de gevangenis) kan een belastingplichtige worden gedwongen de belastingschuld te voldoen. Dit kan gelukkig niet zomaar. De ontvanger van de Belastingdienst kan mensen met openstaande belastingschulden gelukkig niet zomaar vastzetten. Gijzeling verloopt altijd via de rechter.
Opinie fiscaal Jurist inzake zwartspaarders
Het mag voor de Belastingdienst buitengewoon vervelend zijn dat weigeraars en ontkenners met verhuld vermogen, niet meewerken aan het inzichtelijk maken van hun vermogen. Dat laat onverlet dat gehoopt mag worden dat op basis van de vrijgegeven Woo-stukken niet zou moeten worden geconcludeerd dat de Specialistengroep weigeraars/ontkenners van Verhuld Vermogen de nieuwe cowboys van de Belastingdienst zijn, waarbij de werkwijze uit het CAF-tijdperk/de toeslagenaffaire weer van stal wordt gehaald. Ook de Belastingdienst moet zich aan de regels houden en dient zich verre te houden van strafbaar handelen; wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien.
Tenslotte voor belastingplichtigen, liegen mag niet en vermogen moet gewoon in Nederland in de belastingheffing worden betrokken. Heeft u hulp nodig stuur ons dan gerust een e-mail. Wij zullen - veelal in overleg met met belastingdienst - zorgen voor een betere nachtrust.
Vragen over inkeerregeling?
Meer weten van fiscale jacht op zwarte vermogen
- Verhuld vermogen en inkeerregeling
- Team verhuld vermogen belastingdienst
- Geen boete inkeerregeling
- Inkeerregeling voor 1 juli 2010
- Inkeerregeling 12 jaar
- FIOD en inkeerregeling
- Inkeerregeling Credit Suisse
- Boete inkeerregeling lager
- Inkeerregeling en bewijslast Belastingdienst
- Informatiebeschikking inkeerregeling
- Terechte informatiebeschikking?
- Informatiebeschikking en buitenlandse banktegoeden
- Informatiebeschikking en dwangsom