Voorkomen belastingheffing op verkoop bedrijfspand
Als u een pand verkoopt, moet u in beginsel over de boekwinst afrekenen met de Belastingdienst. U kunt deze heffing echter voorkomen door toepassing van de zogenaamde herinvesteringsreserve (HIR), maar eventueel ook door toepassing van de ruilarresten (Hoge Raad oktober 2010).
Herinvesteringsreserve
De herinvesteringsreserve (HIR) houdt in dat u de boekwinst op de verkoop van uw pand mag afboeken van de kostprijs van de vervangende investering. Doordat de boekwaarde dan wordt verlaagd, kan minder worden afgeschreven. De boekwinst wordt daarmee in feite gedurende de afschrijvingstermijn van de nieuwe investering tot de winst gerekend. Aan de herinvesteringsreserve zitten wel voorwaarden, deze luiden als volgt:
- Bedrijfsmiddel: u moet investeren in een bedrijfsmiddel (en niet in bijvoorbeeld voorraad).
- Herinvesteringsvoornemen: om een HIR te kunenn vormen, moet er sprake zijn van een herinvesteringsvoornemen, maak hiervoor een plan en leg dit bestuursbesluit vast in de notulen.
- Eenzelfde economische functie: voor bedrijfsmiddelen met een afschrijvingstermijn van meer dan tien jaar (waaronder onroerende zaken) moet het vervangende bedrijfsmiddel eenzelfde economische functie vervullen als het verkochte bedrijfsmiddel.
- Termijn: de HIR valt vrij indien en voor zover deze niet binnen drie jaren is aangewend. Deze driejaarsperiode betreft drie kalenderjaren na het jaar van vervreemding.
- Boekwaarde-eis: de boekwaarde van het vervangende bedrijfsmiddel mag na afboeking van de HIR niet lager zijn dan de boekwaarde van het vervangen bedrijfsmiddel. Deze eis kan tot gevolg hebben dat over een deel van of zelfs over de gehele boekwinst vennootschapsbelasting is verschuldigd. Dit doet zich voor als het vervangende bedrijfsmiddel goedkoper is dan het vervangen bedrijfsmiddel en/of bij verkleining van de capaciteit.
Voorbeeld boekwaarde-eis
Een bedrijfspand met een boekwaarde van EUR 2.500.000 wordt verkocht voor EUR 3.000.000. Er wordt een HIR van EUR 500.000, waardoor de boekwinst (in beginsel) onbelast blijft. Het pand wordt vervangen door een pand met een kostprijs van EUR 2.750.000. De HIR kan in dit geval slechts voor EUR 250.000 worden benut.
Ruilarresten
De ruilarresten kunnen soms soelaas bieden in gevallen waarin de herinvesteringsreserve niet toepasbaar is. De ruilarresten vloeien voort uit goedkoopmansgebruik. Een beroep op de ruilarresten kan alleen worden gedaan als niet aan de voorwaarden voor de herinvesteringsreserve is voldaan (HR 23 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1183). Dit zal zich uitsluitend in uitzonderingssituaties voordoen.
Boekwinsten op bedrijfsmiddelen kunnen op grond van de ruilgedachte onmiddellijk worden afgeboekt op vervangende bedrijfsmiddelen die reeds zijn aangeschaft/voortgebracht dan wel binnen hetzelfde boekjaar zijn aangeschaft/voortgebracht. Het begrip ruil dient hier ruimer te worden opgevat dan het direct vervangen van het ene bedrijfsmiddel door het andere. Vervanging in dezelfde periode is mogelijk. Het is zelfs mogelijk om de vervanging over een jaargrens heen te tillen, mits er op het moment van desinvesteren een concreet vervangingsplan bestaat.
Voor de ruilarresten is vereist dat het vervangende bedrijfsmiddel economisch dezelfde functie vervult.
Geen HIR voor boekwinst door willekeurige afschrijving
Let op: de HIR kan niet worden gevormd voor zover de boekwinst is ontstaan als gevolg van willekeurige afschrijving. In feite wordt de willekeurige afschrijving weer teruggenomen.
Vragen?
Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen of wenst u meer informatie? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact op met één van onderstaande adviseurs.