Staking onderneming en emigratie
Een man en een vrouw hebben een melkveebedrijf in Nederland. De VOF wordt per 1 januari 2000 zonder belastingheffing ingebracht in een B.V. In 2002 emigreert het stel naar Denemarken. Een filiaal van de Nederlandse B.V. wordt in Denemarken ingeschreven. De inspecteur stelt dat het bedrijf onterecht is ingebracht via de geruisloze inbreng. De belastingplichtige stelt dat het bedrijf is verplaatst. De Hoge Raad (27 april 2012) is het met de inspecteur eens, edoch geeft wel mogelijkheden.
Staking onderneming en naar buitenland vertrekken
Een onderneming kan worden verplaatst naar een andere plaats, dit kan zowel binnen de Nederlandse grenzen, maar ook daarbuiten. Bij een verplaatsing kan er ook sprake zijn van een staking. Het belangrijkste uitgangspunt is dat de onderneming qua identiteit niet wezenlijk wordt veranderd. In deze casus ging het mis:
- Het bedrijf was anders.
- Er zijn geen bestanddelen uit Nederland meegenomen voor het nieuwe bedrijf.
- Enkel de leidinggevende was gelijk gebleven.
De Rechtbank in Haarlem was het ook al met de inspecteur eens. Het Gerechtshof in Amsterdam was het vervolgens met de belastingplichtige eens. De onderneming is volgens het Gerechtshof niet gestaakt. Het Gerechtshof komt tot deze conclusie omdat de identiteit van de onderneming dezelfde is gebleven. De Hoge Raad gaat ook van dit principe uit, maar komt tot een andere conclusie. In dit geval zijn de koeien in Nederland verkocht, maar in Denemarken zijn dezelfde koeien weer gekocht. De onderneming in Denemarken was veel groter dan de onderneming in Nederland.
Belastingtip
De melkveehouder had de Nederlandse koeien moeten overbrengen naar Denemarken, inclusief vele activa. Volgens de letterlijke tekst en de geest van de wet was het dan wel goed gegaan. Laat u dus tijdig en goed adviseren.