Belastingdienst krijgt gelijk in Edelweisszaak
De Edelweissroute was erop gericht om erfbelasting over zwart vermogen te ontduiken; dit gebeurde door pas na verloop van 12 jaar na het overlijden te melden dat er vermogen in het buitenland onderdeel was van de erfenis. In reactie hierop heeft de wetgever deze termijn voor buitenlands vermogen geschrapt en feitelijk onbeperkt gemaakt. Het Gerechtshof heeft nu bepaald dat deze onbeperkte navorderingsbevoegdheid niet in strijd is met het Europese recht.
Vrijwillige verbetering
In deze zaak draait het omde volgende situatie:
Vader is in 2000 overleden; tot zijn nalatenschap behoren buitenlandse banktegoeden die niet in de aangifte erfbelasting/successie zijn opgenomen.
In 2014 maakt de erfgenaam van vader gebruik van de inkeerregeling en meldt de Belastingdienst dat hij het vermogen van zijn vader heeft geërfd.
In 2016 wordt door de Belastingdienst zowel voor de inkomstenbelasting als voor de erfbelasting een aanslag opgelegd.
Belanghebbende is het niet eens met de aanslag erfbelasting en gaat in beroep bij de Rechtbank.
Uitspraken rechters
De Rechtbank Gelderland heeft reeds in 2018 geoordeeld dat de Belastingdienst 16 jaar na het overlijden van vader alsnog een aanslag erfbelasting mag opleggen. Belanghebbende gaat in hoger beroep.
Het Gerechtshof komt nu tot hetzelfde oordeel en stelt wederom de Belastingdienst in het gelijk.
In artikel 16 AWR is bepaalddat de navorderingstermijn 12 jaar bedraagt. Met ingang van 1 januari 2012 is hierop in de Successiewet een afwijkende bepaling opgenomen; artikel 66 stelt dat deze 12-jaarstermijn niet geldt voor de heffing van erfbelasting voor zover het vermogen betreft dat in het buitenland is opgekomen of is aangehouden.
Het Hof oordeelt dat de onbeperkte navorderingsbevoegdheid niet in strijd is met het Europese recht; het zogenaamde legaliteitsbeginsel. Evenmin is in strijd gehandeld met het EVRM en artikel 63 VWEU.
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat deze wijziging juist is ingevoerd om de Edelweissroute onmogelijk te maken. De Edelweissroute ontduikt de erfbelasting door pas na het verstrijken van de 12-jaarstermijn de Belastingdienst te informeren dat tot de erfenis een buitenlandse bankrekening behoort.
De wetswijziging kende geen overgangsregeling voor bestaande gevallen; de Belastingdienst meende hierdoor dat in alle gevallen waarin buitenlands vermogen niet was aangegeven daarom nog nagevorderd kon worden; dus in theorie nog bij erfenis vanaf invoering van de Successiewet in 1955. Dezestrijdigheid met de rechtszekerheid is gelukkig reeds eerder door de rechtelijke macht gecorrigeerd: als de 12-jaarstermijn ooit is verstreken, is daarmee het heffingsrecht definitief komen te vervallen. Voor situaties zoals die van belanghebbende,waarbij reeds meer dan 11 jaar van de termijn is verlopen maar nog net geen 12 jaar, geldt echter dat de navorderingstermijn niet is verstreken en nu ook nooit meer zal verstrijken. Was vader in dit geval een half jaar eerder overleden, dan had de erfgenaam geen aanslag erfbelasting meer kunnen krijgen.
Advies:
Mocht u zelf een buitenlandse bankrekening hebben geërfd, dan raad ik u aan een adviseur in te schakelen en gebruik te maken van de inkeerregeling. Door deze tegoeden tijdig zelf te melden bij de Belastingdienst voorkomt u (deels) vergrijpboetes. Indien gewenst kunnen wij u daarin bijstaan; wij hebben hier ruime ervaring mee.
Uitspraken:
· ECLI:NL:GHARL:2020:4524 https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2020:4524
· ECLI:NL:RBGEL:2018:376 https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2018:376