BTW-heffing in de zorg
Sinds 1 januari 2013 geldt de BTW-vrijstelling voor medische diensten alleen nog voor medische diensten welke door zogenaamde "BIG-medici of -beroepsbeoefenaren" worden uitgeoefend. Tevens wordt de eis gesteld dat de uitoefening van de diensten heeft plaatsgevonden in het kader van het beroep van deze medicus. Voor huisartsen die alternatieve geneeswijzen toepassen wil dit zeggen dat op een deel van de activiteiten 21% BTW moet worden gerekend.
Medici en omzetbelasting
In de BTW-wetgeving tot en met 2012 is opgenomen dat medische diensten zijn vrijgesteld voor de BTW. Dit geldt dan voor diensten welke worden verricht door zogenaamde BIG- (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) geregistreerde medici. De BTW-vrijstelling was ook van toepassing op diensten die door medici worden verricht en die normaal niet onder de vrijstelling zouden vallen. De BTW-vrijstelling was ook van toepassing op diensten door mensen zonder BIG-registratie, mits zij voldeden aan bepaalde beroeps- en opleidingseisen. Dit is dus sinds 2013 anders.
Toelichting vrijstelling medici in 2013
Als een BIG-geregistreerde medicus ook daadwerkelijk BIG-diensten verricht, is er niets aan de hand. Voor bepaalde beroepsgroepen is in de wet vastgelegd dat de BTW-vrijstelling komt te vervallen. De belangrijkste zijn:
- Psychologen, tenzij zogenaamde GZ-psychologen.
- Pedagogen, osteopaten, chiropractoren en acupuncturisten, geen BTW-vrijstelling meer.
- Kinder- en jeugdpsychologen, psychologen arbeid en gezondheid mogen een BTW-vrijstelling toepassen, zelfs als ze geen BIG-registratie hebben.
- Orthopedagogen hebben ook recht op een BTW-vrijstelling, zelfs zonder BIG-registratie.
Advies fiscaal jurist inzake nieuwe wetgeving
Het is belangrijk dat u de wetgeving juist gaat toepassen en vervolgens bezwaar gaat aantekenen tegen de aanslag. De verwachting is dat er eerdaags (ook door ons kantoor) een bezwaar- en beroepsprocedure wordt opgestart tegen deze wetswijziging. De insteek hierbij zal zijn de Europese wetgeving op dit gebied en het gelijkheidsbeginsel.
Administratie en bedrijf medicus aanpassen
Steeds meer medici verrichten BTW-vrijgestelde en BTW-belaste activiteiten. Doordat sommige prestaties zijn belast met BTW, kan de BTW op de hierop drukkende kosten worden teruggevraagd. Het kan hiervoor wenselijk zijn dat u de BTW-belaste prestaties onderbrengt in een aparte ruimte / gebouw en / of uw administratie anders moet inrichten. De Belastingdienst wil hebben dat uw administratie qua kostenplaats duidelijkheid geeft over de koppeling aan de prestatie (dus met of zonder BTW). Eventueel moeten ook investeringen worden toegedeeld aan de beide groepen. Overleg dit met uw fiscaal jurist.
Mening Staatssecretaris
Staatssecretaris Weekers van Financiën is van mening dat het ter beschikking stellen van personeel of arbeid aan ziekenhuizen in de BTW-heffing moet worden betrokken, ook als het gaat om BIG-geregistreerde verpleegkundigen en / of ZZP'ers. Dit standpunt wordt door de Belastingdienst via voorlichting en handhaving uitgedragen. Volgens de Staatssecretaris laat de Belastingdienst geen onduidelijkheid over de toepassing van de regelgeving bestaan, dit volgt uit onderstaande brief met kenmerk Brief Staatssecretaris van Financiën, 4 april 2013, nr. DGB/2013/639 U.
Bron
Brief Staatssecretaris d.d. 4 april 2013 (zie onder).
Antwoord naar aanleiding van schriftelijke vragen van de leden Mei Li Vos, Groot en Wolbert (allen PvdA) aan de Minister van Economische zaken en de Staatssecretaris van Financiën over de BTW-heffing bij zelfstandigen in de zorg (ingezonden op 1 februari 2013, nummer 2013Z01927).
Vraag 1 Bent u bekend met het artikel ‘Ondernemers laken controle door
fiscus op BTW in de zorg’?
Antwoord op vraag 1 Ja.
Vraag 3 Wanneer is volgens de Belastingdienst een verpleegkundige zelfstandig
ondernemer (ZZP'er)?
Antwoord op vraag 3
Er bestaat geen wettelijke definitie van de zelfstandige zonder personeel
(ZZP'er). <2>
Specifiek voor de omzetbelasting betekent dit dat, zodra een verpleegkundige
buiten dienstbetrekking en regelmatig tegen betaling werkzaamheden verricht
voor één of meer ziekenhuizen, deze verpleegkundige ondernemer is voor
de omzetbelasting. Aan de hand van de concrete feiten en omstandigheden
van het geval zal moeten worden beoordeeld of al dan niet sprake is van
ondernemerschap in de zin van de inkomstenbelasting en van de omzetbelasting.
Beslissend zijn de criteria van artikel 3.4 van de Wet inkomstenbelasting
2001 en artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 en de daarop betrekking
hebbende jurisprudentie.
Vraag 2 Op wie en in welke werksituatie is de BTW-vrijstellingsregeling
in de zorg precies van toepassing?
Vraag 4 In welke andere sectoren wordt het criterium ‘onder toezicht staan’
ook toegepast bij de beoordeling van zelfstandigheid en waarom?
Antwoord op de vragen 2 en 4
In de Wet op de omzetbelasting 1968 (de wet) is een vrijstelling opgenomen
voor de gezondheids-kundige verzorging van de mens door beoefenaren van
een beroep waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet BIG (artikel
11, eerste lid, onderdeel g, onder 1°, van de wet, de zgn. medische vrijstelling).
De vrijstelling geldt alleen als de beroepsbeoefenaar zelfstandig een gezondheidskundige
dienst verricht, een Wet BIG-opleiding heeft afgerond en de verrichte dienst
behoort tot het deskundigheidsbereik van die beroepsbeoefenaar.
Van het zelfstandig verrichten van een gezondheidskundige dienst is geen
sprake als de betrokken beroepsbeoefenaar onder leiding en toezicht van
een opdrachtgever (bijvoorbeeld een arts) werkzaamheden uitvoert. In dat
geval stelt de Wet BIG-beroepsbeoefenaar zijn of haar diensten (arbeid)
ter beschikking en is sprake van een met BTW belaste prestatie, ook al
wordt gezondheidskundige arbeid verricht. Deze dienstverlening is vergelijkbaar
met die van medische uitzendbureaus, die Wet BIG-beroepsbeoefenaren ter
beschikking stellen. De Hoge Raad heeft beslist dat in het geval van een
medisch uitzendbureau de BTW-vrijstelling niet van toepassing is <3>. Hof
Amsterdam heeft beslist dat de BTW-vrijstelling niet van toepassing is
bij prestaties door een verpleegkundigenmaatschap aan ziekenhuizen <4>,
aangezien zij in concurrentie treden met uitzendbureaus: de prestatie (ter
beschikking stellen van arbeid) is in wezen gelijk. Hetzelfde geldt ook
voor de diensten van BIG-geregistreerde ZZP'ers / zorgverleners die hun
arbeid, al dan niet door middel van bemiddelingsbureaus, aan ziekenhuizen
ter beschikking stellen. <5>
Of in een concrete situatie sprake is van het zelfstandig verrichten van
een gezondheidskundige dienst, moet worden beoordeeld aan de hand van de
feiten en omstandigheden van het geval. In zijn algemeenheid merk ik op
dat verpleegkundigen die door een ziekenhuis worden “ingehuurd” niet zelfstandig
gezondheidskundige diensten verrichten. Die verpleegkundigen verrichten
hun werkzaamheden niet zelfstandig, maar onder leiding en toezicht van
een arts. Dit betekent dat verpleegkundigen die als ZZP'er werkzaam zijn
in een ziekenhuis, BTW-plichtig zijn voor de door hen verrichte diensten.
Vraag 5 Is er sprake van oneerlijke concurrentie in de zorg als gevolg
van onduidelijkheid over de toepassing van de regels omtrent BTW-vrijstelling?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om de problemen op te lossen?
Vraag 6 Kunt u ingaan op de kritiek van accountant L. Dijckmans over de
‘lakse houding van de Belastingdienst’?
Vraag 7 Herkent u de kritiek dat belastinginspecteurs de regels niet eenduidig
hanteren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen treft u om de al
geruime tijd bestaande klachten op te lossen?
Antwoord op de vragen 5, 6 en 7
Hiervoor heb ik het standpunt ingenomen dat het ter beschikking stellen
van personeel of arbeid aan ziekenhuizen in de BTW-heffing moet worden
betrokken.
Dat is ook het geval als het om BIG-geregistreerde verpleegkundigen gaat
en / of ZZP'ers. Dit standpunt volgt uit wet- en regelgeving en de rechtspraak
en is bekend binnen de Belastingdienst. Dit draagt de Belastingdienst ook
uit, zowel langs voorlichting vooraf als via de handhaving achteraf. Zo
is het ook onder de aandacht gebracht van de Nederlandse Vereniging van
Ziekenhuizen (NVZ) en bij ZZP-Nederland.
Ik zie daarom het artikel meer als een signaal dat er mogelijk nog wat
te verbeteren valt dan dat de Belastingdienst onduidelijkheid over de toepassing
van de regelgeving laat bestaan.
Algemeen bekend is dat het uitlenen van verpleegkundigen door uitzendbureaus
belast is met BTW. Zelfstandige verpleegkundigen die werkzaam zijn voor
ziekenhuizen treden in concurrentie met deze uitzendbureaus. Het achterwege
laten van BTW bij zelfstandige verpleegkundigen is wettelijk niet toegestaan
en leidt tot oneerlijke concurrentie met uitzendbureaus.
Ik herken de kritiek niet dat belastinginspecteurs de regels niet eenduidig
zouden hanteren. Als in het toezicht blijkt dat door een onjuiste tarieftoepassing
te weinig BTW is voldaan door een belastingplichtige in deze branche, vindt
correctie plaats. Ook voor wat betreft overleg of vragen van belastingplichtigen
zijn er geen concrete signalen dat inspecteurs verschillende standpunten
innemen.
Zoals hiervoor al is aangegeven, heeft de Belastingdienst contact opgenomen
met de NVZ en ZZP-Nederland over deze problematiek.
Daarnaast heeft de Belastingdienst deze problematiek nadrukkelijker opgenomen in de toelichting op belastingdienst.nl (zie: http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/btw/tarieven_en_vrijstellingen/vrijstellingen/gezondheidszorg/vrijstelling_in_de_gezondheidszorg).
Noot bij dit artikel
1 Het Financieele Dagblad, 30 januari 2013.
2 Zie brief 17 september 2012, DB 2012/253.
3 7 december 1994, nr. 29.571, LJN AA2991.
4 Hof Amsterdam, LJNBZ0905, 11/00832. 07-02-2013.
5 Rechtbank Breda heeft anders beslist op 6 maart 2013. Tegen deze uitspraak
zal hoger beroep worden ingesteld.