Woning en aanhorigheden in de overdrachtsbelasting
Met ingang van 1 juli 2011 heeft het kabinet een tijdelijke maatregel getroffen om de Nederlandse woningmarkt te stimuleren. Vanaf dat moment wordt er onderscheid gemaakt tussen woningen en andere onroerende zaken. Deze maatregel zou oorspronkelijk een jaar duren, maar is een permanente maatregel geworden.
Vanaf het moment dat het verlaagde tarief geldt voor woningen en daarbij behorende aanhorigheden is het belang voor de praktijk vergroot. Het belang bedraagt vanaf dat moment 6% van de verkrijging en in 2023 zelfs 10,4%.
- De overdrachtsbelasting bedraagt wordt in 2023 verhoogd tot 10,4% (2021 en 2022: 8%).
- Op woningen is het tarief 2%.
- Voor starters op de woning markt (onder voorwaarden) zelfs 0%.
De Staatssecretaris heeft in zijn besluit van 1 juli 2011, nr. BLKB 2011/1290M een lijst opgenomen van onroerende zaken waarvoor de regeling niet geldt, dit betreffen:
- Bedrijfsgebouwen en –ruimtes;
- Afzonderlijke garageboxen;
- Hotels / pensions;
- Asielzoekercentra;
- Een onroerende zaak die bestemd is voor gebruik als verpleeg- of verzorgingsinstelling of ziekenhuis;
- Grond bestemd voor woningbouw.
De maatregel geldt oorspronkelijk voor woningen. Met ingang van 1 januari 2013 worden onder woningen mede verstaan aanhorigheden die tot de woning behoren of gaan behoren. Voor het begrip aanhorigheden wordt daarbij aangesloten bij de invulling voor de eigenwoningregeling die geldt voor de inkomstenbelasting. Een aanhorigheid bij de woning is daarbij in gebruik en daaraan dienstbaar. De jurisprudentie hieromtrent is veelal casuïstisch en wringt enigszins met bovenstaande lijst, afgevraagd kan worden wanneer sprake is van een garage of een bedrijfsgebouw. Een discussie die zich nogal eens voordoet in de agrarische sector.
Op 24 februari 2017 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een viertal zaken waar het in geschil was of er wel of geen sprake was van een woning. De vier arresten zagen op een verkrijging van een boerderij, een tandartsenpraktijk, een kantoorvilla en een hospice. Waar de boerderij, tandartsenpraktijk en kantoorvilla wel als woning kwalificeren en belast zijn met 2%, kwalificeerde het hospice volgens de Hoge Raad niet als woning.
De eerste van belang zijnde arresten zijn gewezen door de Hoge Raad, de verwachting is echter dat er nog een aantal zullen volgen voor wat betreft de aanhorigheden die tot de woning behoren.
Mocht u zelf geconfronteerd worden met een inspecteur die het standpunt inneemt dat niet de gehele onroerende zaak kwalificeert als eigen woning of wenst u hier vooraf meer duidelijkheid over, neem dan contact op met één van onderstaande auteurs.
Bron: HR 24 februari 2017, nr. 16/01734, nr. 16/04101, nr. 16/03768, nr. 16/02257.
Meer weten van woning en aanhorigheden in de overdrachtsbelasting
- Overdrachtsbelasting woning of kantoor
- Fusies en splitsingen in de overdrachtsbelasting
- Wel of geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting?
- Wel of woning voor de overdrachtsbelasting
- Bedrijfsopvolging en overdrachtsbelasting
- Woning kopen en slopen overdrachtsbelasting
- Grondslag overdrachtsbelasting koopsom of taxatierapport