Zorginstelling en VPB
Een zorginstelling heeft feitelijk niets met belastingen over de winst (de zogenaamde vennootschapsbelasting) te maken. Echter doordat de markt sinds 2012 aan het veranderen is, komt de vennootschapsbelasting voor bepaalde onderdelen van de zorginstelling wel in beeld. In dit artikel een weergave van de mogelijkheden. In 2013 of 2014 zal de zorgvrijstelling in de VPB worden aangepast, dit zal dan direct in dit artikel worden verwerkt.
De zorginstelling en vennootschapsbelasting
Zorgondernemingen beogen meestal geen winst, derhalve is er geen VPB verschuldigd. De WTZi (De Wet Toegelaten Zorginstellingen) zegt bovendien dat een eventueel behaald positief resultaat (winst of exploitatiesaldo) niet kan worden uitgekeerd. De wet Vennootschapsbelasting (artikel 5) kent een vrijstelling voor de zorg en hier kunnen zorginstellingen een beroep op doen.
De vrijstelling in de vennootschapsbelasting is helder, maar de activiteiten binnen de zorginstelling veranderen en hierdoor kan er een moment ontstaan dat de zorginstelling (geheel of gedeeltelijk) toch vennootschapsbelasting moet gaan betalen.
Zorg en belastingheffing
Op basis van de daadwerkelijke activiteiten is sprake van een vrijstelling voor de vennootschapsbelasting. De activiteiten waar u aan kunt denken zijn:
- genezen van zieke mensen;
- verzorgen of verplegen van zieke mensen;
- verzorgen of verplegen van mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking;
- verzorgen of verplegen van ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.
De genoemde activiteiten moeten minimaal 90% van de activiteiten van de zorginstelling beslaan. Hoe bereken je de 90%, betreft dit een resultaat, de omzet, aantal werknemers, de tijdsbesteding of vloeroppervlak, of een andere toets? Dit is nog niet helemaal duidelijk, maar steeds vaker zien wij dat winstgevende activiteiten in een andere rechtspersoon worden ondergebracht om mogelijke discussie met de Belastingdienst te voorkomen.
Eventuele overschotten moeten worden besteed ten bate van de instelling zelf of een algemeen maatschappelijk belang.
Procedure Hoge Raad inzake zorginstelling (zorg verlenen)
Op 10 januari 2013 heeft het Gerechtshof in Amsterdam bepaald dat een stichting (erkende zorginstelling) geen gebruik kon maken van de vrijstelling voor de Vennootschapsbelasting ex artikel 5 lid 1 letter c van de Wet VPB. De Hoge Raad heeft de zaak op 28 maart 2014 in de prullenbak gegooid. De procedure in het kort:
- De werkzaamheden bij de zorgvragers worden verricht door ZZP'ers.
- Bij de thuiszorginstelling zijn mensen in dienstbetrekking die zorgen voor de administratie.
- Er wordt geen rechtstreekse zorg verleend aan de zorgvragers, belanghebbende is een steunpunt.
Procedure Hoge Raad inzake zorginstelling (winstbestemming)
Een thuiszorginstelling (onderdeel van een groep) maakt voor de uitvoering van thuisverzorging / verpleging gebruik van zogenaamde steunpunten. Dit zijn zelfstandige bedrijven. De zorgverlening wordt verricht door ZZP'ers. De Rechtbank in Arnhem heeft geoordeeld dat deze thuiszorginstelling niet in aanmerking komt voor de vrijstelling voor de Vennootschapsbelasting ex artikel 5 lid 1 letter c wet VPB. Het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden kwam tot ditzelfde oordeel, onder meer via de route van artikel 4 uitvoeringsbesluit VPB. De redenen die hiervoor werden aangevoerd zijn:
- De statuten stellen dat de behaalde winst ter vrije beschikking staat van de algemene vergadering van aandeelhouders.
De Hoge Raad (uitspraak d.d. 4 april 2014) is het eens met het Gerechtshof (en de Rechtbank) en kent de vrijstelling voor de Vennootschapsbelasting niet toe, dit met als belangrijkste reden dat de "zorg, gezien vanuit de zorgvrager(s), niet wordt verricht door de zorginstelling". Dit ligt redelijk in lijn met de hierboven genoemde uitspraak in cassatie. Om voor de vrijstelling voor de Vennootschapsbelasting in aanmerking te komen is vereist dat de werkzaamheden van de belastingplichtige uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bestaan uit het genezen, verplegen of verzorgen van zieke mensen.
Opmerkelijk bij deze uitspraak is dat de Hoge Raad ook heeft vastgesteld dat de winstbestemming (artikel 4 uitvoeringsbesluit Vennootschapsbelasting 1971) niet van belang is. In artikel 4 uitvoeringsbesluit Vennootschapsbelasting 1971 staat dat de vrijstelling voor de Vennootschapsbelasting van toepassing is indien:
- werkzaamheden moeten aansluiten bij het doel van artikel 5.1.c (onderdeel 1e): het genezen van mensen etc.;
- lichaam van publieke aard is (dan wel) het lichaam dat niet is dat dan de winst wordt aangewend voor dit doel (genezen van mensen etc.) of het algemeen maatschappelijk belang.
Zorginstellingen en investeerders
Steeds meer zorginstellingen ontwikkelen commerciële activiteiten of gaan samenwerken met investeerders om kapitaal aan te trekken. Ook particuliere bedrijven investeren steeds vaker in de zorg (private zorg initiatieven), hierbij kunt u denken aan:
- zorgboerderijen;
- klinieken;
- specialistische zorg - operaties.
De meeste zorginstellingen worden via een stichting vormgegeven. Een stichting is voor een investeerder niet direct de mooiste rechtsvorm om te investeren. Investeerders willen een nieuwe rechtsvorm en tevens dividenden die worden uitgekeerd. De zorginstelling is echter niet vrij om winsten uit te keren, immers dan komt de vrijstelling voor de VPB te vervallen.
Vragen over zorgconcepten
Neemt u gerust contact op met onderstaande fiscalist / auteur om eens met hem bij te praten.