BPM en EG-recht
BPM in strijd met EG-recht
Er zijn de laatste tijd diverse uitspraken over de rechtsgeldigheid van de BPM. De Rechtbank in Breda (10 april 2007, 06/03335) doet nu wederom een opmerkelijke uitspraak. Deze uitspraak is op 25 juli gepubliceerd.
Feiten
In 2002 is de heer X aangehouden met een auto met Duits kenteken terwijl hij in Nederland reed. De heer X woont in Nederland en is aandeelhouder / bestuurder van een Duitse GmbH (Duits bedrijf). De auto was niet in Nederland geregistreerd en X had geen vergunning aangevraagd, de zogenaamde beperkte vergunning voor bestuurders. De inspecteur legt een naheffingsaanslag met boete op.
Belanghebbende stelt:
- BPM regelgeving in strijd met Europees recht.
- Concurrentieachterstand ten opzichte van Duitse concurrent (met zelfde auto).
- In strijd met vrijheid van goederen en diensten binnen de Europese gemeenschap (auto is door BPM niet meer in Duitsland te verkopen).
Uitspraak
De Rechtbank is het met de heer X eens, de aanslag en boete worden vernietigd. De Rechtbank verwijst hierbij naar een uitspraak van de Europese rechter (HvJ EG 15 september 2005, zaak C-464/02, Commissie-Denemarken).
Conclusie
Op 2 februari 2007 heeft de Rechtbank in Arnhem (AWB 05/5116 BPM) in dezelfde lijn een beslissing genomen. De BPM zou in strijd zijn met artikel 43 van het EG-recht. Al met al is het verstandig dat u bij problemen met een buitenlands kenteken een deskundige in de arm neemt. Op ons kantoor worden BPM-kwesties behandeld door de heer mr. drs. Sanne van den Elst of de heer mr. Dennis J.B. Jongbloed.