Vormen fiscale eenheid ... pas op !
Door het aangaan van een fiscale eenheid voor de Vennootschapsbelasting kunt u eenvoudig schuiven met activa en mag u resultaten van de beide vennootschappen bij elkaar tellen. Ook hoeft u nog maar één aangifte Vennootschapsbelasting in te dienen. Het is wel van belang dat u zich laat adviseren bij het aanvragen van de fiscale eenheid voor de Vennootschapsbelasting. De belangrijkste overwegingen zijn:
- fiscale aansprakelijkheid hoger;
- gevolgen verkoop deelneming;
- schuiven met activa / waarden / goodwill en de gevolgen hiervan;
- opstaptarief voor de vennootschapsbelasting;
- risico's bij aangaan fiscale eenheid (vrijval winst).
Vrijvalwinst bij aangaan fiscale eenheid
Rechtspersonen die een fiscale eenheid met elkaar aangaan moeten goed opletten op onderlinge vorderingen en schulden. Door de wettelijke waarderingsregels voor het aangaan van de fiscale eenheid kan een overwachte vrijvalwinst ontstaan. Voorbeeld:
- Holding X heeft alle aandelen in werkmaatschappij Y. De holding had een vordering op de werkmaatschappij van € 15 miljoen. Bij de holding was deze vordering vrijwel volledig afgewaardeerd (tot € 700). Bij de werkmaatschappij stond nog een schuld van € 15 miljoen. Bij het aangaan van de fiscale eenheid moet de werkmaatschappij de vordering ook waarderen op € 700, gevolg: winst van ruim € 14,9 miljoen (artikel 15ab lid 6 wet op de vennootschapsbelasting) !
Noot fiscaal jurist
Het aangaan van een fiscale eenheid moet worden onderzocht (zo ook het verbreken van een fiscale eenheid). In dit geval had de holding de aandelen in een bedrijf (de werkmaatschappij) gekocht voor € 450.000. Tevens wordt een vordering van de verkoper op de werkmaatschappij overgenomen voor € 34.000 (nominale waarde € 15.000.000). De vordering wordt in de holding afgewaardeerd tot vrijwel nihil, echter bij de werkmaatschappij stond nog steeds een schuld van € 15.000.000. In dit geval is er geen sprake van een hybride lening of een onzakelijke lening. Hoewel er in het verleden geen verliezen zijn genomen, moet de werkmaatschappij ruim € 3.000.000 vennootschapsbelasting betalen. Een foutje (overkill) in de wettelijke bepaling (juridisch in strijd met de redelijkheid en billijkheid), maar de rechter kan niet anders dan zich houden aan de wet.
Bron fiscale eenheid
Rechtbank Den Haag 13 juli 2011 (ECLI RBSGR 2011 BR 3968).
Gerechtshof Den Haag 19 maart 2014 (ECLI NL GHDHA 2013 2702).