print sitemap zoeken disclaimer contact

Verzekeringsplicht rijnvarende die in meerdere landen werkt

Werkt u voor een bedrijf dat personen (luchtvaart) of goederen (schip) vervoerd naar landen van de EU (of EER) dan blijft u in Nederland verzekerd als u in Nederland woont of binnen de EU woont en minder dan 25% van de werktijd in dat land werkt. Via een zogenaamde A1 verklaring kunt u bewijzen dat u in Nederland verzekerd bent. Werkt u als bemanning op een rijnvaartschip? Dan geldt meestal het land waar de exploitant van het schip gevestigd is. In dit artikel gaan we in op de situatie dat iemand in Nederland woont en werkt voor een buitenlandse werkgever waarbij hij minder dan 25% in Nederland werkt.  

Wanneer werkt een rijnvarende substantieel in Nederland ?

Een rijnvarende woont in Nederland werkt voor een werkgever uit Liechtenstein. In 2016 is hij werkzaam in Nederland, België en Duitsland. Hij werkt 22% van zijn tijd in Nederland. De SVB beoordeeld dat hij voor een substantieel in Nederland werkt en dus in Nederland sociaal is verzekerd (A1 verklaring). De rijnvarende is van mening dat hij minder dan 25% in Nederland heeft gewerkt en dus niet in Nederland is verzekerd. De centrale raad van beroep (19 mei 2022 ECLI:NL:CRVB:2022::1240) stelt dat niet alleen moet worden gekeken naar de werkzaamheden in Nederland maar ook naar het feit dat dat de rijnvarende in Nederland woont en het schip in Nederland is geregistreerd. Bovendien was de eigenaar van het schip in Nederland gevestigd.

De AG (Parket Hoge Raad d.d. 17 februari 2023 ECLI:NL:PHR:2023L:197) geeft aan dat er  met verkeerde uitgangspunten rekening is gehouden met de verkeerde omstandigheden. De woonplaats van de werknemer en de eigenaar van het schip zeggen niks over de plek waar de werkzaamheden zijn verricht. De Hoge Raad stelt prejudiciele vragen (Hoge Raad 15 maart 2024 ECLI:NL:HR:2024:390), we moeten dus nog even wachten op de uitslag.

Rijnvarende in Nederland verzekerd volgens Centrale Raad van Beroep

In een recente uitspraak van de Hoge Raad stond centraal of de Sociale Verzekeringsbank (SVB) terecht de Nederlandse socialezekerheidswetgeving had toegepast op een werknemer die in loondienst was bij een Liechtensteinse werkgever en gedurende een bepaalde periode werkzaamheden verrichtte in meerdere lidstaten van de Europese Unie, waaronder Nederland.

  • Geschil inzake rijnvarende: De kern van het geschil betrof de vraag of de werknemer een substantieel deel van zijn werkzaamheden in Nederland had verricht, wat relevant is voor de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op grond van artikel 13, lid 1, van de Basisverordening.
  • Uitspraak Centrale Raad van Beroep: De Centrale Raad van Beroep bevestigde dat de werknemer inderdaad een substantieel deel van zijn werkzaamheden in Nederland had verricht, ondanks dat de werknemer zelf aangaf minder dan 22% van zijn tijd in Nederland te hebben gewerkt. De Raad oordeelde dat de door de werknemer aangeleverde gegevens, waaronder een Excel-bestand met zelf bijgehouden werkuren, niet objectief vaststelden dat hij substantieel in Nederland werkte. De SVB mocht daarom uitgaan van zijn eigen berekeningen, die aantoonden dat de werknemer 22% van zijn arbeidstijd in Nederland werkte.
  • Overwegingen Hoge Raad: De Hoge Raad benadrukte dat zelfs wanneer een werknemer minder dan 25% in zijn woonstaat werkt, er toch sprake kan zijn van substantiële werkzaamheden in die staat, mits er voldoende andere omstandigheden zijn die dit ondersteunen. De SVB had in zijn besluitvorming terecht gewicht toegekend aan diverse factoren, waaronder de registratie van het schip in Nederland en de vestiging van de eigenaar en exploitant in Nederland. De AG was het hier niet mee eens.
  • Vragen aan EU: Desondanks heeft de Hoge Raad besloten prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie om verduidelijking te krijgen over welke omstandigheden relevant zijn voor de beoordeling of werkzaamheden als substantieel kunnen worden beschouwd, en over de mate van beoordelingsvrijheid die het bevoegde orgaan heeft bij deze beoordeling.

Noot fiscaal jurist inzake rijnvarende en verzekeringsplicht

De bewijslast omtrent de premieplicht van een rijnvarende berust bij de inspecteur, die moet met fieten en omstandigheden komen omtrent de omstandigheden (Hoge Raad d.d. 24 oktober 2014 ECLI:NL:HR:2014:3016). Veel rijnvarende stellen dat ze - hoewel ze in Nederland wonen - niet verzekerd (premieplichtig) zijn in Nederland. Hoofdregel is de EU verordening (883/04) en EU verordening 987/2009. Als er in meerdere landen wordt gewerkt (en ook in het woonland) prevaleert in meestal de socialewetgeving in het woonland, mits er een substantieel deel (25% of meer) van de werkzaamheden aldaar wordt gewerkt. De centrale vraag is hoe dit moet worden beoordeeld. De Centrale Raad van Beroep kijkt naast de werkdagen ook naar andere omstandigheden. Dit is volgens de AG niet juist. De Hoge Raad stelt nu vragen aan het Hof van Justitie.

Bij tijdelijke uitzending (detachering van 24 maanden) blijft in beginsel de wetgeving van het woonland van kracht. Bij een detachering kan een zogenaamde A1 verklaring worden aangevraagd bij de sociale verzekeringsbank. Dat is hier ook gebeurd, edoch deze is afgewezen, daarna begon de procedure.

Omdat er vaak onduidelijkheid is over sociale verzekeringen zijn er veel procedures over dit onderwerp en heeft Nederland met ruim 30 landen overeenkomsten gesloten, zie hier voor een toelichting op de Europese basisverordening voor sociale zekerheid. Diverse partijen zijn op zoek naar (sluip) routes (artikel BNR maart 2024) voor migranten van buiten de EU (zoals Pakistan of Bangladesh) die via een werkvergunning in Polen (en via een uitzendbureau aldaar) binnen de EU worden gedetacheerd. Technisch gezien blijft bij dergelijke tewerkstellingen de sociale wetgeving van het woonland (Polen?) van toepassing.

In 2020 heeft het ministerie al een notitie geschreven over de fiscale kwalificatie buitenlandse socialezekerheidsstelsels . De wetgeving is vrij oud en geeft binnen internationaal verband niet altijd duidelijkheid. Omdat het om wetgeving binnen de EU gaat zou verordening 883/2004 duidelijkheid moeten geven, maar dit is niet altijd het geval (zo ook in de casus voor de Centrale Raad van Beroep), het moet immers niet de bedoeling zijn dat werknemer in meerdere landen sociaal verzekerd zijn. De wetgeving van het land waar het schip wordt geëxploiteerd zou de basis moeten zijn, is de feitelijke leiding in Nederland gevestigd dan is dit de basis, brievenbus firma's werken hierbij niet (Centrale Raad van Beroep d.d. 16 januari 2020).

Omdat veel rijnvarende de premie heffing in Nederland willen voorkomen worden structureren met Luxemburg of andere landen opgezet. De Hoge Raad heeft hierover in 2020 diverse uitspraken op papier gezet (Hoge Raad 10 juli 2020 ECLI:NL:HR:2020:1150) . Omdat er veel dubbele premieheffing heeft plaatsgevonden zijn er kamervragen gesteld en is er overleg geweest met Luxemburg.

Meestal zal er een A1 verklaring zijn, als deze er niet is moet de inspecteur (of de rechter) vaststellen waar een persoon sociaal verzekerd is, aldus de Hoge Raad in 2020 . Een verstrekte A1 verklaring mag ook worden ingetrokken (HvJ 16 november 2023)

Fiscale vragen over premieheffing of belastingplicht rijnvarende of piloot?

Vragen over premieplicht van piloot, chauffeur of rijnvaarende? Stuur ons gerust een e-mail.

Bron rijnvarende en verzekeringsplicht

Toelichting belastingdienst op verordening EG 883/2004

Verordening sociale zekerheid

ECLI:NL:HR:2024:390, Hoge Raad, 22/02795 (rechtspraak.nl)

ECLI:NL:PHR:2023:197, Parket bij de Hoge Raad, 22/02795 (rechtspraak.nl)

ECLI:NL:CRVB:2022:1240, Centrale Raad van Beroep, 21/1573 AOW (rechtspraak.nl)

Kamervragen over rijnvarende (Aanhangsel) 2018-2019, nr. 2659

Staatscourant 2011, 3397 inzake rijnvarende

Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (herzien) - BWBV0004081

Staatscourant 2021, 50396 inzake rijnvarende

Vragen over belasting of premieplicht rijnvarende of piloot?

Bedrijfsnaam

*

Naam

*

Aantal medewerkers

Bent u tevreden over uw belastingadviseur :

Wilt u een vrijblijvende offerte / advies ontvangen?

Opmerkingen/vragen

Ja, ik ga akkoord met de verwerking van mijn gegevens. Jongbloed Fiscaal Juristen NV mag mij per e-mail info sturen en mijn persoonlijke gegevens gebruiken om mijn interessegebieden vast te stellen zoals hier beschreven, en ik ben me ervan bewust dat ik op elk moment mijn toestemming kan intrekken.

Deel deze pagina

Laatste update op 25-03-2024
Artikel gemaakt op 25-03-2024
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Zeevarende en fiscus Verzekeringsplicht rijnvarende

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap