Erfbelasting internationaal
De Europese Commissie wil de dubbele successie / erfbelasting aanpakken.
Inleiding
De erfbelasting zorgt voor 0,5% van de inkomsten van de EU-landen. De erfbelasting wordt als uiterst onrechtvaardig gezien, deze 2 feiten zorgen ervoor dat afschaffen de beste optie is.
Als u geld of goederen erf uit het buitenland of zelf in het buitenland woont, wordt u soms geconfronteerd met twee aanslagen: één uit het woonland en één uit het land van waaruit de erfenis komt. Voorbeeld: u schenkt geld aan uw zoon in Frankrijk, Nederland zal heffen (woonland schenker) en Frankrijk ook (woonland ontvanger).
Uit onderzoek blijkt dat soms de gehele erfenis verloren gaat aan belastingen. Dit komt omdat verschillende lidstaten van de EU de heffingsbevoegdheid over de schenking of nalatenschap opeisen. Er kunnen hierdoor problemen ontstaan, soms moeten onroerende zaken of bedrijven worden verkocht om belastingen te kunnen betalen.
De EC onderneemt zelfstandig stappen. Ze hebben de problemen doorgenomen en presenteren tevens oplossingen en aanbevelingen. Het geheel staat in een helder werkdocument.
De knelpunten bij internationale erfbelasting
De EC is er eens echt voor gaan zitten. Ze komen tot 2 grote knelpunten:
- Dubbele of meervoudige heffing van erfbelasting door slechte regelingen in de landen resp. te weinig successiebelasting- / erfbelastingverdragen.
- Burgers worden geconfronteerd met discriminatie. Sommige landen kennen hogere tarieven in situaties waarbij de overledene, de erfgenaam of de nalatenschap zich in het buitenland zou bevinden.
De verdragen moeten tussen landen worden gesloten, de EC kan hier dus niet zoveel mee. De oplossing kan gevonden worden in het sluiten van meer belastingverdragen inzake erfbelasting en / of voorkomingsregels in het land zelf. De EC stelt niet voor dat landen dezelfde fiscale regels inzake erfbelasting in hun nationale wetgeving opnemen. De EC stelt wel voor dat de landen kritischer kijken naar hun eigen regels inzake het voorkomen van dubbele erf- / successiebelasting.
De landen van de Europese Unie mogen geen discriminerende maatregelen of maatregelen die het vrije verkeer beperken in hun wetgeving opnemen. In het werkdocument (zie boven) worden de grondbeginselen nog eens herhaald. Deze wordt via jurisprudentie (uitspraken van rechters) toegelicht.
En nu?
En nu niks, over 3 jaar wordt gekeken of er landen zijn die hun wetgeving hebben aangepast. De EC wil landen die het niet meer weten helpen met nieuwe wetgeving. Conclusie: als u ermee te maken krijgt, heeft u een probleem, leg dit voor aan een fiscaal jurist en probeer via het Ministerie van Financiën van het betreffende land tot een oplossing te komen. Verzoek beide landen met elkaar te overleggen.