Belastingverdrag Nederland - Duitsland, duidelijkheid voor piloten
In het nieuwe belastingverdrag dat al in 2012 is overeengekomen tussen Nederland en Duitsland, was in artikel 14 lid 4 overeengekomen dat de heffing over inkomsten uit dienstbetrekkingen die worden uitgeoefend aan boord van een luchtvaartuig of schip in het internationale verkeer, is toegewezen aan het woonland van de werknemer.
Het verdrag is in werking getreden op 1 januari 2016. Het was echter nog onduidelijk of voornoemd artikel in stand zou blijven of dat dit zou worden gewijzigd naar de situatie zoals die was in het oude verdrag. Nu is hierover duidelijkheid. Het wijzigingsprotocol voor het belastingverdrag Nederland - Duitsland is stilzwijgend goedgekeurd door de Staten-Generaalen treedt per 31-12-2016 in werking. Voor het jaar 2016 kan men een beroep doen op het oude verdrag op grond van de overgangsregling.
Voornoemde betekent dat de belastingheffing over de inkomsten uit dienstbetrekking van cabinepersoneel van vliegtuigen en voor zeevarenden, voor zover er sprake is van internationaal verkeer, toekomt aan de staat waar de feitelijke leiding van de lucht- / zeevaartonderneming is gelegen. Kortom, per saldo blijft alles bij het oude.
Advisering
Wilt u weten wat voor u de gevolgen zijn van het wijzigingsprotocol, dan kunt u natuurlijk contact opnemen met de schrijver van dit artikel.
Wat kunnen wij - in fiscale zin - voor piloten betekenen?
- Advisering inzake welke landen fiscaal gunstig zijn voor een emigratie
- Belastingadvies inzake eigen woning / vermogen
- Verzorgen aangifte inkosmtenbelasting (M Biljet)
- Afstemming en overleg met de Belastingdienst
- Indienen vrijstelling loonheffing
- Afstemming buitenlandse fiscaal jurist inzake emigratie