Emigratie en stamrecht
Waar is een ontslagvergoeding die in een stamrecht is ondergebracht (in het verleden) belast als u in het buitenland woont en u in het verleden in Nederland - maar ook in andere landen - hebt gewerkt?
Ontslagvergoeding en stamrechtuitkering in Internationale perspectief
In dit artikel bespreken we een casus die draait om de fiscale behandeling van een ontslagvergoeding en de daaropvolgende stamrechtuitkering binnen het kader van internationale belastingverdragen. De persoon woont in Portugal en het stamrecht is destijds (in 2013) ondergebracht in een stamrecht BV die in Nederland is gevestigd. Bij deze casus staan de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en Portugal, de invloed van jurisprudentie van de Hoge Raad en het OESO-commentaar centraal. De belastingheffing kan per land verschillen dus laat u altijd adviseren door een fiscaal jurist, stuur ons gerust een e-mail als u vragen of opmerkingen heeft.
Stamrecht en wonen in het buitenland
Een belanghebbende heeft na een internationale carrière recht op een ontslagvergoeding van een Nederlandse vennootschap. De ontslagvergoeding wordt gebruikt voor een stamrecht-constructie. De belanghebbende werkte eerst 5 jaar in Frankrijk, Duitsland en België, en daarna 5 jaar in Nederland en Duitsland. Gedurende de laatste 5 jaar woonde en werkte de belanghebbende in Nederland. De stamrechtuitkering, ontvangen terwijl de belanghebbende in Portugal woont, wordt belast door Nederland onder artikel 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Toepassing van het belastingverdrag Nederland-Portugal
Artikel 15 van het belastingverdrag tussen Nederland en Portugal is van toepassing. De verdeling van heffingsrechten over de stamrechtuitkering hangt af van waar de werkzaamheden zijn verricht die aanleiding gaven tot de ontslagvergoeding. De jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 11 juni 2004) geeft aan dat Nederland heffingsrecht heeft als het werk hoofdzakelijk in Nederland is uitgevoerd, wat in deze casus het geval lijkt.
Het OESO-commentaar (2014) is niet van toepassing op verdragen gesloten vóór de publicatiedatum, zoals het belastingverdrag tussen Nederland en Portugal. Volgens het besluit van 15 december 2023, blijft de jurisprudentie uit 2004 leidend, waarbij stamrechtuitkeringen primair worden gekoppeld aan de werkstaat, tenzij specifiek anders vermeld in recentere verdragen of beleidsbesluiten.
Noot fiscaal jurist inzake stamrecht en wonen in buitenland
Het belastingverdrag tussen Nederland en Portugal is van toepassing omdat de uitkering vanuit Nederland wordt betaald aan een inwoner van Portugal. Nederland heeft het heffingsrecht voor zover de uitkering uit het stamrecht betrekking heeft aan de in Nederland verrichte werkzaamheden. Het kader voor de heffing is gegeven in het arrest van de Hoge Raad uit 2004, dit volgt mede uit het besluit uit 2023. Daarna wordt de invulling van het verdrag iets complexer, het verdrag is gesloten voor 15 juli 2014 en bevat geen specifieke bepaling over de status van het OESO commentaar.
Volgens redelijk vaste jurisprudentie is bij toepassing van een belastingverdrag op een uitkering uit een ontslagstamrecht (in de basis) het arbeidsartikel van toepassing, tenzij hiervoor in het belastingverdrag een meer specifieke bepaling (zoals het pensioenartikel of een lijfrenteartikel) is opgenomen, zie hiertoe Hoge Raad d.d. 19 mei 2017 (ECLI:NL:HR:2017:913) en Hoge Raad d.d. 3 mei 2000 (ECLI:NL:HR:2000:AA5676).
Volgens het standpunt van de kennisgroep van de belastingdienst (d.d. 26 april 2024) is in het belastingverdrag met Portugal geen specifiek pensioenartikel van toepassing en ligt de basis in het arbeidsartikel, in dergelijke gevallen is dan de woonstaat heffingsbevoegd, tenzij de werkzaamheden zijn uitgevoerd in de andere verdragsstaat (in dit geval dus deels Nederland). Nederland mag niet heffen over het deel van het stamrecht dat in de periode in Duitsland is opgebouwd.
In dit voorbeeld had belanghebbende in 2013 recht op een ontslagvergoeding. Deze ontslagvergoeding is belastingvrij (stamrechtvrijstelling ex artikel 11 lid 1 onderdeel 9 Wet op de Loonbelasting (oude versie)) onderbracht in een zogenaamde stamrecht BV. Bij de emigratie van belanghebbende is de stamrecht BV in Nederland "achtergebleven". De uitkering is nog nooit belast en er moet nog een keer heffing plaatsvinden, deze heffing zal plaatsvinden zodra tot uitkering hiervan wordt besloten.
Deze casus illustreert de complexiteit van internationale belastingzaken en het belang van nauwkeurige vastlegging van werklocaties en bijbehorende vergoedingen (en eventueel doorbelastingen aan dit werkland). Belanghebbenden moeten rekening houden met zowel de letter van het verdrag als met relevante jurisprudentie en nationale beleidsbesluiten. Elke situatie kan verschillen, neem voor advisering gerust contact met ons op.
Vragen over belastingheffing bij emigratie?
Meer weten van emigratie en stamrecht
- Stamrecht B.V.
- Beleggen in stamrecht B.V.
- Oprichten stamrecht B.V.
- Ontslagvergoeding en stamrecht B.V.
- Belastingdienst controleert stamrecht B.V.'s
- Afkoop stamrecht door lening
- Pensioen belastingen portugal
- Portugal fiscaal aantrekkelijk
- Einde NHR regime Portugal
- Speciale fiscale regeling Portugal
- Inwonerschapsfictie na emigratie