Thuiszorgorganisatie vrijgesteld van vennootschapsbelasting
Volgens de rechter (Gerechtshof Amsterdam) is een thuiszorginstelling belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (VPB), maar is de winst vrijgesteld voor de VPB.
De procedure over de thuiszorgorganisatie
Het Gerechtshof in Amsterdam deed op 10 januari 2013 een bijzondere uitspraak (publicatie 27 februari 2013). Een stichting is een landelijk opererende thuiszorginstelling. De werkzaamheden bestaan onder andere uit:
- bemiddelen zorgverleners / zorgvragers;
- adviseren zorgverleners / zorgvragers;
- uitbesteden thuiszorg;
- verzorgen financiële administratie (inclusief urenadministratie);
- (uitvoerende ) activiteiten thuiszorg door ZZP'ers.
Volgens de inspecteur is de stichting belastingplichtig voor de VPB en moet er dus winstbelasting worden betaald. De reden is dat er behoorlijke winsten / exploitatieoverschotten worden behaald. Daarnaast treedt de stichting in concurrentie met andere thuiszorgorganisaties. Er worden aanslagen VPB opgelegd over de periode 2002, 2003, 2004 en 2005, de winsten bedragen tussen de € 1.700.000 en € 6.200.000.
Het Gerechtshof stelt dat de stichting een onderneming is (artikel 2 lid 1 letter d wet VPB). Er wordt namelijk winst gemaakt en ook naar winst gestreefd. De winsten waren ook voorzienbaar, derhalve is er sprake van een winstoogmerk. De winst is echter op grond van de wet (artikel 5 lid 1 letter c wet VPB) vrijgesteld. Volgens het Gerechtshof voldoet de thuiszorgorganisatie aan:
- de instellingentoets;
- de winstbestemmingstoets;
- de werkzaamhedentoets.
De werkzaamheden zijn dusdanig zorgspecifiek dat zij moeten worden aangemerkt als werkzaamheden 'welke bestaan uit (…) de genezing of verpleging van zieken, kraamvrouwen of gebrekkigen'.
Noot fiscaal jurist
Veel thuiszorgorganisaties en bemiddelingsbedrijven kunnen overwegen om een dergelijke structuur op te zetten dan wel met hun fiscaal jurist te kijken naar de mogelijkheden. Het is maatwerk maar het kan in veel situaties passen. Of er cassatieberoep wordt aangetekend is thans nog niet bekend. Gezien het belang voor de Belastingdienst lijkt dit een redelijke route.
De stichting kan haar overschotten niet als dividend uitkeren aan de betrokken. De centrale vraag blijft dan: wat gaat de stichting met haar geld doen resp. hoe krijgen de betrokkenen het geld uit de stichting?
Bron
Gerechtshof Amsterdam 10 januari 2013.