Hypotheekrenteaftrek buitenland zonder keuzeregeling
Op 18 april 2011 heeft Rechtbank Breda (LJN BQ3849, gepubliceerd op 10 mei 2011) bepaald dat het mogelijk is om als buitenlands belastingplichtige met inkomen verdiend in Nederland de hypotheekrente voor een buitenlandse eigen woning in Nederland af te trekken, zonder dat daarbij een beroep hoeft te worden gedaan op de zogenaamde keuzeregeling om als binnenlands belastingplichtige aangemerkt te worden. De casus betrof de situatie van iemand die in Nederland werkte en in België woonde, en zijn hypotheekrente in Nederland wilde aftrekken.
Keuzeregeling buitenlands belastingplichtigen
Iemand die niet in Nederland woont, maar wel bepaalde inkomsten uit Nederland ontvangt, wordt in Nederland aangemerkt als buitenlands belastingplichtige. Om een buitenlands belastingplichtige dezelfde fiscale aftrek mogelijkheden te geven als iemand die in Nederland woont en werkt, kan een buitenlands belastingplichtige kiezen om als binnenlands belastingplichtige in Nederland behandeld te worden. Door die keuze heeft deze in het buitenland wonende belastingplichtige dezelfde aftrekmogelijkheden voor de hypotheekrente in vergelijking met iemand die in Nederland woont en werkt. Deze keuzeregeling is in de Nederlandse wet opgenomen in verband met het verbod van discriminerende belastingregels binnen Europa. Aan de keuzeregeling zit echter een sanctie als op enig moment niet meer wordt gekozen voor binnenlandse belastingplicht, indien die keuze wel gemaakt zou kunnen worden. De fiscale voordelen van de aftrekposten van de laatste 7 jaar wordt dan alsnog in één keer gecorrigeerd (de zogenaamde terugploegregeling).
Keuzeregeling discrimineert
Op basis van een aantal uitspraken van het Hof van Justitie is Rechtbank Breda nu tot de conclusie gekomen dat de genoemde keuzeregeling de discriminatie niet voldoende wegneemt. Door te kiezen voor binnenlandse belastingplicht ontstaat er weliswaar een zelfde situatie tussen iemand die in Nederland woont en werkt, echter gooit de terugploegregeling roet in het eten. De buitenlands belastingplichtige zal zijn keuze moeten blijven maken. Doet hij dat niet, dan worden de fiscale tegemoetkomingen alsnog teruggenomen. De discriminatie wordt dus eigenlijk voorwaardelijk opgeheven op grond van de keuzeregeling.
Wanneer is er sprake van discriminatie?
Van discriminatie is alleen sprake als er vergelijkbare gevallen zijn. In het kader van de keuzeregeling moet er sprake zijn van hoofdzakelijk te belasten inkomen in Nederland. Fiscaal betekent dit dat ten minste 90% van het inkomen (van alle boxen) in Nederland belast moet worden op grond van het belastingverdrag. Daarnaast moet het inkomen in de woonstaat onvoldoende zijn om persoonlijke tegemoetkoming aldaar toe te passen. Discriminatie zal dus vooral voorkomen bij personen die niet in Nederland wonen, maar wel het inkomen in Nederland verdienen. Daarnaast zal dit spelen bij geëmigreerde Nederlanders die een overheidspensioen ontvangen dat in Nederland belast wordt.
Tip: maak bezwaar tegen de terugploegregeling
Indien u onlangs een aanslag hebt ontvangen op grond van de terugploegregeling, omdat u op enig moment niet meer hebt gekozen voor binnenlandse belastingplicht (terwijl u die keuze wel kon maken), dan wil ik u adviseren bezwaar te maken. Op basis van de uitspraken van het Hof van Justitie is de kans klein dat eventuele hogere instanties tot een ander oordeel zullen komen. Tot op heden (13 mei 2011) is er nog geen beroep aangetekend tegen de uitspraak van Rechtbank Breda. Ik ben benieuwd of het Ministerie van Financiën zich toch laat verleiden tot het instellen van beroep.