print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Vennootschapsbelasting

Renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting

De renteaftrekbeperking voortkomend uit artikel 4 ATAD, ook wel earningsstrippingmaatregel genoemd, heeft zowel betrekking op rente in verband met concernleningen, alsmede op rente in verband met leningen verstrekt door derden. De maatregel is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving en opgenomen onder artikel 15b Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De renteaftrekbeperking wordt ook wel de ‘generieke renteaftrekbeperking’ genoemd.

De earningsstrippingmaatregel is voor het eerst van toepassing op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2019. Indien sprake is van een fiscale eenheid, dan wordt de maatregel uitgevoerd op het niveau van de fiscale eenheid. Tijdig acteren is dus wenselijk om eventuele beperking van renteaftrek te voorkomen.

Nieuws in vastgoedland (22 oktober 2024)

De aangekondigde beperking van de renteaftrek voor vastgoedbedrijven gaat vermoedelijk niet door !  Coalitiepartijen vinden renteaftrekbeperking voor vastgoedbedrijven veel te ver gaan, dit kan ook zorgen voor minder huurwoningen. In het belastingplan 2025 is aangekondigd dat het de renteaftrekbeperking voor vastgoedlichamen verder wordt aangescherpt. Deze aanscherping komt vermoedelijk te vervallen (zo bleek tijdens de behandeling in de tweede kamer op 21 oktober 2024). Op dit moment is renteaftrek tot een bedrag van € 1.000.000 toegestaan (óf tot 20% van de EBITDA wanneer dit hoger). Het percentage zou worden verhoogd tot 25%, dit wordt nu voor alle beleggers in de BV of NV (of cooperatie) vastgesteld op 24,5%. Er is weer een beetje rust in vastgoedland en onze advies afdeling gaat tijdelijk met andere wijzigingen bezig.  Aftrek rente tot € 1.000.000 (en als dit meer is tot max 24,5% EBITDA) We moeten niet te vroeg juichen, er komen nog wel nieuwe anti misbruik bepalingen, deze zijn nog niet bekend.

Renteaftrek beperking niet  in strijd met europees recht

De antiwinstdrainage regeling is verenigbaar met het unierecht, aldus het Hof van Justitie op 4 oktober 2024 (ECLI:EU:C:2024:822). Het HvJ EU stelt vast dat de Nederlandse aftrekbeperking van artikel 10a wet VPB 1969 een verschil in behandeling inhoudt en dat in grensoverschrijdende gevallen een nadelig / afschrikkend effect kan hebben op de vrijheid van vestiging. Echter... dit is legitiem om fraude en belastingontwijking te bestrijden. Deze procedure ging over een internationaal concern met de moeder vennootschap in Belgie en een aantal dochterondernemingen in Nederland. Er wordt door de Nederlandse dochtervennootschap een overname gedaan welke wordt gefinancierd binnen het concern. Het Gerechtshof is van mening dat de rente beperkt aftrekbaar is, de Hoge Raad stelt (prejudiciele) vragen aan het HvJ van de EU. Volgens het HvJ mag de renteaftrek worden beperkt omdat eigen vermogen binnen een groep op kunstmatige wijze bij een Nederlandse vennootschap als vreemd vermogen naar voren komt en dat die rente op de lening wordt afgetrokken van de Nederlandse fiscale winst (belastbaar resultaat). Dit vermoeden kan door de Nederlandse koper worden weerlegd. De correctie is van toepassing op het bovenmatige deel van de te hoge rente. Als de lening geen enkele economische functie zou rechtvaardigen dan is het redelijk om via het evenredigheidsbeginsel de aftrek geheel te weigeren. Hoe deze uitspraak uitpakt voor de specifieke bepaling voor renteaftrek bij vastgoed lichamen vanaf 2025 is nog niet bekend, deze bepaling lijkt in strijd met het gelijkheidsbeginsel, de sectorale discriminatie. Zie mede deze scriptie uit 2023.

Syllabus renteaftrekbeperking belastingdienst

In de nieuwe versie van de syllabus over artikel 15b Wet VPB 1969 wordt een nadere toelichting gegeven op de renteaftrekbeperking bepaling. In artikel 15b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is de zogenoemde earningsstrippingmaatregel opgenomen. Deze syllabus gaat in op de toepassing van deze maatregel en bevat een verzameling van geanonimiseerde en bewerkte casussen en vragen die de Coördinatiegroep Taxhavens en Concernfinanciering van de Belastingdienst heeft behandeld. De syllabus is een actualisering van de versie van 19 oktober 2022 en is gedeeld met de medewerkers van de Belastingdienst.

Achtergrond renteaftrekbeperking

De inhoudelijke achtergrond van de maatregel is dat rentekosten in beginsel aftrekbaar zijn, maar dat internationaal opererende ondernemingen in toenemende mate leken in te spelen op tariefverschillen, bijvoorbeeld door rentebetalingen toe te wijzen aan een concernvennootschap gevestigd in een land met een hoog tarief en rentebaten aan een concernvennootschap aan een land met een laag tarief. De maatregel moet deze handelswijze tegen gaan werken.

Earningsstrippingsregeling en/of renaftrekbeperking vastgoedlichamen

De drempel van € 1 miljoen voor generieke renteaftrekbeperking komt voor vastgoedlichamen per 1 januari 2025 te vervallen. De maatregel zal voor veel vastgoedbeleggers (in BV's) erg nadelig uitwerken. In de voorjaarsnota 2023 en voorjaarsnota 2024 gaf het kabinet al aan dat er een regeling zat aan te komen. Grote beleggers splitsten hun vennootschappen in meerdere BV's of cooperaties zodat even zoveel keren gebruik kon worden gemaakt van de drempel van € 1 miljoen euro. Die truct wordt met name toegepast door vastgoed beleggers die aan derden verhuren. Artikel 15b wet VPB gaat vanaf 2025 regelen dat betaalde rente alleen nog maar aftrekbaar is tot 25% van de EBITDA. De drempel van € 1 miljoen wordt geschrapt.

Wat is een vastgoedlichaam?

Dit wordt in art. 15b Wet Vpb 1969 als volgt omschreven:

  • als “gedurende minimaal de helft van het jaar de gecorrigeerde bezittingen van de belastingplichtige hoofdzakelijk (70% of meer van het gecorrigeerde balanstotaal)bestaan uit onroerende zaken of gedeelten daarvan voor zover die onroerende zaken of gedeelten daarvan rechtens dan wel in feite direct of indirect ter beschikking worden gesteld aan een ander dan een met de belastingplichtige verbonden lichaam of een met hem verbonden natuurlijk persoon.”

Opmerkingen

  • voor de 70% norm moet gekeken worden naar de opgeschoonde balans, dus zonder eventuele dochter BV's en zonder vorderingen op de aandeelhouder en/of gelieerde BV's
  • begrip onroerende zaken moet ruim worden uitgelegd, hieronder vallen oook appartementsrechten, rechten van opstal of erfpacht, economische eigendommen, etc.
Wat is een verbonden persoon bij vastgoedlichamen?

Bij verhuur aan verbonden vennootschappen speelt de regeling niet. Voor het begrip verbonden persoon wordt verwezen naar artikel 10a van de wet VPB 1969. Verbonden lichamen zijn:

  1. een dochter-bv waarin de vastgoed-bv een aandelenbelang van minimaal 1/3e heeft;
  2. een moeder-bv die een aandelenbelang van minimaal 1/3e in de vastgoed-bv heeft;
  3. een zuster-bv, waarbij de holding zowel in de zuster-bv als in de vastgoed-bv een aandelenbelang van minimaal 1/3e heeft;
  4. een bv die met de vastgoed-bv deel uitmaakt van een fiscale eenheid Vpb.

Verbonden natuurlijke personen zijn natuurlijke personen die, eventueel met partner. voor tenminste 33,3% een aandelenbelang heeft in de vastgoed BV of in een met hem verbonden lichaam.

Voorbeeld effect renteaftrekbeperking vastgoedlichamen vanaf 2025

Een BV verhuurt een bedrijfspand aan een derde. De waarde van het pand is € 600.000, de huur bedraagt € 40.000 per jaar. De directe kosten (verzekeringen, OZB etc.) bedragen € 10.000 per jaar. Op het pand is een financiering afgesloten van € 300.000, de rente bedraagt € 15.000 per jaar (5%). De EBITDA bedraagt € 30.000 (zijnde huur -/- directe kosten). De winst voor VPB bedraagt € 15.000. De VPB in 2024 bedraagt in dit geval € 3.000 per jaar. Vanaf 2025 is maximaal 25% van € 30.000 € 7.500 aan rente aftrekbaar. De VPB vanaf 2025 bedraagt in dit geval € 4.500. De niet aftrekbare rente mag de BV - onder voorwaarden - later nog een keer aftrekken, mits je in enig jaar maar genoeg winst in de BV maakt, bijvoorbeeld bij een latere verkoop met een (forse) boekwinst. Onder het begrip rente vallen de volgende kosten:

  • afsluitkosten financiering
  • afsluitprovisie
  • valuta resultaten (op de hoofdsom)
  • rente in financial lease of huurkoop contract
  • wettelijke rente
  • kosten renteafdekkingsinstrument

De kenmerken van de renteaftrekbeperking

De beknopte kenmerken van de renteaftrekbeperking in de vorm van een earningsstrippingmaatregel zijn als volgt:

  • De earningsstrippingregeling beperkt de aftrekbaarheid over het saldo aan renten, dit is het verschil tussen de rentelasten over de schulden en de rentebaten over vorderingen.
  • De aftrekbaarheid van een saldo aan renten is uitgesloten voor zover het meer is dan de hoogste van € 1.000.000 of 30% van de gecorrigeerde winst (EBITDA).
  • Omdat de gecorrigeerde winst naar fiscale maatstaven wordt bepaald, worden vrijgestelde inkomsten niet meegerekend. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan voordelen die kwalificeren voor de deelnemingsvrijstelling (artikel 13 van de Wet Vpb 1969), voor de innovatiebox (artikel 12b van de Wet Vpb 1969) of voor de objectvrijstelling (artikel 15e van de Wet Vpb 1969).

Renteaftrekbeperking in Nederlandse wet

Bij de implementatie van de renteaftrekbeperking ex artikel 4 ATAD in artikel 15b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 heeft de Nederlandse wetgever er op diverse punten voor gekozen om verder te gaan dan de minimumnormen die voortvloeien uit ATAD1, omdat het kabinet niet alleen grondslaguitholling wenst te bestrijden, maar tevens een meer gelijke behandeling van eigen en vreemd vermogen nastreeft. De prikkel om te financieren met vreemd vermogen, omdat de vergoeding daarover aftrekbaar is – dit in tegenstelling tot de vergoeding over het eigen vermogen – wenst het Nederlandse kabinet te verminderen. Ook meent het kabinet met deze strenge implementatie de economie meer schokbestendig te maken, omdat de verhouding eigen vermogen versus vreemd vermogen naar verwachting zal verbeteren door de maatregel. Die ver(der)gaande implementatie komt onder meer tot uitdrukking in het bedrag tot welke het saldo aan renten in ieder geval aftrekbaar is, te weten geen € 3.000.000 zoals ATAD1 toestaat, maar slechts € 1.000.000.

Voorbeeld renteaftrekbeperkingen in de VPB

Ter illustratie van de beperking is onderstaand een voorbeeld uitgewerkt. De resultatenrekening van X B.V. geeft over een bepaald jaar het volgende beeld (bedragen x € 1.000):

Salariskosten 

 €

10.000 

  Verkoopopbrengst 

 €

16.100 

Rentekosten

 €

  4.000

  Rentebaten

 €

  1.000

Energiekosten

 €

  1.000

  Dividend    
Afschrijvingen 

 €

  1.000

   - portfolio

 €

  3.400

Afwaardering

 €

     500

   - deelneming Y B.V.

 €

  2.000

Dividendbelasting

 €

 500

     
Vennootschapsbelasting

 €

 1.500

     
Winst

 € 

   4.000

                  
 

 €

 22.500

 

 €

 22.500

Zoals beschreven, is in artikel 15b Wet Vpb lid 1 is het volgende opgenomen:

“Bij het bepalen van de in een jaar genoten winst komt het saldo aan renten niet in aftrek voor zover dat meer bedraagt dan het hoogste van de volgende twee bedragen:

a.   30% van de gecorrigeerde winst;
b.
  € 1.000.000”.

Om de toe te passen drempel te bepalen, zal derhalve allereerst de gecorrigeerde winst moeten worden berekend. Op basis van bovenstaande resultatenrekening ziet de berekening van de gecorrigeerde winst er als volgt uit:

Winst volgens resultatenrekening € 4.000

  • Bij: VPB en dividendbelasting (art. 10 Vpb) € 2.000
  • Af: deelnemingsdividend (art. 13 Vpb) € 2.000   

Winst zonder toepassing van art. 15b Vpb € 4.000

  • Bij: afschrijvingen € 1.000
  • Bij: saldo aan rente € 3.000

Gecorrigeerde winst (EBITDA) € 8.000

Op basis van de gecorrigeerde winst bedraagt de drempel 30% van € 8.000 = € 2.400. Dat wil zeggen dat van het saldo aan rente van € 3.000 een bedrag van € 600 aan rente niet in aftrek komt. Omdat de winst zonder toepassing van artikel 15b € 4.000 bedraagt (daarop is het volledige saldo aan renten in mindering gebracht), wordt de winst nu op grond van artikel 15b Wet Vpb vastgesteld op € 4.600.000.

Samenloop met innovatiebox

Stel nou dat de winst als zodanig berekend vóór toepassing van artikel 15b tot een bedrag van € 2.000 wordt ondergebracht in de innovatiebox, dan resulteert dit in de volgende uitwerking:

Winst volgens resultatenrekening: € 4.000

  • Af: innovatiebox (art. 12b Vpb) € 14.40
  • Bij: VPB en dividendbelasting (art. 10 Vpb) € 2.000
  • Af: deelnemingsdividend (art. 13 Vpb) € 2.000

Winst zonder toepassing van art. 15b Vpb € 2.560

  • Bij: afschrijvingen € 1.000
  • Bij: saldo aan rentekosten € 3.000

Gecorrigeerde winst (EBITDA) € 6.560

Op basis van de gecorrigeerde winst bedraagt de drempel 30% van € 6.560 = € 1.968. Dat wil zeggen dat van het saldo aan renten van € 3.000 een bedrag van € 1.968 wel en € 1.032 niet in aftrek komt, omdat de winst zonder toepassing van artikel 15b Vpb € 2.560 bedraagt (daarop is het volledige saldo aan renten in mindering gebracht), wordt de winst nu vastgesteld op € 3.592.000.

Door het benutten van de innovatiebox valt in dit geval de belastbare winst € 1.008.000 lager uit, hetgeen een belastingbesparing van ruim € 250.000 met zich meebrengt.

Noot fiscaal jurist inzake renteaftrekbeperking

Het bedrag aan rente dat niet voor aftrek in aanmerking kan worden genomen, wordt voortgewenteld naar het volgende jaar (art. 15b lid 5). Het saldo komt in dat volgende jaar in aftrek voor zover er in dat jaar met toepassing van de drempel én na aftrek van het saldo aan renten van dat betreffende jaar zelf, nog ruimte over is voor aftrek. De niet voor aftrek in aanmerking gekomen rente kan onbeperkt voorwaarts worden voortgewenteld.

Belangrijk aandachtspunt aftrekbeperking

Vanwege de invoering van de earningsstrippingregel als generieke renteaftrekbeperking zijn per 31 december 2018 enkele specifieke aftrekbeperkingen vervallen. Het gaat om de aftrekbeperking voor bovenmatige deelnemingsrente (art. 13l Wet VPB 1969) en de aftrekbeperking voor bovenmatige overnamerente (art. 15ad Wet VPB 1969). Daarnaast is de beperking van de verrekening van verliezen voor houdster- en financieringsmaatschappijen (art. 20 lid 4-6 Wet VPB 1969) afgeschaft, hetgeen behoorlijke impact kan hebben op met name de financierings- en / of holdingstructuur van concerns. Laat u daarom tijdig adviseren over hoe hiermee om te gaan en de beperking van renteaftrek te beperken.

Advies fiscaal jurist nodig?  

Heeft u na het lezen van dit artikel vragen of bent u opzoek naar meer informatie, neem dan gerust eens vrijblijvend contact op met de auteurs van dit artikel.

Meer weten? Neem contact op met één van de auteurs.

Bedrijfsnaam

*

Naam

*

Aantal medewerkers

Bent u tevreden over uw belastingadviseur :

Wilt u een vrijblijvende offerte / advies ontvangen?

Opmerkingen/vragen

Ja, ik ga akkoord met de verwerking van mijn gegevens. Jongbloed Fiscaal Juristen NV mag mij per e-mail info sturen en mijn persoonlijke gegevens gebruiken om mijn interessegebieden vast te stellen zoals hier beschreven, en ik ben me ervan bewust dat ik op elk moment mijn toestemming kan intrekken.

Deel deze pagina

Laatste update op 22-10-2024
Artikel gemaakt op 30-04-2020
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Vennootschapsbelasting Renteaftrekbeperking VPB

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap