Fiscale eenheid Vennootschapsbelasting en liquidatie
Het aangaan van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting kan voordelen opleveren. Zo kunnen winsten en verliezen van de tot de fiscale eenheid behorende vennootschap onderling worden verrekend en hoeven de tot de fiscale eenheid behorende vennootschappen jaarlijks maar één aangifte vennootschapsbelasting in te dienen. Het verzamelbesluit is in april 2024 geactualiseerd (raadplegen)
In veel gevallen wordt er al vrij snel geconcludeerd dat een fiscale eenheid vennootschapsbelasting voordeliger is dan per vennootschap afzonderlijk aangiften vennootschapsbelasting indienen. Het is echter zaak om goed af te wegen of de voeging in de fiscale eenheid wel leidt tot het gewenste resultaat.
Indien na een zorgvuldige afweging besloten wordt om een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting te vormen, kent de wet op de vennootschapsbelasting ook nog twee ‘addertjes onder het gras’.
Liquidatieverlies optimaliseren
Indien een vennootschap verliesgevend is, kan men overwegen om deze in de fiscale eenheid vennootschapsbelasting op te nemen zodat de verliezen die de komende jaren worden verwacht verrekend kunnen worden met verwachte winsten van andere tot de fiscale eenheid behorende vennootschappen. Hierbij dient men zich echter af te vragen of een liquidatie van deze verliesgevende vennootschap niet een beter alternatief is.
Vanuit fiscaal oogpunt kan het namelijk veel aantrekkelijker zijn nu ineens een verlies te pakken. De onderneming van deze vennootschap mag dan niet door een verbonden vennootschap worden voortgezet.
Als gevolg van een voeging in een fiscale eenheid gaat het opgeofferde bedrag teniet, daarmee zal het toe kunnen passen van de liquidatieregeling ook komen te vervallen.
Entreeheffing bij fiscale eenheid VPB
Bij het aangaan van een fiscale eenheid vennootschapsbelasting is er een specifieke bepaling in de wet opgenomen die ziet op onderlinge schuldvorderingen tussen de fiscale eenheid en de vennootschap die gevoegd gaat worden in deze fiscale eenheid. Deze bepaling houdt in dat onderlinge schuldvorderingen bij de schuldeiser op de bedrijfswaarde gesteld dient te worden, doch maximaal de nominale waarde. Dit kan ertoe leiden dat er een verlies ontstaat bij de fiscale eenheid.
Hiertegenover staat dat de tot de vennootschap te voegen vennootschap haar schuld op diezelfde waarde dient te stellen. Is de bedrijfswaarde lager dan de nominale waarde, dan zal hierdoor een (gedeeltelijke) belaste vrijval voordoen direct voorafgaand aan de voeging in de fiscale eenheid.
Problemen die zich hier echter voor kunnen doen is dat de lening als onzakelijk gekwalificeerd wordt. In dat geval is het “verlies” niet aftrekbaar bij de fiscale eenheid, maar valt de schuld van de te voegen vennootschap wel belast vrij.
Conclusie fiscale eenheid VPB en liquidatie
Bent u voornemens om de fiscale eenheid vennootschapsbelasting verder uit te breiden, houd dan rekening met het einde van de liquidatieverliesregeling en de entreeheffing. Heeft u hierbij hulp nodig? Neem dan vrijblijvend contact op met de auteur van dit artikel.
Meer weten van fiscale eenheid en liquidatie
- Fiscale eenheid VPB in geding
- Grensoverschrijdende fiscale eenheid VPB
- Liquidatieverlies in de vennootschapsbelasting
- Fiscale eenheid VPB en corona
- Fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting
- Fiscale eenheid omzetbelasting eisen
- Fiscale eenheid BTW en verwevenheid
- Turboliquidatie en belastingen
- Vennootschapsbelasting 2023