Fysiotherapie en fiscaliteit
Waar de beloning van een fysiotherapeut afhankelijk is van de door hem of haar verrichte behandelingen, komen in deze branche ook een aantal fiscale onderdelen vaker voor. Hierna een uiteenzetting van een aantal van deze onderdelen.
Verkoop van een fysiotherapiepraktijk
De verkoop van een fysiotherapiepraktijk heeft doorgaans aardig wat voeten in de aarde. Zo worden veelal de activa en passiva overgedragen. Hierdoor ontstaat vaak een nieuwe rechtsvorm waarin de onderneming wordt voortgezet. Voor de verkoper geldt daarbij: afrekenen over de stille reserves en goodwill. Het loont zich echter om te bekijken welke uitzonderingsmogelijkheden er zijn. Daarbij dient vaak met de overnemende fysiotherapeut overeenstemming te worden bereikt. Bij het toepassen van de fiscale uitzonderingen is namelijk instemming van bieden tegenover elkaar en de Belastingdienst een vereiste.
Overname van een fysiotherapiepraktijk
De overname van een praktijk kent ook fiscaal de nodige perikelen. Zo zijn er mogelijkheden om, naast de overname van een (deel van een) fysiotherapiepraktijk, ook een fiscale claim mee over te nemen. Dit laatste klinkt in eerste instantie vervelend, doch kan leiden tot een belastingbesparing van tussen de 20% en 40% op de over te nemen stille reserves en goodwill. Een andere variant waarbij een afrekening ineens achterwege blijft is middels een zogenoemde ingroeiregeling. Een dergelijke regeling houdt in dat er aan het begin een lager winstaandeel aan de overnemer wordt toegekend en dat de overdrager dienovereenkomstig een hoger winstaandeel geniet.
Toetreden en uittreden maten
In een bestaande praktijk komt het ook voor dat één van de maten stopt of dat er een medewerker toetreedt tot de maatschap. Ook deze wijzigingen leiden zonder nadere vastleggingen of afspraken tot een fiscale afrekening. Daarbij kan gedacht worden aan het voorbehouden van stille reserves of het bedingen van een lijfrente of winstrecht bij de maatschap.
Zowel de verkoop, overname als het toe- of uittreden zijn zaken waarbij het te adviseren is om afspraken schriftelijk vast te leggen. Daarbij is het raadzaam om als overnemer of toetreder een eigen fiscaal jurist te raadplegen die uw belangen kan behartigen.
Fysiotherapiepraktijk in de B.V.
Hoewel fysiotherapeuten de praktijk vaak voor rekening van een eenmanszaak, VOF of maatschap drijven, kan het in een aantal gevallen ook fiscaal aantrekkelijk zijn om de onderneming juist voor rekening en risico van een B.V. te gaan drijven. De beweegreden om over te gaan naar een B.V. is veelal fiscaal ingegeven, dit kan te maken hebben met een bepaald winstniveau, maar ook met meerdere activiteiten en / of locaties van de praktijk. Wel dient acht geslagen te worden op alle fiscale gevolgen van een B.V.-structuur. Waar het voor de inkomstenbelasting een besparing oplevert, kan het voor de omzetbelasting leiden tot een fiscale strop. Iets waar overigens wel een oplossing voor is te vinden met een goede fiscaal jurist.
Omzetbelasting bij fysiotherapie
Het geven van fysiotherapie is een van omzetbelasting vrijgestelde prestatie. Het komt echter voor dat binnen de praktijk ook andere diensten worden geleverd die niet onder de vrijstelling vallen. Te denken valt aan het geven van sport- of groepslessen of het uitlenen van personeel.
Indien er prestaties worden verricht waarbij ook omzetbelasting berekend dient te worden, ontstaat er ook een recht op de aan de praktijk in rekening gebrachte omzetbelasting. Daarbij dient echter wel rekening te worden gehouden met de aan de met omzetbelasting belaste activiteiten en / of een pro-rata benadering. Voorlaatste kan van belang zijn bij een fysiotherapiepraktijk die de oefenruimte tevens als sportschool exploiteert. In dat geval kan een deel van de aan de praktijk in rekening gebrachte omzetbelasting naar verhouding in aftrek genomen worden.
Aankoop pand
De aankoop van een (gedeelte van een) pand vergt fiscale aandacht. Zo kan een verkrijging van een pand belast zijn met zowel overdrachts- als omzetbelasting, doch kan onder omstandigheden ook een vrijstelling voor beide belastingen gelden. Tevens is het verstandig goed na te denken over de wat langere termijn, dat is met name van belang voor de inkomstenbelasting. Daarvoor zijn verschillende investeringsregelingen van toepassing, maar dient wellicht ook voorgesorteerd te worden op iets dat pas over tien jaar kan gaan spelen.
Buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen
Kenmerkend voor een fysiotherapiepraktijk die in de vorm van een maatschap wordt gedreven is een buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen (BVO). Dit BVO kan gezien worden als een (kleine) persoonlijke onderneming. Hierin bevinden zich bijvoorbeeld de auto van de zaak, een (deel van een) onroerende zaak die in gebruik is bij de praktijk en zakelijke kosten die aan de maat toe te rekenen vallen (bijvoorbeeld studiekosten of rentelasten ten behoeve van een inkoop als maat). Het buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen leidt niet alleen tot een splitsing tussen de praktijk en de inkomens- en vermogensbestanddelen die bij een maat thuis horen, maar zorgt er doorgaans ook voor dat fiscaal aftrekbare kosten en aftrekposten niet onbenut blijven.
Een fysiotherapeut of fysiotherapiepraktijk doet er verstandig aan om periodiek of bij bijzonderheden contact op te nemen met een fiscaal jurist. Dit voorkomt problemen achteraf en zorgt er tevens voor dat aftrekposten worden benut.