print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Actueel internationaal

Fiscale woonplaats bepalen

Om de belastingplicht en de sociale zekerheid te bepalen, is de woonplaats van groot belang. De woonplaats bepaalt veelal waar een persoon of werknemer belastingplichtig is. Ieder land kent ook nog zijn eigen regels zodat altijd gekeken moet worden naar de bepaling van het relevante land. Als de belastingdienst denkt dat u in Nederland woont dan moet de Belastingdienst/ inspecteur dit aannemelijk maken. Dit vermoeden moet de belastingplichtige dan weer ontzenuwen/ ontkrachten. Een praktische en vaak leuke zaak om te onderzoeken. Ook in een kwestie bij een DJ (Afrojack) was er discussie over de fiscale woonplaats, dit onderdeel is van essentieel belang bij een mogelijke emigratie (Rechtbank Rotterdam d.d. 16 juli 2024 ECLI:NL:RBROT:2024:6658)

Duurzame band met Bulgarije maar fiscale woonplaats in Nederland

In een uitspraak van de Rechtbank Gelderland op 16 juli 2024 (ECLI:NL:RBGEL:2024:4520) stond de vraag centraal of de erflater (geboren in 1960) in 2014 en 2015 in Nederland woonachtig was. De rechtbank concludeerde dat dit het geval was, ondanks dat de erflater ook banden had met Bulgarije.

  • Erflater was in gemeenschap van goederen getrouwd en ze waren sinds 1998 eigenaar van een woning in Nederland.
  • In 2009 is erflater met zijn echtgenote geemigreerd en uitgeschreven uit de basisadministratie.
  • In 2013 koopt erflater een woning in Bulgarije. Erflater is in Bulgarije niet geregistreerd als inwoner.
  • In het kader van een boekenonderzoek komt de inspecteur in 2013 bij de woning. Tijdens het gesprek geven beide personen aan om in 2014 weer in Nederland te gaan wonen.
  • In 2016 is erflater plotseling overleden.
  • In Vanaf 2017 woont de echtgenote (volgens de basisadministratie) weer op dit adres.
  • In geschil is of erflater in 2014 en 2015 in Nederland woont en hier aangifte inkomstenbelasting moet doen.

De vraag is of erflater een duurzame band met Nederland heeft (zie ook Hoge Raad d.d. 12 april 2013 ECLI:NL:HR:2013:BZ6824).  De wetgever heeft geen bijzondere betekenis willen toekennen aan bepaalde (categorieën) omstandigheden, zoals bijvoorbeeld iemands sociale of economische binding met een land (zie ook Hoge Raad d.d. 21 januari 2011 ECLI:NL:HR:2011:BP1416). Uit het beleid van de belastingdienst volgt dat er wordt gekeken naar; het duurzame tehuis, verblijfplaats gezin en belastingplichtige, sociale banden, bedrijfsmatige binding, financiele belangen, bestedingspatroon, intenties, inschrijving basisadministratie en nationaliteit.

Het betaalgedrag van de erflater, de beschikbare woning en auto’s in Nederland, zijn familiebanden, vastgoed in Nederland, zijn aanwezigheid bij het boekenonderzoek en zijn functie als bestuurder van Nederlandse vennootschappen speelden hierbij een belangrijke rol. De erfgenamen stellen dat erflater in Bulgarije woont omdat hij daar met zijn vriendin (en hun gemeenschappelijke dochter) woonden en hij daar ook een onderneming dreef. De pin betalingen zouden niet door erflater zijn gedaan maar door zijn echtgenote. Op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en Bulgarije werd vastgesteld dat de erflater voor belastingdoeleinden als inwoner van Nederland moest worden beschouwd. Het beroep tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen werd ongegrond verklaard.

Fiscale woonplaats met woning in Nederland en in buitenland

Waar iemand woont is een feitelijke vraag. De inwonersvraag moet op grond van artikel 4 lid 1 AWR worden beoordeeld (feiten en omstandigheden). Dit is maatwerk en kan per situatie en rechter dan ook verschillen. Als u niet het risico wilt lopen dat u in Nederland woont is het van belang dat uw persoonlijke en economische belangen met Nederland beperkt zijn. Dus bij voorkeur geen beleggingen, activiteiten of woningen in Nederland. Vaak stelt een belastingplichtige de vraag "mag ik dan mijn woning in Nederland niet behouden?" Dit is een lastig te beantwoorden vraag. Uit onderstaande volgt dat de rechters hier kritisch naar kijken.

In situaties waarbij iemand nog een eigen woning in Nederland heeft komen wij soms bijzondere beoordelen tegen (uitspraak Gerechtshof Amsterdam 2024). Als uitgangspunt zou de materiële werkelijkheid de doorslag moeten geven. De rechter stelt vast of een persoon een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland heeft. Hierbij is de band met de buitenland - in eerste instantie - minder van belang (voor de belastingdienst). Sterke banden met het buitenland zeggen nog niet direct iets over het inwonerschap in Nederland. Dit komt pas aan de orde bij de zogenaamde verdragsinwonervraag. Als een inwoner een duurzame band met Nederland heeft die niet wordt onderbroken zien we vaak discussie ontstaan over de fiscale woonplaats. Wat speelde in de hiervoor genoemde casus:

  • De persoon heeft een eigen woning in Nederland die gedurende 2 jaar wordt verhuurd.
  • Zijn vakantiewoning in Nederland wordt af en toe verhuurd.
  • Belanghebbende heeft het recht van gebruik van de eigen woning gedurende ruim 60 dagen per jaar, hiervan maakt hij ook gebruik.
  • Belanghebbende was dus soms in Nederland en was ook betrokken bij de verbouwing van de vakantiewoning in Nederland.
  • Belanghebbende heeft pensioen en lijfrente uitkeringen uit Nederland
  • De belangrijkste bezittingen van belanghebbende liggen of zijn ondergebracht in Nederland (economische activiteit)
  • Belanghebbende heeft een appartement in Spanje en een eigen woning in Duitsland.

Omdat er woningen en duurzame betrekkingen zijn met Nederland en Duitsland moet via de tiebreaker regel voor het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland worden bepaald waar hij nu echt fiscaal woonachtig is. Centraal hierbij staat met welk land de persoonlijke en economische betrekkingen het sterkst zijn (middelpunt levensbelangen). De rechtbank en het gerechtshof vinden dat deze met Nederland het sterkst zijn.

Waar woont iemand? 

Een Nederlandse werknemer die in België werkt en in Nederland woont wordt voor de Nederlandse wetgeving geacht binnenlands belastingplichtig te zijn. Als België dit ook zo ziet, is er een probleem (dubbele belastingheffing). Omtrent de fiscale woonplaats kijkt Nederland naar de volgende onderdelen:

  • Waar verblijft het gezin?
  • Waar wordt arbeid verricht?
  • Waar wordt een woning aangehouden?
  • Waar ingeschreven in de gemeentelijke administratie?
  • Is er sprake van gebruik van gas en water op het woonadres?
  • Waar wordt geld opgenomen van de bank resp. pin opnamen gedaan?
  • Waar is uw bank en vermogensbeheerder gevestigd? 
  • Hoe lang werkt / woont / verblijft men in een land?
  • Plaats van lidmaatschappen, abonnementen, bankrekeningen, verzekeringen, ziektebehandelingen, etc.

Woonplaats met eigen woning in Nederland

In een uitspraak van het Hof Amsterdam d.d. 23 januari 2024 (ECLI:NL:GHAMS:2024:721) wordt de complexiteit van de fiscale woonplaatsbepaling binnen de Nederlandse belastingwetgeving onderstreept. Deze casus, waarbij een belastingplichtige, hierna te noemen X, zowel in Nederland als in Duitsland substantiële banden had, illustreert de nuances van de fiscale woonplaatsbepaling en de consequenties daarvan voor de belastingplicht.

De Casus in Vogelvlucht

X, met de Nederlandse nationaliteit, stond gedurende de jaren 2015 en 2016 grotendeels ingeschreven in Duitsland, maar behield het recht om tot 62 dagen per jaar in zijn verhuurde Nederlandse woningen te verblijven. Ondanks zijn inschrijving in Duitsland, bleef X economische activiteiten in Nederland verrichten en had hij familiebanden in Nederland. De inspecteur stelde dat X fiscaal inwoner van Nederland bleef, wat door zowel de rechtbank als het Hof Amsterdam werd bevestigd. De kern van deze bevestiging lag in de duurzame banden van persoonlijke aard die X met Nederland behield.

Aandachtspunten voor de Bepaling van de Fiscale Woonplaats

Hieronder volgt een checklist met aandachtspunten die van belang zijn bij de beoordeling van de fiscale woonplaats:

  1. Persoonlijke banden: De aanwezigheid van familie in Nederland weegt zwaar mee in de beoordeling van de fiscale woonplaats. Het behouden van nauwe persoonlijke relaties in Nederland kan duiden op een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland.
  2. Economische activiteiten: Het blijven verrichten van economische activiteiten in Nederland, zoals het verhuren van onroerend goed, speelt een significante rol in de bepaling van de fiscale woonplaats.
  3. Verblijfsduur: De daadwerkelijke verblijfsduur in Nederland versus het buitenland is een belangrijke factor. Regelmatig verblijf in Nederland, zelfs voor korte perioden, kan wijzen op het behoud van duurzame banden met Nederland.
  4. Woningbezit en gebruik eigen woning in Nederland: Het aanhouden en gebruiken van een woning in Nederland, zelfs als deze tijdelijk wordt verhuurd, kan indicatief zijn voor een fiscale woonplaats in Nederland.
  5. Inschrijving en administratieve hHandelingen: Hoewel inschrijving in het buitenland een indicatie kan zijn van verplaatsing van de woonplaats, is het niet doorslaggevend. Administratieve handelingen, zoals het openen van een bankrekening of inschrijving in het buitenland, moeten in samenhang met andere factoren worden bekeken.
  6. Intentie en toekomstplannen: De intentie van de belastingplichtige, zoals blijkt uit contracten voor tijdelijke verhuur en toekomstplannen om terug te keren naar Nederland, zijn relevant voor de beoordeling van de fiscale woonplaats.

Deze uitspraak benadrukt het belang van een holistische benadering bij de bepaling van de fiscale woonplaats, waarbij alle relevante feiten en omstandigheden in acht worden genomen. Voor fiscaal juristen en belastingadviseurs is het essentieel om zich bewust te zijn van de complexiteit van deze materie en de mogelijke impact op de belastingplicht van hun cliënten. Het zorgvuldig documenteren en beoordelen van de banden met Nederland speelt een cruciale rol in het adviseren over en het bepalen van de fiscale woonplaats.

Fiscale woonplaats vader met Thaise zoon

Henk heeft een zoon (geboren 2010), samen met zijn in Thailand wonende vrouw, ze zijn niet getrouwd. De zoon heeft de Nederlandse en Thaise nationaliteit en bij zijn moeder in Thailand. In 2012 heeft Henk zijn appartement - tegen schulderkenning - verkocht aan zijn zoon en ook diverse bankrekeningen op zijn naam gezet (geschonken?). In 2016 was Henk 226 dagen in Nederland en 140 dagen in Thailand. Bij zijn verblijf in Nederland woont het in het appartement van zijn zoon. Henk is van mening dat hij in Thailand woont en buitenlands belastingplichtig in Nederland is. De inspecteur is van mening dat Henk in Nederland woont en dus ook belasting moet betalen over het vermogen van zijn zoon (50%) omdat hij het ouderlijk bezag heeft uitgeoefend. De rechtbank is het (deels) met Henk eens. Het Gerechtshof Den Haag is het op 27 juni 2023 (ECLI:NL:GHDHA:2023:1296)  niet met Henk eens. Voor de woonplaats moet worden gekeken naar het belastingverdrag tussen Nederland en Thailand en voor de definitie van het ouderlijk bezag is het Thaise recht van belang. Het Thaise recht stelt dat beide ouders het ouderlijk gezag uitoefenen over hun kind.  Het box 3 vermogen van de zoon moet niet voor 100% maar slechts voor 50% worden meegenomen (artikel 2.15 lid 4 Wet IB 2001)

Waar iemand woont wordt na omstandigheden beoordeeld (artikel 4 lid 1 AWR). Kwalificeert een persoon als inwoner van Nederland dan ontvouwt zich een bak aan wetgeving en regels met vele fiscale consequenties en verplichtingen. Er worden dus veel procedures gevoerd over de fiscale woonplaats van een natuurlijk persoon. Doorgaans is het succes voor belastingplichtige niet zo groot. In deze procedure is Henk veel in Nederland, woont zijn moeder in Nederland, heeft hij een een woning tot zijn beschikking en heeft Henk nog een adviespraktijk in Nederland. Ook heeft Henk in Thailand geen aangifte gedaan. Henk stelt dat hij alleen voor zijn werk (en vele procedures) en de afwikkeling van het overlijden van zijn moeder, in Nederland verblijft en zijn gezin in Thailand woont. Zijn persoonlijke band met Thailand is dus - voor zijn gevoel - vele malen groter.

De volgende uitspraken zijn hierbij van belang:

Fiscale woonplaats advocaat

Als de Belastingdienst denkt dat iemand in Nederland woont dan moet de inspecteur dit aannemelijk maken, de belastingplichtige moet vervolgens deze vermoedens tegenspreken (en aannemelijk maken dat dit niet klopt). In een procedure bij het Gerechtshof Amsterdam d.d. 22 december 2016 ECLI:GHAMS:2016:5750kwam een leuke zaak voorbij. Een advocaat stelt dat hij sinds 1997 in Zwitserland woont. De inspecteur denkt dat de advocaat in de periode 2002 tot en met 2006 in Nederland woont. De advocaat doet aangifte als buitenlands belastingplichtige en is het niet met de inspecteur eens. De rechter is het met de inspecteur eens, de redenen:

  • echtgenoot (en kinderen) wonen in Nederland
  • de echtgenoot door de advocaat wordt onderhouden (voorzien in levensonderhoud)
  • de advocaat in de woning van de echtgenoot verbleef
  • beide echtelieden met elkaar op vakantie gingen
  • de advocaat werkzaamheden in Nederland heeft verricht (inschreven bij de balie en geen werknemers in dienstbetrekking bij zijn eenmanszaak)
  • weinig binding met Zwitserland
  • diverse luxe auto's van de advocaat in Nederland aanwezig
  • er diverse abonementen op zijn naam staan (voor kranten etc)
  • een Nederlands email account
  • uit vluchtgegevens volgt dat de advocaat vaak kort in Zwitserland was
  • telefoonnummer op naam van de advocaat
  • facturen van opticien en apotheek in Nederland voor oogmetingen en medicijnen
  • veel data uit derdenonderzoeken (onder meer over financieringsaanvragen etc)
  • diverse e-mails waaruit volgt dat de advocaat niet zo vaak in Zwitserland is
  • creditcard betalingen die duiden op verblijf in Nederland

Een leuke procedure om te lezen, er is veel onderzoek verricht en de advocaat heeft te weinig argumenten aangedragen om de feiten die door de inspecteur zijn gesteld te ontzenuwen. Een slecht gevoerde procedure die uiteindelijk geen andere uitkomst had gehad, is onze mening.

Procedure over fiscale woonplaats

In een procedure bij het Gerechthof in Den Haag (d.d. 25 juni 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2182) ging het om een huisarts (en zijn partner) die zowel in Nederland als in het buitenland (in casu België) een woning hadden. In eerste aanleg ging dit voor de huisarts - bij de Rechtbank in Den Haag d.d. 23 december 2011- fout, de rechter was van mening dat ze in Nederland wonen.

De Nederlandse belastinginspecteur is van mening dat het "stel" in Nederland woont, dit op grond van artikel 4 AWR en artikel 4 van het belastingverdrag tussen Nederland en België (oude verdrag uit 1970). Doordat het stel in Nederland zou wonen, zouden ze belasting moeten betalen over de afkoop van een lijfrente en een stamrecht en tevens een ontvangen liquidatie-uitkering.

In artikel 4 AWR staat dat waar iemand woont naar omstandigheden wordt beoordeeld, dit is een uiterst vaag begrip dat in de jurisprudentie langzaam is ontwikkeld / ingevuld. Het gaat dus om de feiten en omstandigheden. Een rechter kijkt hierbij naar de volgende zaken:

  • Waar leeft de persoon?
  • Waar verblijft zijn gezin?
  • Waar gaan de kinderen naar school?
  • Waar wordt een (gemeubileerde) woning aangehouden?
  • Waar wordt het meest gas, electra, water gebruikt?
  • Waar neemt men deel aan het sociale en maatschappelijke leven?
  • Waar gaat de persoon naar de dokter, sport, etc.?
  • Waar heeft men zijn of haar commerciële en financiële belangen?

Uiteindelijk bepalen de feiten het middelpunt van iemands leven en hiermee de woonplaats.

In deze kwestie stelde de belastingplichtige het volgende:

  • Het bezit van een gemeubileerde woning in België.
  • Er waren verklaringen uit België dat het stel hier vaak was (vaste klant bij de bakker).
  • De (aanzienlijke) leveringen van gas in België.
  • Telefoonrekeningen uit België.

De inspecteur komt nog met een paar stellingen (boot in Nederland, creditcard in Nederland, boodschappen in Nederland gekocht, krant in Nederland, bezoek fysio in Nederland).

Uiteindelijk is de rechter van mening dat de huisarts in Nederland woont. Waarom? Geen flauw idee. Is de fysiotherapeut belangrijker dan de bakker? Ging het om te grote belangen? Was de structuur iets te "slim" opgezet en slecht uitgevoerd?

Fiscale woonplaats DGA

De heer X heeft de Nederlandse nationaliteit en heeft in Nederland aangifte gedaan als binnenlands belastingplichtige. X ontvangt inkomen uit diverse Nederlandse BV's en is daarnaast DGA van een aantal Nederlandse rechtspersonen. X brengt een deel van het jaar door in Marokko waarbij hij ook een woning en sociaal leven heeft. In zijn aangifte inkomstenbelasting geeft X niet zijn wereldinkomen aan maar enkel zijn binnenlands inkomen. X is van mening dat hij in Marokko woont. De rechter en de inspecteur denken hier anders over omdat X niet slaagt in zijn bewijslast omtrent zijn woonplaats in Marokko. X maakt niet aannemelijk dat hij in 2015 (ook) fiscaal inwoner is van Marokko; hij maakt niet aannemelijk dat is voldaan aan één van de drie daarvoor geldende criteria, te weten:

  1. het beschikken in Marokko over een permanente verblijfsplaats (‘The place of permanent home’), of
  2. het aldaar hebben liggen van het middelpunt van (de sociale en) economische belangen (‘The centre of economic interest’), of
  3. het in een periode van 365 dagen aldaar meer dan 183 dagen verblijven.

Rechtbank Den Haag d.d. 15 december 2021 ECLI:NL:RBDHA:2021:14719

Fiscale woonplaats CFO

Henk is sinds 2012 statutair bestuurder van een concern, ongeveer 20% van zijn tijd. Henk wordt via zijn eigen holding ingehuurd via een management vergoeding (overeenkomst van opdracht). Daarnaast was Henk - voor 80% - ook nog in dienstbetrekking bij een dochteronderneming, als CFO. Henk ontving een salaris en daarnaast nog een bonus via aandelen (zogenaamde Restricted Stock Units). In 2014 wordt het hoofdkantoor van het concern naar Nederland verplaatst. Henk verhuist in april 2016 naar Nederland. De vraag is of Henk over geheel 2016 in Nederland belastingplichtig is. De inspecteur was zelfs van mening dat Henk al sinds 2012 in Nederland belastingplichtig is. De redenen hiervoor zijn:

  • Henk heeft een duurzame band met Nederland;
  • Henk heeft de Nederlandse nationaliteit
  • Er stond Henk een huis ter beschikking in Nederland (woning van zijn echtgenote);
  • Henk heeft een auto (met verzekering) in Nederland (gekocht in april 2016).
  • De kinderen van Henk (uit een eerder huwelijk) wonen in Nederland.

De Rechtbank oordeelt in 2022 dat Henk voor 2016 niet in Nederland heeft gewoond. Volgens de rechter woont Henk vanaf april 2016 in Nederland (en dus ook niet vanaf 1 januari 2016). De argumenten van de inspecteur overtuigen de Rechter hierbij niet.

Fiscale woonplaats van een butler

Een butler werkt sinds 2017 voor een sjeik in Dubai (contract voor 4 jaar), hiervoor reist hij de hele wereld over. Tot 1 juni 2017 heeft de butler een woning in Nederland. Zijn loon wordt gestort op een Nederlandse bankrekening. Volgens de butler woont hij vanaf juli 2017 in het buitenland. De sjeik is nooit langer dan 60 dagen in een land omdat hij geen fiscaal inwoner wil zijn buiten Dubai. De butler reist mee naar Engeland, Dubai en verblijft ook regelmatig op de immense boot van de sjeik. Volgens de rechter en de inspecteur woont de Butler in Nederland (terwijl hij hier zelden is). Deze procedure maakt duidelijk dat er via feiten moet worden aangetoond waar iemand woont. Rechtbank Noord Nederland 2 november 2021 ECLI:NL:RBNNE:2021:4648

Vragen over fiscale woonplaats of emigratie

De inspecteur moet bij een geschil over uw woonplaats zijn stelling innemen en bewijzen. Hierbij kan de inspecteur u om informatie vragen (informatiebeschikking). Als u deze informatie niet verstrekt kan de bewijslast worden omgekeerd. Op grond van een redelijke schatting worden dan aanslagen opgelegd. De bal ligt dan weer bij u, u moet aannemelijk maken dat de aanslagen niet kloppen. Bel gerust voor een afspraak als u emigratieplannen heeft of een discussie over uw woonplaats.

Deel deze pagina

Laatste update op 14-10-2024
Artikel gemaakt op 27-08-2014
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Landendesk Actueel internationaal Fiscale woonplaats bepalen

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap