Overdrachtsbelasting bij een juridische fusie
Als een vennootschap onroerend goed bezit en juridisch fuseert, dan zal het onroerend goed onder algemene titel overgaan op de verkrijgende vennootschap. Dit leidt in beginsel tot een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting. Indien de fuserende vennootschap geen onroerend goed bezit, maar heeft zij wel meer dan een derde belang in een vennootschap die onroerend goed bezit, kan zich een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting voordoen.
Een juridische fusie wordt vaak gebruikt om de structuur te vereenvoudigen en / of onroerendgoedportefeuilles samen te voegen. De overdrachtsbelasting bedraagt wordt in 2023 verhoogd tot 10,4% (2021 en 2022: 8%). Op woningen is het tarief 2%. Voor starters op de woning markt (onder voorwaarden) zelfs 0%.
Juridische fusie binnen het concern
Is er sprake van een juridische fusie binnen het concern, dan zal men een beroep moeten doen om de interne reorganisatievrijstelling die de Wet belastingen van rechtsverkeer 1970 kent. Deze vrijstelling houdt in, dat het onroerend goed de komende drie jaren tot hetzelfde concern dient te behoren. Bij de juridische fusie binnen concern is dan ook geen zakelijke overweging vereist om voor de vrijstelling in aanmerking te komen.
Juridische fusie buiten het concern
Indien er een juridische fusie plaatsvindt tussen twee vennootschappen waarbij niet alle aandelen door dezelfde moedermaatschappij worden gehouden, dan kan men géén beroep doen op de interne reorganisatievrijstelling. In die situatie kan men alleen een beroep doen op de vrijstelling voor de juridische fusie. Deze vrijstelling voor de juridische fusie is echter veel strikter dan de interne reorganisatievrijstelling, de vrijstelling van een juridische splitsing of die van de bedrijfsfusie.
De vrijstelling van de juridische fusie kan alleen worden toegepast indien de juridische fusie hoofdzakelijk plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen. Deze bewijslast is veel zwaarder dan bij de juridische splitsing of bedrijfsfusie. Sinds 1 januari 2012 is de vrijstelling van de juridische fusie pas wettelijk geregeld, sinds een aantal jaren komt er meer duidelijkheid over wanneer sprake is van de zinsnede: “Hoofdzakelijk plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen”.
Jurisprudentie
Tot op heden is er een tweetal relevante arresten gewezen over de juridische fusie tussen vennootschappen.
De Rechtbank Den Haag 25 januari 2018, nr. 17/2388 heeft een arrest gewezen over twee vennootschappen die een VOF dreven. Deze VOF is echter opgeheven, waarna de ene vennootschap alleen nog over een onroerende zaak beschikte. Later in het jaar vond de juridische fusie plaats, waarbij de te fuseren vennootschap alleen een onroerende zaak in zijn bezit had. Dat de structuur als gevolg van de juridische fusie eenvoudiger werd, er minder administratieve lasten resteerden (minder aangiften en jaarrekeningen), vond de rechtbank niet voldoende om te spreken van een juridische fusie die hoofdzakelijk plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen.
In Rechtbank Noord-Holland 19 maart 2019, nr. 17/3366 was het oordeel anders. In die situatie betoogde de belastingplichtige dat de juridische fusie erop was gericht een (substantiële) kostenbesparing te bewerkstelligen. In onderhavig geschil zou de kostenbesparing uitkomen op een bedrag van € 7.500 per jaar, terwijl de in geschil zijnde overdrachtsbelasting € 3.000 bedroeg. Daarbij was de rechtbank van mening dat door het in economisch opzicht samenvoegen van ter dekking van pensioentoezeggingen aangehouden vermogen tot het voordeel van risicospreiding zal leiden, ook als het vermogen en het te spreiden risico beperkt zijn. Hierdoor is volgens de rechtbank niet slechts sprake van een optelsom van de vennootschappen die bij deze juridische fusie zijn betrokken.
Er zal nog de nodige jurisprudentie gewezen moeten worden teneinde meer duidelijkheid te verkrijgen over wanneer sprake is van “hoofdzakelijk zakelijke overwegingen”. Dit zal zich op termijn uit moeten wijzen. Het is dan ook zaak u vooraf goed te laten informeren over de (on)mogelijkheden, teneinde een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting achteraf te voorkomen.
Heeft u zelf te maken met deze problematiek of bent u voornemens te herstructureren waarbij er vennootschappen onroerend goed bezitten? Neem dan contact op met de auteur van dit artikel.
Kosten fusie deels niet aftrekbaar
Begin 2025 nam de kennisgroep van de belastingdienst een standpunt in over de kosten welke samenhagen met een juridische (moeder - dochter) fusie. Volgens de kennisgroep zijn niet alle kosten aftrekbaar. Kort en goed de feiten en het standpunt
Vraag inzake kosten fusie bij kennisgroep belastingdienst (KG:023:2025:1)
- Belastingplichtige bezit alle aandelen in Y, waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is.
- Een juridische moeder-dochterfusie vindt plaats waarbij Y verdwijnt en de belastingplichtige de verkrijgende rechtspersoon is.
- Kosten gemaakt tijdens de fusie worden aan de belastingplichtige toegerekend.
- Is het aftrekverbod van artikel 13, lid 1, Wet Vpb 1969 van toepassing op de kosten van deze fusie?
Beantwoording en toelichting kosten fusie en fiscale aftrek
- Fiscale fictie: De belastingplichtige wordt geacht de aandelen in Y ten tijde van de fusie te hebben vervreemd.
- Toepassing aftrekverbod: Artikel 13, lid 1, Wet Vpb 1969 is van toepassing op kosten die rechtstreeks verband houden met de vervreemding van Y.
- Inspecteur moet beoordelen welk deel van de kosten verband houdt met de vervreemding en welk deel met de verkrijging van de vermogensbestanddelen van Y.
- In de praktijk zullen bij een moeder-dochterfusie meestal geen of slechts een zeer beperkt deel van de kosten worden toegerekend aan de vervreemding van de aandelen.
- Artikel 13, lid 1, Wet Vpb 1969: Kosten voor de verwerving of vervreemding van deelnemingen zijn niet aftrekbaar. Artikel 3.57, lid 1, Wet IB 2001: Bij fusies wordt een belastingplichtige geacht de aandelen van de verdwijnende rechtspersoon te hebben vervreemd.
Rechtspraak inzake fusiekosten niet aftrekbaar
- HR 7 december 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2264):Kosten zijn alleen onderworpen aan het aftrekverbod als er een rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat met de vervreemding.
- HR 22 december 2023 (ECLI:NL:HR:2023:1793): Kosten moeten objectief nuttig of nodig zijn voor de vervreemding om onder het aftrekverbod te vallen.
Fiscale tips inzake kosten fusie en aftrekbaarheid
- Toerekening kosten: Zorg voor een gedetailleerde onderbouwing van de kostenverdeling tussen vervreemding van aandelen en verkrijging van vermogensbestanddelen. Verkoopkosten zijn veelal niet aftrekbaar (zie ook kamerstukken uit 2005/2006)
- Documentatie: Leg zorgvuldig vast welke kosten specifiek verband houden met de fusie en waarvoor deze zijn gemaakt. Maak tevens een opstelling van voorbereidende kosten die samenhangen met interne zaken. Derhalve een duidelijke scheiding binnen de advisering en kosten toedeling
- Overleg met inspecteur: Bespreek proactief met de inspecteur welk deel van de kosten al dan niet aftrekbaar is.
- Rechtspraak hanteren: Baseer uw argumentatie op relevante arresten, zoals Hoge Raad 2018 en Hoge Raad 2023, om een duidelijk onderscheid te maken tussen kostenposten.
- Activering van kosten: Overweeg de mogelijkheid om bepaalde kosten die verband houden met de verkrijging van vermogensbestanddelen te activeren op de balans.
Heeft u zelf te maken met deze problematiek of bent u voornemens te herstructureren waarbij er vennootschappen onroerend goed bezitten?
Meer weten van overdrachtsbelasting bij juridische fusie
- Fusies en splitsingen in de overdrachtsbelasting
- Vrijstelling overdrachtsbelasting bij bedrijfsopvolging
- Fusies en overnames
- Bezwaarschrift overdrachtsbelasting
- Aandelen camping en overdrachtsbelasting
- Ruziesplitsing en overdrachtsbelasting
- Fiscale aandachtspunten aandelenfusie
- 2 procent overdrachtsbelating over woning en praktijkruimte
- Aandelenfusie bij opvolging kinderen
- Eenvoudige fiscale zusterfusie